Van wild water naar winter

Het was weer een wonderlijk weerweekend. Ik zie me daarom genoodzaakt om het vervolg over de kuier bij de Leyensloane even uit te stellen. Vrijdag stond er een fotokuier met mijn fotomaatje Jetske op het programma. Omdat er voor de hele dag regen en natte sneeuw werd verwacht, stelde ik voor om weer eens naar de Orchideeënhoeve bij Luttelgeest te gaan …


Zo gezegd, zo gedaan. Nauwelijks gehinderd door natte sneeuwbuien reed ik naar Jetskes’ huis, waarna we samen onze weg vervolgden. De overgang van de vieze kou buiten naar de subtropische jungle binnen was groot, vooral de cameralenzen hadden de nodige tijd om te wennen aan de nieuwe omstandigheden. Een tijdlang zwierven we over soms moeilijk begaanbare paden en bruggetjes. We vermaakten ons prima en onze camera’s werkten op volle toeren …

Na verloop van tijd was het voor mijn onderdanen echter genoeg geweest. Terwijl ik een paar maal een plekje zocht om even te zitten, zette Jetske daar vandaan haar zwerftocht naar onbekende delen korte tijd voort. De omstandigheden noopten ons om eerder dan gehoopt huiswaarts te keren, maar het waren een paar mooie en gezellige uurtjes. In de polder waren de weersomstandigheden op de terugweg nog ongewijzigd, maar onderweg naar huis begon de A7 al aardig wit te kleuren. Voordat de sneeuw tegen de avond echt bleef liggen, was ik gelukkig al thuis …


Vanaf het eind van de middag tot halverwege de avond sneeuwde het lekker door. Als gevolg daarvan droeg de tuin al snel een fraai winterkleed. Ik vond het maar niks, na die mooie omstandigheden aan de Leyensloane zat ik helemaal niet meer te wachten op sneeuw …

Maar ja, je bent een kind van de winter of je bent het niet. En dus begon het ’s avonds toch wel dusdanig te kriebelen dat ik nog even een rondje met de camera door de tuin heb gemaakt. Ik sluit af met dit winterse beeld van de hazelaar. Morgen open ik met de besneeuwde hazelaar tegen een helder blauwe lucht …

Watersnippen en een sperwer

Het was weer een bijzonder uurtje in de vogelkijkhut in de Jan Durkspolder. Het was er druk, maar wel gezellig druk. De sfeer werd voor een belangrijk deel bepaald door een (echt)paar vogelaars, die ieder vogeltje zagen vliegen of lopen. En dat niet alleen, ze konden ze ook allemaal op naam brengen …


Zo zagen ze op een bepaald moment aan de westkant van de hut een aantal vogels zitten, waar ik alleen maar groen zag. Ik heb geruime tijd moeten zoeken en turen, pas toen ze wat meer uit het groen tevoorschijn kwamen, zag ik drie watersnippen zitten. Want dat bleken het te zijn, watersnippen en geen grutto’s. Maar eerlijk is eerlijk, die fout zou ik mogelijk ook gemaakt hebben zonder de deskundigen aan mijn zijde …

Want deskundig was dit stel zeker, en ze werkten perfect samen. Wanneer de één op grote afstand iets zag, wist de ander op basis van enkele simpele aanwijzingen de vogel vaak al heel snel te lokaliseren en te herkennen. En niet alleen dat, ze deelden hun waarnemingen ook steeds met de andere aanwezigen in de hut. Zij wezen ons ook op de goed gecamoufleerde watersnippen dicht bij de hut. Een van de watersnippen die zo mooi bij de stronken zaten, maakte na verloop van tijd een klein uitstapje om een stukje verderop te gaan foerageren …

De finale van de vogelshow werd die dag verzorgd door een sperwer, die neerstreek aan de westkant van de hut waar eerder de drie watersnippen zaten. Ik kan het me verbeelden, maar ik kreeg sterk de indruk dat hij wat beteuterd om zich heen keek, alsof hij zich afvroeg waar zijn lunch was gebleven. Sneu of niet, ik was er wel blij mee, want mijn eerste en laatste foto’s van een sperwer dateerden van maart 2012. Dat waren overigens wel bijzondere foto’s, want die sperwer zat in de hazelaar in onze tuin …

Ik sluit dit hoofdstuk af met een waarneming, die ik die middag helemaal zelf heb gedaan: een sprinkhaan – waarschijnlijk een boomsprinkhaan – die op één van de neerklapbare luikjes zat. Misschien wat minder spectaculair dan de watersnippen en de sperwer, maar daarom niet minder mooi. En bedenk hierbij ook: ‘wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd …’

Grillige stronken en …

Anderhalve week nadat ik bij de vogelkijkhut in de Jan Durkspolder een paar grillige stronken aan de waterkant had gefotografeerd was ik er weer, ditmaal weer met Jetske. Het was wisselend bewolkt weer. Zon, wind en wolken zorgen samen voor een mooi lichtspel op het water …


Veel meer was er op dat moment ook niet te zien aan de kant van de hut waar ik zat. Daar kwam verandering in, toen Jetske me even later bij zich riep. Zij zat aan de andere kant van de hut en wees naar de stronken, die daar lagen. “Ja, die heb ik vorige week al gezien,” zei ik lachend …


“Ja, maar zie je wel wat er bij die stronken zit ..?” vervolgde ze. Toen ik nog eens keek, zag ik pas wat ze bedoelde …

Pas als je klikt, zie je het echt goed. 🙂

  • morgen meer

Zaterdagochtend aan ‘ t water

Thuis ben ik sinds Aafjes’ pensioen ook vaak als eerste uit bed, hier bij dit huisje aan de waterkant heb ik daar toch wel extra van genoten …

Vanaf het terras liet ik mijn blik over en langs de Dwarssloot glijden. Het was er heerlijk rustig en als het aan de overbuurman lag, was het zo te zien de bedoeling dat dat ook zo zou blijven …

De eenden voelden zich intussen zo vrij, dat ze gezellig bij me op het terras kwamen liggen. Lang zou dat overigens niet duren, want de eenden zouden weldra kennismaken met een volgende gast …

De volgende die zich op het terras meldde, was namelijk mijn grote vriend Oskar. Nadat hij de eenden naar hun plek in het water had verwezen, begon hij aan zijn eerste rondgang door de tuin die dag. Het moest natuurlijk wel even duidelijk gemaakt worden wiens territorium dit voorlopig was …

Zie je Oskar, dan is de jongste kleinzoon Pepijn vaak niet ver weg. En zo was het ook die dag. Pepijn verscheen vlak na Oskar in de tuin, en hij had er duidelijk zin in …

Kijk ze nou zitten, Pep en Os … een bijzonder soort twee-eenheid …

Een weekendje weg

Afgelopen vrijdag stapten Aafje en ik halverwege de middag in de auto voor een weekendje met kinderen en kleinkinderen in de Kop van Overijssel. Ter hoogte van Heerenveen begon het zachtjes te regen. Bij ons huisje aangekomen kwam de regen met bakken uit de lucht …

Na een gezellige avond wierp het harde bed me zaterdagochtend al vroeg af. Gelukkig zag het er buiten op dat moment alweer een stuk beter uit, zodat ons weekend geheel conform de weersverwachting niet helemaal in het water leek te vallen …

En zo zat ik, terwijl de rest van de familie het er nog even van nam, al rond half negen ’s ochtends aan de waterkant. Dat overkomt me thuis bij de vijver ook wel eens, maar met dobberende eenden aan je voeten in de Dwarssloot geeft dat toch weer een heel andere ervaring …