De wjirmdolster

“En de vrouwen dan …?” schreef ik gisteren aan het eind van mijn logje.

Wel, aan de vrouwen van Paesens-Moddergat werd in 2008 een standbeeld opgedragen op initiatief van dorpsbelang Paesens-Moddergat. Het beeld ‘Fiskersfrou’ (foto hieronder links) van Hans Jouta is een eerbetoon aan de vrouwen van Paesens-Moddergat, die na de ramp van 1883 voor een zware taak stonden: de zorg voor de kinderen en rond zien te komen van een karig inkomen …

Bij de kerk van Wierum staat ook een standbeeld van Hans Jouta: ‘de wjirmdolster’, de pierensteekster …

In de achttiende en negentiende eeuw staken Friese vissersvrouwen pieren (wjirmen) op het wad. De vrouwen hadden bij het pieren steken hoge laarzen en een witte broek aan, een dracht die zeker in die tijd voor vrouwen nogal ongebruikelijk was. De broek was ruim uitgesneden om ruimte te laten voor de rok en onderrok die de vrouwen in hun broek droegen (foto bovenaan rechts) …

De vrouwen liepen gewapend met emmer en greep het wad op om zeepieren te steken. Die pieren werden door de mannen weer als aas gebruikt. Niet alleen moesten de pieren worden gedroogd en op een bepaalde manier aan de vislijn worden geregen, ook moest de gevangen vis worden schoongemaakt en verkocht, soms zelfs helemaal tot in Leeuwarden. En dan moesten ze natuurlijk ook nog voor de kinderen en voor de eigen voorraad zorgen. Daar waar de mannen vaak op zee bleven, stierven veel vrouwen in het kraambed. De bevalling was veelal een inspanning die hun door zware arbeid geteisterde lichamen niet meer konden verdragen. Veel jonge kinderen overleden vaak samen met hun moeder …

Bron: http://www.dorpwierum.nl