Bij de Bonnebuskepetten

Nadat ik de foto’s van de reigers en de kolganzen had gemaakt, heb ik een korte fotokuier gemaakt over de Bûtendiken (Google Maps) langs de Bonnebuskepetten


Je zou kunnen denken dat het een riviertje is, dat zich door het landschap slingert. Niets is echter minder waar, wat je ziet is een stukje van de gedeeltelijk dicht gegroeide Bonnebuskepetten. Dat zijn de petgaten van Bonne Bus, die hier begin vorige eeuw in de grond wroette als turfarbeider en kleine veenbaas …

Op deze plek deed zich overigens vorige woensdagnacht een bijzonder schouwspel voor. Kort na middernacht waren er in de lucht meerdere lichtzuilen te zien. Dit komt eigenlijk nooit voor in Nederland. Dergelijke lichtzuilen komen voornamelijk voor in landen als Noorwegen, Zweden, Finland en Canada. Het is geen wonder dat het daar vaker voorkomt dan in landen zoals Nederland. Het moet namelijk erg koud zijn voordat deze ijskristallen ontstaan. Echt heel koud was het woensdagnacht echter niet, de thermometer gaf zo’n 3°C aan. Waarschijnlijk was het in een hogere luchtlaag wel erg koud, waardoor de ijskristallen konden ontstaan. Ik had het graag met eigen ogen willen zien, nu zullen het moeten doen met deze foto’s van Wâldnet

Langs het hoge riet

Vorige week woensdag was het mooi weer om weer eens een wandeling bij de Leijen te maken. Bij gebrek aan winterweer was ik er al een tijdlang niet meer geweest. Sommige plekken hebben met grijs en donker weer weinig te bieden, de vogelkijkhut ‘Blaustirns’ (Google Maps) bij de Tike is voor mij zo’n plek …


Ik was nog mooi op tijd om over het paadje langs het manshoge riet in de richting van de hut te kunnen lopen. De lokale rietsnijder die dit rietland pacht was intussen begonnen om zijn materieel aan te voeren, had ik onderweg gezien. In de loop van deze week zal het rietland hier waarschijnlijk weer een haal ander beeld bieden. Dan zal het mooie wuivende riet, dat zich onder invloed van zon en wind steeds weer anders toont, tot op enkele centimeters boven de grond zijn verdwenen …

Aangekomen in de vogelkijkhut is dit het beeld door één van de geopende kijkluikjes. In de verte is het steeds verder uit elkaar vallende boomeilandje te zien …


Door wat verder voorover te buigen en wat in- en uit te zoomen, is dit van links naar rechts het beeld over het meertje de Leijen. Op de omgevallen boom zat een eenzame aalscholver, verder was het rustig op het water. Toch kwamen er na enige tijd later diverse vogelsoorten voorbij …

– wordt vervolgd

Hardwerkende krasse knarren

Op weg terug van de vogelkijkhut naar de auto hoorde ik iets verderop met korte stoten het geronk van een motorzaag. Bijna terug bij het pad kon ik ook mannenstemmen horen …


Een aantal vrijwilligers en een betaalde kracht van de Friese natuurbeschermingsorganisatie ‘It Fryske Gea’ waren een stukje verderop bezig met het knotten van de wilgen daar. Nadat ze eerder de wilgen langs het pad al onder handen hadden genomen, waren nu de wilgen in het rietland aan de andere kant van de sloot kennelijk aan de beurt …

Dus denk bij het passeren van zo’n oude knotwilg niet dat het maar een oude dode boom is, waarvan de gaten als prullenbak bedoeld zijn. Nee, die voor ons landschap zo kenmerkende oude knotwilgen zijn in de loop der jaren vaak met zorg gevormd in een hechte samenwerking van moeder natuur en een legertje hardwerkende krasse knarren …

Waar zouden we zijn zonder alle actieve vrijwilligers?

Ik vrees dat er zeer grote problemen zouden ontstaan op het vlak van natuur, cultuur, sport, verenigingswerk, zorg & welzijn, politiek, wijk- en buurtwerk, sociale hulpverlening, onderwijs & scholing. Ik durf de stelling wel aan dat onze samenleving goeddeels in zou storten zonder vrijwilligerswerk.

Terugblik februari 2022

Tijdens mijn eerste ritje in februari waren het geen reeën, maar een paar pony’s die mijn aandacht trokken. Ze stonden innig neus aan neus naast elkaar van hun pas afgeleverde voer te vreten bij een hek in een weiland tussen Oudega en Earnewâld …


De Jan Durkspolder bood in de ‘winter’ van 2021-’22 een tijdlang huisvesting aan honderden smienten die meestal wat op het wateroppervlak dobberden. Daar hadden ze ook gelegenheid voor, want het wilde maar niet winteren, bakken water waren ons deel. De vijver trad regelmatig buiten zijn oevers. En terwijl de Coronacrisis intussen over haar dieptepunt heen was, leek het aantal complotdenkers alleen maar te groeien. Maar gelukkig begonnen ook lammetjes en diverse voorjaarsbloemen steeds meer te groeien en te bloeien in een al vroeg ontluikend voorjaar. In fotografisch opzicht werd de maand op een zonnige dag afgesloten met een bezoek aan rietsnijder Klaas-Jan in de Weerribben …

In weerkundig opzicht komt ook februari 2022 niet in de boeken terecht, of het zou al moeten zijn als zeer zachte laatste wintermaand. De gemiddelde temperatuur kwam in onze tuin uit op 5,9°C, tegen normaal ca. 2,3°C als langjarig gemiddelde in de periode 1971-2000. Meer dan vier keer een lichte nachtvorst heb ik niet kunnen noteren, de laagste temperatuur was -1,6°C. Hoge cijfers waren er wel voor de hoeveelheid neerslag, 146 mm tegen normaal ca. 44 over de periode 1971-2000 …

Laatste blik over het rietland

Terwijl vader en zoon het laatste strookje riet maaiden, begon ik aan een laatste rondje over het rietland …

Jetske bleef in tegenlicht nog even werken aan het familiealbum …

Ik maakte in het voorbijgaan nog wat detailopnamen van een paar schoven met riet …

Het waren weer een paar fijne, ontspannen uurtjes in het rietland …

Wordt op de een of andere manier ooit vast wel weer vervolgd …

Vele handen …

Vele handen maken licht werk, zal Klaas gedacht hebben, toen hij zag dat zijn vader de rietmaaier onder het afdekzeil vandaan begon te halen. Vaardig begon hij het zeil aan de andere kant van het apparaat af te trekken …

Daarna moest de machine gestart worden. Behulpzaam bood Klaas aan om dat klusje even te klaren. Maar dat viel nog niet mee. Nadat hij enkele malen tevergeefs aan het koord had getrokken, moest Klaas Jan er zelf aan te pas komen om de machine te laten ronken …

Daarna gingen vader en zoon samen aan de slag om het laatste strookje riet langs de sloot te maaien. Al naar gelang de situatie reikte Klaas zijn vader het snit aan of hielp hij dapper mee om het riet los te trekken. Vader en zoon waren duidelijk al aardig op elkaar ingespeeld. Daarbij stak Klaas zijn bewondering voor kracht en gemak, waarmee de rietsnijder de grote bossen riet versleepte, niet onder stoelen of banken …