Een oude natuurspeeltuin

Nadat ik bij het Bezoekerscentrum van Natuurmonumenten in de Weerribben-Wieden was neergestreken bij één van de picknicktafels, viel mijn oog op een speeltuintje aan de andere kant van het paadje …

Mijn nieuwsgierigheid was gewekt, omdat ik in mijn werkzame leven ook een tijdlang ‘speelgelegenheid’ in mijn portefeuille heb gehad. Hoewel het erg klein was, was dit in de basis toch wel een speeltuintje naar mijn hart. Een lekker ruig en licht heuvelachtig stukje land met wat houten speeltuigen en een waterbaantje. Een terreintje dat natuur en avontuur op kleine schaal herbergt, een terreintje zoals ik het ook uit mijn eigen jeugd nog ken …

Toen ik me even later weer op de andere kant richtte, zwom een knobbelzwaan traag en sierlijk voorbij …

In de verte zag ik Aafje en Pepijn stilaan weer dichterbij komen. Zo te zien wist Aafje Pepijn’s aandacht nog steeds vast te houden met boeiende informatie over terrein en omgeving …

Terwijl donkere wolken zich samenpakten boven de Beulakerwijde, lieten we ons op het terras nog even verleiden om een ‘best wel droge lekkere koek met zonder slagroom te eten’, zoals Pepijn het later samenvatte …

Bezoekerscentrum de Wieden

Omdat de andere drie al bezigheden voor de middag hadden gevonden, trokken Aafje, Pepijn en ik voor een natuurwandeling naar het Bezoekerscentrum De Wieden bij St. Jansklooster …

Vorig jaar heb ik hier samen met mijn fotomaatje een uitgebreide fotoserie gemaakt van de koninginnepage. In de tuin vormden nu de bijzonder getinte irissen het hoogtepunt …

We hadden een goed moment gekozen, want het was lekker rustig bij het Bezoekerscentrum. Om de kans op vlinders wat groter te maken, had het alleen net wat warmer en zonniger mogen zijn …

Omdat mijn onderdanen weer niet erg krachtig waren, heb ik bij het bruggetje aan het begin van het een kilometer lange vlonderpad afscheid genomen van Aafje en Pepijn …

Terwijl zij aan hun rondwandeling begonnen, nam ik wat foto’s van het gemengde kleurenpalet van echte koekoeksbloemen en boterbloemen in de verte …

Toen Aafje in de verte begon te vertellen over de bloempjes en de beestjes ter plekke, heb ik me tactisch teruggetrokken tot bij een van de picknicktafels aan de andere kant van het water …

Zaterdagochtend aan ‘ t water

Thuis ben ik sinds Aafjes’ pensioen ook vaak als eerste uit bed, hier bij dit huisje aan de waterkant heb ik daar toch wel extra van genoten …

Vanaf het terras liet ik mijn blik over en langs de Dwarssloot glijden. Het was er heerlijk rustig en als het aan de overbuurman lag, was het zo te zien de bedoeling dat dat ook zo zou blijven …

De eenden voelden zich intussen zo vrij, dat ze gezellig bij me op het terras kwamen liggen. Lang zou dat overigens niet duren, want de eenden zouden weldra kennismaken met een volgende gast …

De volgende die zich op het terras meldde, was namelijk mijn grote vriend Oskar. Nadat hij de eenden naar hun plek in het water had verwezen, begon hij aan zijn eerste rondgang door de tuin die dag. Het moest natuurlijk wel even duidelijk gemaakt worden wiens territorium dit voorlopig was …

Zie je Oskar, dan is de jongste kleinzoon Pepijn vaak niet ver weg. En zo was het ook die dag. Pepijn verscheen vlak na Oskar in de tuin, en hij had er duidelijk zin in …

Kijk ze nou zitten, Pep en Os … een bijzonder soort twee-eenheid …

Leegte

Na een paar rare weken in Huize Afanja word ik vandaag geplaagd door een soort leegte en plaatsvervangende vermoeidheid …

Oktober vorig jaar kwam mijn moeder na een val in het ziekenhuis terecht. Zodra ze daar weer was opgekalefaterd, kreeg ze een kamer op de Afdeling Revalidatie in een zorg- en verpleegcentrum in Drachten. Daar werd al snel duidelijk dat het niet meer zou lukken om nog zelfstandig te wonen. Drie weken geleden kreeg ze onverwacht snel te horen, dat er een kamer voor haar beschikbaar zou komen in een ander verpleegcentrum in Drachten. En intussen is ze met vereende krachten van mijn broer, mijn zus en Aafje al verhuisd ook, en ze zit daar prinsheerlijk. Door Aafje werd ik daarbij in fysieke zin steeds uit de wind gehouden, meer dan wat administratieve hand-en-spandiensten heb ik daar eigenlijk niet aan bij hoeven dragen. Maar het houd je wel bezig …

Een week geleden kwam daar het plotselinge overlijden van Joep bij. In aanloop naar zijn afscheid heb ik weinig meer kunnen doen dan wat oude foto’s bij elkaar zoeken. Vooral het verdriet van Nils, maar ook dat van Marianne en de beide jongens was en is groot. Maar ze hebben Joep een mooi, intens en waardig afscheid bezorgd. Vandaag is het even tijd voor rust en leegte, de rest komt nog wel …

Dag Joep

Wij nemen vandaag afscheid van Joep van Mourik. Joep was in de jaren ’70 een collega van zowel Aafje als mij in bar dancing Jenifeu in Drachten. Maar hij was de laatste jaren vooral Aafjes’ voormalige echtgenoot, vader van Nils en trotse opa van Tijmen en Pepijn. Joep is vorige week zaterdag plotseling overleden op 68-jarige leeftijd …

Ik heb Joep vooral leren kennen als een leuke losbollige DJ. Tijdens één van de reisjes met het personeel van Jenifeu naar de Grolsch Brouwerij in Enschede, liet Joep bij de ingang zien dat hij nog best op één been kon staan. Na afloop van de verplichte rondleiding door de brouwerij en een daarop volgend royaal drinkgelag, was dat voor de meesten van ons een stuk ingewikkelder geworden. Sindsdien zijn we allemaal een stuk rustiger geworden. De laatste jaren dronken Joep en ik samen als trotse opa en grutske pake hooguit af en toe nog eens een glaasje ter gelegenheid van de verjaardag van één van de kinderen of kleinkinderen.

Dag Joep …

Onze eerste mannenmiddag

Het uitstapje dat ik vorige week zaterdag met de jongens naar mijn geboortegrond maakte, was in feite onze eerste mannenmiddag. Maar daar waren we intussen ook wel aan toe. Pepijn zit tenslotte ook al in groep 8. Kleine jongens worden nu eenmaal snel groot …

Het was een middag die me een flinke dosis energie heeft gekost, maar dat was het dubbel en dwars waard. We hebben het alle vier een erg gezellig tripje gevonden. Ik heb wat aardige dingen uit mijn jeugd kunnen vertellen waar zeker Tijmen en Pepijn zich niet altijd evenveel konden voorstellen. Maar door het verhaal op locatie te doen, is er toch wel wat blijven hangen, schat ik zo in. Het is me alleen niet echt gelukt om uit te leggen wat turf was en hoe het ontstond. Maar dat pakken we op zodra ze hier weer eens op bezoek zijn, want we hebben nog een paar turfjes in het hok liggen …

Over turf en meer

Op de terugweg hebben we nog twee tussenstops gemaakt. Om te beginnen trakteerde Nils op een terras bij Vierhuis op koffie met appelgebak. Daarna reden we door naar Rotsterhaule, waar we even een zijsprongetje namen naar het natuurgebied het Easterskar. Net als veel andere natuurgebieden heeft het Easterskar zijn ontstaan te danken aan de turfwinning …

Het had niet veel gescheeld of natuurgebied het Easterskar had niet bestaan. In het kader van werkloosheidsbestrijding werd begin vorige eeuw namelijk veel ‘natuur’ ontgonnen voor de landbouw. Omstreeks 1960 stond het Easterskar op de planning om op de schop te gaan. De groeiende industrialisatie hield het project echter tegen. Het naastgelegen Westerskar was wel al ontgonnen, maar het Easterskar en haar domein van bijzondere planten, vogels, vlinders, reptielen en amfibieën bleef gespaard en werd eigendom van de provinciale vereniging voor natuurbescherming ‘It Fryske Gea’

Ik besloot dit zijsprongetje te maken, omdat we onderweg langs de geboorteplek van mijn moeder kwamen. Pake verdiende zijn brood als landarbeider in en rond het Easterskar. Mem kwam als zevende kind op de wereld in het kleine huisje op de foto hieronder. Zo’n groot gezin in zo’n klein huisje, daar kunnen we ons vandaag niets meer bij voorstellen. Op de rechter foto zie je het gezin nog voordat mijn moeder werd geboren.

Wij waren intussen aangekomen in de vogelkijkhut ‘Skiere Goes’ (‘grauwe gans’ voor niet-Friestaligen) in het natuurgebied. Rondom de hut was het rustig, in de verte dreef een aantal zwanen op het water en vloog een grote zilverreiger op …

Op het moment dat wij de hut betraden waren twee vogelaars met luide stem bezig om een derde vogelaar uit te leggen welke instellingen hij met zijn camera, met daarop een joekel van een zoomlens, het best kon gebruiken. De man bleef echter hardnekkig tegenstribbelen. Nils en Tijmen zagen de humor er wel van in. Pepijn begreep er niets van, vooral omdat ik net voordien had verteld dat je in een vogelkijkhut wat stil hoort te zijn om de vogels niet te verjagen. Toen hij erbij ging liggen, leek het mij de hoogste tijd om huiswaarts te keren …