Vissers en visdiefjes

Dinsdag heb ik weer eens een kijkje genomen bij de vogelkijkhut ‘Blaustirns’ op de westelijke oever van het meertje De Leijen

Het meertje lag er rustig bij. Bij de laatste restanten van het boomeilandje zag ik iets wat ik niet direct thuis kon brengen. Nadat ik had ingezoomd, zag ik dat er een paar vissers in een bootje zaten …

Op de palen die voor de kijkhut in het water staan, waren intussen een paar visdiefjes gaan zitten …

In de verte vlogen een paar ganzen over. Kortom, het was er heerlijk rustig …

Korte tijd later hadden de vissers het eilandje verlaten. Ze zetten koers naar de kijkhut en begonnen niet ver bij me vandaan voer in het water te gooien. Ze leken vlak voor de vogelkijkhut voor anker te willen gaan. Dat stond me niet aan, daarom heb ik de mannen vriendelijk, maar vooral dringend gevraagd om even rap ergens anders een plekje te zoeken. Mokkend vertrokken ze …

Terwijl de vissers uit beeld verdwenen, keerde de rust rond de kijkhut terug. De show werd gestolen door het met een zekere regelmaat terugkerende donkere hoemp-geluid van een roerdomp. Ook die dag lukte het me weer niet om hem te zien of het fotograferen …

Sweltsjes bij de ‘Blaustirns’

Dinsdag ben ik weer eens naar de vogelkijkhut ‘Blaustirns’ op de oever van het meertje de Leijen gewandeld. De laatste keer was half februari, toen er nog een laagje ijs en sneeuw op de Leijen lag …

Het was er nu weer een stuk aangenamer en groener dan in februari. Terwijl het in de winter gemaaide riet alweer mooi groen kleurde, lag er naast het pad een vergeten bosje riet weg te kwijnen …

Vanuit de vogelkijkhut viel niet veel te zien. Bij het boomeilandje lang een vissersbootje afgemeerd en er vloog een paar maal een zwarte stern (blaustirns in het Fries) voorbij, dat had ik al snel bekeken …

Vanaf de andere kant van de hut hoorde ik op dat moment ergens vanuit het riet verschillende keren de ‘misthoorn’ van de roerdomp klinken. En dus heb ik aan de andere kant een luikje geopend, maar hoezeer ik ook in het rond spiedde wanneer hij zich liet horen, hij liet zich niet zien …

Dat deden een paar teruggekeerde boerenzwaluwen wel. Terwijl ik de roerdomp zocht, hoorde ik achter me plotseling het geruis van vleugeltjes en het kenmerkende gepiep van de zwaluwen (sweltjes in het Fries). Het was duidelijk dat ze graag de hut in wilden, om op de gebruikelijke plek een nestje te bouwen, maar dat ze problemen hadden met die grote gedaante van ondergetekende …

Omdat de roerdomp zich niet liet spotten en omdat er verder ook niet veel te beleven viel, besloot ik me terug te trekken uit de hut, zodat de zwaluwen rust en ruimte hadden om hun werkzaamheden uit te voeren …

Onderweg naar de auto heb ik nog een poging gedaan om een rietzanger aan de andere kant van de vaart te kieken, maar ik was veel te traag. Zodra ik hem in de kieker had, schoof de rakker steeds weer een stukje op. Maakt niet uit, de aanblik van de zwaluwen en het geluid van de roerdomp hadden mijn dag voldoende kleur gegeven …