Bij ‘de Forten’

Hoewel ik nog genoeg (macro)foto’s uit de tuin heb, gooi ik het voorlopig eens over een andere boeg. De komende tijd laat ik hier eens wat foto’s en verhalen over Drachten de revue passeren. Ik begin daarmee op het plekje waar Aafje en ik half augustus Matroos Beek hebben ontvangen, bij het bankje aan het Zuiderend, aan het zuidoostelijke voeteneind van Drachten (Google Maps)

Drachten telt tegenwoordig ruim 45.000 inwoners. Rond het jaar 1600 was er van Drachten nog geen sprake, wel lagen er twee kleine dorpjes: Noorderdragten en Zuiderdragten. De omgeving kwam pas tot ontwikkeling na het graven van de Drachtstervaart en aan het eind daarvan de Noorder- en Zuiderdwarsvaart vanaf 1641 ten behoeve van de turfwinning. Langs de vaarten ontstond allerlei handel en nijverheid, en de beide dorpjes groeiden naar elkaar toe…

Waar bedrijvigheid en een zekere welvaart ontstaan, ontstaat ook armoede. En die armoede bleef lang groot in deze contreien. De veenarbeiders deden zwaar lichamelijk werk en werden vaak zwaar onderbetaald. De grootste armoezaaiers en verschoppelingen, het zogenaamde ‘uitschot van de maatschappij’, kwamen terecht aan het Zuiderend. Daar lagen in de volksmond ‘de Forten’, een paar simpele gemeentelijke woninkjes en wat zelf getimmerde spitketen. Een informatiepaneel bij het bankje vertelt het verhaal van ‘de Forten’ …

De laatste sporen van ‘de Forten’ zijn pas begin jaren 60 van de vorige eeuw door de gemeente opgeruimd. De spitketen, de op het droge getrokken ‘woonboot’ en de door de gemeente gebouwde huisjes, alles ging plat. Een lelijk vlekje was weggepoetst …