Oog in oog met een sperwer

In deze fotoserie van de sperwer, die ik vorige week vrijdag bij Jetske in de tuin kon maken, heb ik wat gespeeld met de chronologie. Gisteren liet ik hier al foto’s zien van een sperwer, die in een boom in de tuin van mijn fotomaatje Jetske zat. Daar begon het echter niet mee. Toen Jetskes’ man ons waarschuwde dat er een roofvogel in de tuin zat, zat de sperwer in eerste instantie op de grond. Toen ik even later mijn camera in de aanslag had, vloog hij kort op om achter het voederhokje op de coniferenheg te landen …


Tot mijn geluk bleef hij niet achter het hokje zitten, maar schoof hij een half metertje naar rechts. Daar bleef hij ruim een halve minuut zitten. Mede dankzij Jetskes’ smetteloos schone ramen kon ik hem van korte afstand prachtig in beeld vangen …


Het was een bijzondere ervaring om even oog in oog te zitten met deze prachtige vogel. Echt een geweldig moment. Zoals bij alle roofvogels het geval is, heeft ook de sperwer fascinerende ogen om naar te kijken. Maar ook zijn tekening is van dichtbij de moeite waard …

Pas na zo’n 40 seconden vond hij het welletjes. Hij vloog opnieuw op en landde ditmaal een paar meter hogerop in de boom. Hoewel dat ook mooie foto’s opleverde, vond ik de foto’s op de heg toch net wat mooier. Dat alles bij elkaar was voor mij voldoende reden om de volgorde maar even aan te passen. Het is als met eten, zeg maar, ik bewaar graag het lekkerste hapje voor het laatst …


Zo werd het ziekenbezoek toch nog een gezamenlijke fotodag, want natuurlijk heeft ook Jetske deze kans aangegrepen om een serie van de sperwer te maken: ‘Sperwer.’

Een sperwer in de boom

Mijn fotomaatje is sinds de jaarwisseling aan huis gebonden vanwege rugproblemen. Omdat onze veertiendaagse fotokuier niet door kon gaan, ben ik vrijdagochtend even met een bloemetje bij haar op bezoek geweest. Terwijl we rustig zaten bij te praten, zei Jetskes’ eega op een bepaald moment: “Jongens, er zit een roofvogel in de boom …”


Zoiets hoef je tegen Jetske en mij maar één keer te zeggen. Meestal spat Jetske in een dergelijke situatie meteen bliksemsnel overeind om haar camera te grijpen en in actie te komen. Omdat ze vanwege haar blessure nu wat voorzichtiger en daardoor trager reageerde, stond ik ditmaal net wat eerder met de camera in de aanslag dan Jetske. Maar wees gerust, zoals we dat al jaren gewoon zijn, hebben we ook dit prachtige onderwerp weer netjes gedeeld …

Het was in één oogopslag duidelijk dat we hier te maken hadden met een sperwer, die even kwam kijken of er nog iets te smikkelen viel bij de voederplekjes in de tuin. De kleine vogeltjes waren echter al lang gevlogen. In onze eigen tuin heb ik in maart 2012 eens een sperwer kunnen betrappen op het plukken van een gevangen prooi, maar die ging er al na twee foto’s vandoor. Deze sperwer gaf ons alle gelegenheid om hem tamelijk deftig te portretteren …

  • morgen nog meer (en mooiere) foto’s van de sperwer

Van de kerk naar de kroeg

We nemen afscheid van de Redbadtsjerke in Jorwert met hier en daar een laatste blik op het kerkhof. In de noordwestelijke hoek ligt een aantal ‘bewapende’ grafstenen. Heraldiek en genealogie zijn takken van sport waar ik geen verstand van heb. Ik laat het dus bij het bekijken van deze grafstenen. Als je naar de eerste foto kijkt, kun je trouwens ook mooi zien, dat we hier ruim boven straatniveau staan. Kerk en kerkhof bevinden zich op het hoogste punt van de terp op ca. 4,2 m boven NAP …

Aan de andere kant van de kerk staat een rijtje grafstenen mooi schuin achterover in het gelid. Daarmee komen we langzamerhand ook aan het eind van de rondgang over het kerkhof van de Redbadtsjerke in Jorwert …

Terwijl ik koos voor het trappetje aan de kant van de Maliebaan (Ja echt, die hebben ze hier ook: Google Maps), had Jetske een andere route gekozen. Ze wachtte me aan het eind van het pad op om me, plotseling van achter heg tevoorschijn komend, te fotograferen. Maar dat zat haar niet glad, want mijn camera stond als altijd ook op scherp …

Teruglopend naar de auto kwamen we opnieuw langs ‘het Wapen van Baarderadeel’. Net als de deur van de kerk zat ook de deur van de kroeg op slot. Verder dan het beeld ‘de Foardrager’, dat daar op een bijzondere sokkel voor de deur staat, kwamen we niet. Het is een kunstwerk ter herinnering aan het 50-jarig bestaan van het ‘Iepenloftspul Jorwert’. Op de sokkel zijn tegels aangebracht met daarop teksten en tekeningen over het dorp Jorwert en haar bewoners van jong tot oud …

Jorwert was in Fryslân al vele jaren een begrip vanwege de opvoering van het jaarlijkse Iepenlofspul, dat altijd van hoge kwaliteit is. Eind 1996 kreeg Jorwert ook landelijk bekendheid door het boek ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’ van Geert Mak. Ter herinnering daaraan hangt er een plaquette aan de gevel van ‘het Wapen van Baarderadeel’


Dit is een mooi punt om deze serie over de toren van Eagum en de kerken van Boazum en Jorwert te beëindigen. Als jullie er niet minder van genoten hebben dan ik, dan sluit ik niet uit dat er nog eens een vervolg komt, waarin een aantal andere kerken en/of dorpen centraal staan.

Wat ’n beetje zon kan doen

Vrijdag 11 november zijn Jetske en ik weer eens samen de Ecokathedraal ingetrokken. We hadden gehoopt dat de zon even zou doorbreken om mooie herfstkleuren boven en rond de gestapelde bouwwerken uit te lichten. Dat viel echter nogal tegen. De zon liet die dag verstek en de bladeren aan bomen en struiken begonnen er nog maar net te verkleuren …


Op zaterdag 19 november ben ik er nog eens naar toe gereden. Het was een stralende dag met temperaturen rond of net boven het vriespunt. De Ecokathedraal was weliswaar nog steeds niet gehuld in volgroeid herfsttenue, maar de zon maakte het toch een stuk levendiger dan de week ervoor …

In de Catspoolder

In 2009 is de Catspoolder ingericht als natuurgebied en is de bemaling stopgezet. Het waterpeil gaat er nu op en neer met dat van het riviertje de Lende, dat er langs loopt. De polder dient nu ook als waterberging. In de zomer wordt het gebied losgekoppeld van de Lende, waardoor het waterpeil zakt en de grond deels kan indrogen. Om de vallei nat te houden, is een ingenieus systeem van sloten, stuwen en kleppen uitgedacht dat moet voorkomen dat het gebied helemaal verdroogt. Het gebied trekt vooral water- en moerasvogels …


Hoe mooi een vogelkijkhut ook is, het gaat erom wat je er te zien kunt krijgen. En dat valt bij de ‘Catskieker’ niet tegen. Je hebt er een mooi uitzicht over een flinke plas. Recht voor de hut staat een rijtje dode bomen en boomstronken. In de top van de hoogste boom zat een gestaag toenemend aantal aalscholvers te vergaderen. Op een strookje droge grond scheef voor de hut zaten vogels van diverse pluimage, waaronder meeuwen, kieviten, verschillende ganzen en ook hier enkele aalscholvers. Het was allemaal niet spectaculair, maar we hebben ons er bij heerlijk najaarsweer een uurtje prima vermaakt …

Bij de Catskieker

Na ons bezoek aan de ‘Wolvenroep’ stelde ik voor om naar een bepaalde vogelkijkhut te gaan die mijn fotomaatje al eens op haar blog had getoond, en waarvan ik wist dat hij ergens hier in de Lendevallei moest staan. Jetske wist meteen dat ik de vogelkijkhut de ‘Catskieker’ in de Catspoolder (Google Maps) bedoelde. Na een ritje van amper 10 minuten waren we ter plekke …


Daarna volgden nog een korte kuier en de beklimming van een dijklichaam dat het wandelpad scheidde aan de waterkant. Ook hier had Jetske weer een juiste inschatting van de loopafstand gemaakt, zodat we al snel de vogelkijkhut de ‘Catskieker’ betreden. Het belangrijkste deel is een ronde, deels open hut van cortenstaal met daarnaast en deels ervoor een eenvoudig scherm …


De Catspoolder was dankzij de vervening in de 18 en 19e eeuw ooit een petgatengebied. In de twintiger jaren van de vorige eeuw is het gebied geschikt gemaakt voor de landbouw. Om de polder droog te houden voor de landbouw, moest hij sterk worden bemalen …

  • wordt vervolgd

Weidebeekjuffers … wat zijn ze mooi!

Enkele minuten nadat we bij de pizzeria in Kuinre waren vertrokken, zette Jetske de auto alweer stil aan het begin van een bospad …

Ze stelde me al snel gerust, er stond geen boswandeling meer op het programma die middag. Datgene waar we voor gekomen waren, bevond zich op slechts enkele meters van de auto. Door een brede duiker werd vanaf de andere kant van de weg water aangevoerd, dat vanaf dit punt door ’n snel stromende afwateringssloot werd weggevoerd …

Hier had mijn fotomaatje enige tijd geleden weidebeekjuffers ontdekt. Zelf had Jetske ze al eerder gefotografeerd in Drenthe, maar voor mij was dit nog een ontbrekende soort in mijn fotoarchief. De weidebeekjuffer komt in ons land algemeen voor in het oosten, midden en zuiden, bij voorkeur rond schone, langzaam stromende beken …

In Fryslân heeft het diertje zich tot dusver niet laten zien, maar er is hoop! De weidebeekjuffer is in de afgelopen jaren vanuit het oosten en zuiden steeds verder opgerukt naar het noorden en westen. Met een beetje geluk is het nog maar een kwestie van tijd voordat ik er dichter bij huis eentje kan fotograferen. Ze kunnen me niet snel genoeg deze kant op komen, want wat zijn het een prachtige beestjes met die blauwe metallic glans over hun lichaam en de grote vleugels …

Het viel trouwens nog niet mee om ze wat strak op de foto te krijgen. Ze dansten vooral onrustig als vlinders door de lucht. En ook als ze even gingen zitten, had ik er nog een flinke klus aan. De onregelmatige wind liet de lange veerkrachtige bladeren, waarop ze af en toe even neerstreken, soms flink op en neer dansen. Maar na een halfuurtje had ik zowel in de vlucht als zittend op een blad een mooie serie van deze al zo lang gewenste soort gemaakt. Dankjewel, fotomaatje …

  • wordt vervolgd