Werk in ’t Weerribbenriet 3

Deel 3 begint met de voortgaande mechanisatie in de rietcultuur. De laatste ontwikkeling is het binden van riet tot handelsbossen door een ingebouwde robotarm in een vrachtwagen …

De video eindigt met het riet dat na de oogst opnieuw begint te groeien. Wanneer het wuivende riet aan het begin van de volgende winter weer volgroeid is, begint het ‘Werk in het Weerribbenriet’ gewoon weer opnieuw …

Werk in ’t Weerribbenriet 2

In deel 2 van de driedelige videoserie ‘Werk in ’t Weerribbenriet’ zien we hoe de rietsnijder een deel van zijn land bewerkt, nadat het riet van het land is gehaald. Ook is er aandacht voor de afvoer van het riet. Dat gebeurt in de Weerribben zowel over het land als over water …

Eenmaal op de locatie waar de rietsnijder de rest van het werk verricht, zien we hoe het riet wordt gebonden tot handzame bossen met een omvang van 46 cm. Vroeger werd dat met de hand gedaan. We zien een rietsnijder aan het werk, die zijn riet nog altijd op de originele met twijgen bijeen bindt. Het binden van de bossen gaat tegenwoordig steeds meer machinaal. Ook daarvan zien we in dit deel opnamen …

– wordt vervolgd

Werk in ’t Weerribbenriet 1

Weerribbenriet wordt geteeld in Nationaal Park ‘De Weerribben’ in Noordwest-Overijssel. Kenners zijn ervan overtuigd, dat hier het riet van de beste kwaliteit groeit. Bepalend voor de kwaliteit is o.a. de langzame groei van het riet in dit gebied …

In deel 1 van deze driedelige videoserie is de ontwikkeling van het snijden van het riet in de loop der jaren te zien. Van het oude handwerk van het snijden met de hand tot het machinaal snijden van het riet met een rupsmaaier, die het riet ook meteen tot bosjes bindt …

– wordt vervolgd

Vaartocht de Wieden op video

Vandaag het slot van een 9-delige serie over de vaartocht, die ik eind juni met mijn fotomaatje mocht maken in natuurgebied de Wieden. Wat er te vertellen viel, heb ik de afgelopen dagen al verteld. Vandaag laat ik het bij de bewegende beelden die ik tijdens de tocht heb gemaakt …

Poolse zwanen in de Wieden

Met behulp van de vaarboom duwde Jetske de boot voorzichtig in de richting van de rietkraag. Terwijl ze de boot daar even later weer verankerde door hem vast te binden aan de in de bodem geduwde vaarboom, keek ik eens om me mee heen. Jetske had een fijn plekje in de luwte gevonden. Geen zuchtje wind en toch was het waterspiegel voortdurend in beweging. Aan alle kanten wriemelde het van de grote schaatsenrijders op het wateroppervlak …

Daar was het echter niet om te doen. Jetske had dit plekje uitgezocht om me nog wat te leren over het water in de Beulakerwijde. Onder het wateroppervlak was een waar woud van waterplanten te zien. Het water in de Weerribben en de Wieden is in de loop der jaren zo helder geworden, dat het zonlicht doordringt tot op de bodem en dat stimuleert de groei van waterplanten. Deze waterplanten vormen een steeds groter wordend probleem voor kleine boten. De waterplanten draaien zich vast om de schroef van de motor. Vooral voor bootverhuurders is dit een toenemend probleem. Omdat ze bekend is met dit probleem, maakt Jetske op bepaalde plekjes dus gebruik van de vaarboom in plaats van de buitenboordmotor. Dit probleem speelt in Fryslân overigens ook, Wetterskip Fryslân experimenteert daarom met een maaiboot …

Terwijl we onze laatste sinaasappelsap bijna op hadden, zagen we iets verderop een paar knobbelzwanen met een opvallend spierwit jong op het water dobberen. Normaal gesproken zijn jonge knobbelzwanen grijs of grijsbruin. Omdat deze echt spierwit was, is fotomaatje Jetske maar eens op zoek gegaan op internet. Daarbij ontdekte ze, dat er in Polen lang geleden knobbelzwanen gefokt werden met een kleurverdunning, want het witte dons van de jonge Poolse knobbelzwanen was zeer populair. Totdat de markt voor dons volledig instortte …

In Polen lieten ze daarom hun commercieel waardeloze ‘mutantjes’ los in de vrije natuur, zodat deze vogels de kans kregen om te kruisen met de oude vertrouwde Europese knobbelzwaan. Beide kleurvormen zijn inmiddels verwilderd en met elkaar vermengd, maar de verschillen kun je nog steeds goed zien. Met name bij de jongen is dat duidelijk. En komt het dat er nu dus een paar Poolse zwanen met een spierwit jong in de Wieden rondzwemmen …

Intussen werd het weer er niet vriendelijker op. In de verte begonnen dikke, donkere wolken zich samen te pakken. Tijd om het open water te verlaten en koers te zetten naar het punt van vertrek bij Giethoorn …

Morgen sluit ik de serie over deze vaartocht door de Wieden af met een tien minuten durend filmpje.

Rond de Beulaker Toren

Terwijl wij in de richting van Giethoorn voeren, kwamen we onderweg de Ecowaterbus ‘Giethoorn’ tegen. Dankzij de fluisterstille ecowaterbussen, die dagelijks enkele afvaarten vanuit Giethoorn en Blokzijl naar het bezoekerscentrum de Wieden bij Sint Jansklooster onderhouden, is het mogelijk om varen, wandelen en fietsen door de Wieden te combineren …

Niet veel later voeren we langs een uit het water oprijzend kunstwerk: de Beulaker Toren. Een paar meter onder de oppervlakte van de Beulakerwijde ligt het verdronken dorp Beulake. Eind 18e eeuw werd rond het dorp door bewoners zoveel turf gestoken, dat de Zuiderzee het kwetsbare dorp in de nacht van 22 november 1776 tijdens een hevige storm volledig overspoelde. Volgens de overlevering was alleen de kerktoren nog jarenlang boven het water zichtbaar. Op de plaats van de toenmalige kerk staat nu een nieuwe torenspits. Er wordt gefluisterd, dat je de torenklok heel soms nog kunt horen luiden. De Beulaker Toren is een kunstwerk van Alphons ter Avest

Na het indrukwekkende verhaal van de ondergang van Beulake, richtte ik de camera op de weinige andere boten die op dat moment op het water waren. Vooral de oude houten zeilboot op de derde foto en de zeilpunter op de vierde foto vind ik zelf erg mooie boten. Zelf zou ik er overigens weinig aan hebben, want zeilen kan ik niet …

Na enige tijd zette Jetske de buienboordmotor uit, waarna ze de vaarboom weer tevoorschijn haalde. Het plan was om nog even een plekje in de luwte te zoeken waar we nog even wat konden drinken. Dit maal gebruikte ze de vaarboom niet alleen om de boot eraan vast te binden …

Voedertijd bij de zwarte sterns

Nadat we tweemaal een stuw met zelfbediening waren gepasseerd, kwamen we vanaf de Vaartsloot uiteindelijk uit op de Kleine Beulakerwijde (Google Maps). “Heb je zin om even bij de zwarte sterns te kijken?” vroeg Jetske. Of ik zin had om even bij de zwarte sterns te kijken …? De vraag stellen was hem beantwoorden …

Jetske zette over open water koers in de richting van Sint Jansklooster. Daar gingen we met behulp van de vaarboom en een lijntje voor anker. Ik herkende het plekje aan het kijkplatform bij het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten, dat net boven het riet in de verte te zien was (Google Maps). Vanaf dat platform heeft Jetske me in april 2009 kennis laten maken met de zwarte stern. Door de groei van de vegetatie zou er nu vanaf het kijkplatform weinig meer te zien zijn van de zwarte sterns, maar Jetske had me naar een prachtig plekje gebracht van waar we een perfect zicht hadden op de nestvlotjes met jongen …

De zwarte stern staat op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten. Van nature broeden zwarte sterns op drijvende planten zoals krabbenscheer. Vanwege de afname van natuurlijke nestmateriaal worden er hier elk voorjaar nestvlotjes voor de zwarte sterns in het water gelegd. Die broedvlotjes worden bekleed met krabbenscheerplanten en worden beschermd door een net, dat voor de kleine inham in het water is gespannen. Het net en de palen worden regelmatig gebruikt als rustplaats. De kolonie bij Sint Jansklooster is één van de grootste populaties van zwarte sterns in ons land …

Het was een feest om te zien hoe de al grote jongen werden gevoerd door de ouders. Maar aan alle feestjes komt een eind. Het werd tijd om de terugreis langzamerhand te aanvaarden. Langs de rietkraag van een van eilandjes in het meer varend, passeerden we in rustig tempo een zwanenfamilie met zeven meer of minder grijze jongen …