Vastgevroren in de Drachtstervaart

Voordat we koers naar huis zetten, wilde ik graag nog even een laatste onderwerp afvinken: een paar foto’s van het skûtsje De Jonge Trijntje’ dat vastgevroren lag in de Drachtstervaart …

De vorige keer dat we hier waren, hebben we het skûtsje vanaf de zuidkant van het Moleneind bekeken, nu benaderden we het vanaf de noordzijde …

Mijn fotomaatje keek me hoofdschuddend na, toen ik me op het gladde ijs waagde om de mooie ronde boeg van ‘De Jonge Trijntje’ even vanaf een wat lager standpunt in beeld te  brengen …

Toen ik me nadien omdraaide om even een paar foto’s te maken van de brug en het carillon aan het eind van de vaart, zag ik net een schaatser onder de brug doorgaan. Of dat nou zo verstandig was … Maar hij haalde droog de overkant, dus het viel blijkbaar mee …

Ik sluit deze mooie winterse rondrit met mijn fotomaatje langs een aantal schaatsplekjes in de gemeente Smallingerland af met een laatste foto van ‘De Jonge Trijntje’ …

Jetske bij ‘De Jonge Trijntje’

Terwijl ik me bezighield met de spiegelende gevel van het oude arbeidsbureau, had mijn fotomaatje haar aandacht gericht op een skûtsje dat in de Drachtstervaart voor de wal lag. En niet zo maar een skûtsje, ‘De Jonge Trijntje’ is één van de boegbeelden van ‘het Drachten-van-de-skûtsjes’. Jetske leek het met bijzondere aandacht te bekijken …

‘De Jonge Trijntje’ is in 1909 in opdracht van Jan Martens Jagersma gebouwd op de skûtsjewerf van Jan Oebeles van der Werff aan het Buitenstvallaat in Drachten. Beurtschipper Jan Martens Jagersma vernoemde het skûtsje naar zijn enige dochter Trijntje. De schipper onderhield tot 1920 een geregelde beurtdienst tussen Drachten en Groningen en omstreken. In 1920 nam zijn zoon het over met een motorschip. Het skûtsje werd verkocht en maakte vervolgens onder verschillende namen omzwervingen door Nederland en België …

Haiko van der Werff, de achterkleinzoon van Jan Oebeles, zette vanaf 1 januari 2001 het bedrijf van zijn overgrootvader aan het Buitenstvallaat voort onder de naam ‘Scheepsbouw O.H. van der Werff’. Haiko zag een droom uitkomen, toen ‘De Jonge Trijntje’ in 2010 werd teruggevonden in Zwolle en hij de kans kreeg om het te restaureren. Het beurtvaart skûtsje werd aangekocht door Stichting De Jonge Trijntje met de bedoeling om het schip als cultureel erfgoed in de oorspronkelijke staat terug te laten brengen, En zo was de cirkel rond, het skûtsje werd volledig gestript en in de originele staat teruggebracht op de werf waar het 100 jaar eerder was gebouwd …

’s Zomers ligt het skûtsje aan het Buitensvallaat voor de scheepswerf van Haiko van der Werff. Er wordt dan met ploegjes gezeild, kinderen worden er onderwezen over de zeilvaart vroeger en er wordt onderhoud gepleegd. In de winter ligt het skûtsje in de Drachtstervaart of in de passantenhaven in het centrum van Drachten …

Een speelse spiegelwand

Omdat we toch op het Moleneind waren, wilde Jetske meteen wel even bij het passantenhaventje kijken, dat het centrum van Drachten rijk is sinds de vaart weer is geopend. Daarbij kwamen we langs het oude arbeidsbureau. Tegenwoordig is Grafisch Centrum Drachten hier gevestigd …Verder valt er weinig over te vertellen, maar toen we daar eenmaal stonden, vielen de weerspiegelingen van de in een ronding geplaatste ramen me op. Daar heb ik even wat mee staan spelen …

Bij ‘It Bleekerhûs’

Gisteren kwam Museum Dr8888 ter sprake, omdat het verdwenen gewaande beeld ‘Vader en moeder met slingerend kind’ daar tegenwoordig blijkt te staan. Het museum is sinds 1996 gevestigd in het voormalig minderbroedersklooster in het centrum van Drachten. Daar heb ik nog geen foto’s van in mijn archief. Waar ik wel foto’s van heb, is het gebouw waar het museum ooit is begonnen als oudheidskamer ‘It Bleekerhûs’. Vlak voordat ik vorige week dinsdag werd gebeld door de gemeente, was ik daar namelijk met Jetske geweest …

Het ‘Bleekerhûs’ is in 1806 gebouwd als dokterswoning voor dokter Hendrik Willem Bleeker, die het pand gebruikte als woon- en praktijkruimte. Bleeker schijnt een bijzonder mens te zijn geweest. Van 1904 tot 1944 oefende hij zijn praktijk uit en nog altijd gaan er verhalen over hem in omloop. Hij was niet alleen arts, maar naar verluidt was hij ook drankbestrijder, leraar aan de Rijkskweekschool en mede-oprichter en docent van de Volksuniversiteit …

De dokterswoning was ook het eerste onderkomen van oudheidskamer (later museum) ‘It Bleekerhûs’. Voor zover ik me kan herinneren, richtte de oudheidskamer zich in eerste instantie vooral op de turfwinning, die zo belangrijk is geweest voor het ontstaan van Drachten. Maar er kwam in ‘It Bleekerhûs’ ook geleidelijk meer aandacht voor het belang van de kunststromingen De Stijl en Dada voor Drachten …

Voor nieuw beleid en uitbreiding van de collectie kwam meer ruimte beschikbaar, toen de oudheidskamer in 1979 naar het historische grietenij- en gemeentehuis aan de overkant van de straat kon verhuizen. Dat was ook het moment waarop de oudheidskamer ‘It Bleekerhûs’ werd omgedoopt tot ‘Streekmuseum Smallingerland’ …

In ‘It Bleekerhûs’ is tegenwoordig een tandartsenpraktijk gevestigd. Sinds de verhuizing van het museum naar het klooster in 1995, zat in het oude gemeentehuis (zie foto hierboven) grandcafé ‘Smelnehûs’, maar dat heeft vorig jaar de deuren helaas noodgedwongen moeten sluiten.