Een graspieper in de Mieden

Mijn kleine klaagzang over het koude weer en de gemene noordoostelijke wind, lijkt gehoord te zijn. Eindelijk was het gisterochtend eens een aantal uren lekker zonnig, maar nog belangrijker: het was vrijwel windstil. Daarom ben ik al mooi op tijd in de auto gestapt om een ritje naar de Surhuizumermieden te maken …

Dankzij het ontbreken van die koude wind kon ik er zelfs weer een stukje tussen de groengele weilanden wandelen. Dat maakte het ook mogelijk om deze graspieper stilletjes te benaderen, terwijl hij prinsheerlijk op de paal met het bord van Staatsbosbeheer om zich heen stond te kijken …

Het plasdrasland lag er een stuk leger bij dan bij eerdere bezoekjes. De grutto’s hebben allemaal hun eigen plekje gezocht de Surhuizumermieden. Een enkel grutto liep er rond om te foerageren en in een sloot zwom een meerkoet, verder werd het beeld hier bepaald door een aantal zwanen …

Zwanen en schaatsers

Zodra ik na 18 km Smalle Ee was gepasseerd, zag ik een paar oude bekenden op het ijs …

Twee dagen eerder zagen Jetske en ik hier een paar zwanen in de richting van het ondergelopen bosje zeilen. Nu, maar twee nachten met lichte tot matige vorst later, was dit stuk van de retentiepolder helemaal dichtgevroren. De zwanen leken er niet echt mee te zitten …

Nadat ik bijna aan het eind van de Bûtendiken een parkeerplekje voor de auto had gevonden, liep ik het laatste stukje naar de Noarderkrite. Dit is een stuk buitendijks land van It Fryske Gea, waar net als op het ondergelopen land bij de Hooidammen, al sinds mensenheugenis na enkele nachten geschaatst kan worden. Bij gebrek aan een koek & zopie tent leek een gezin de eigen privé koek & zopie te hebben meegenomen …

Het viel me op dat er steeds meer schaatsers zijn, die een helm dragen op het ijs. Dat lijken vooral de wat oudere schaatsers, die op de fiets ook al vaak een helm dragen, en de meer ervaren schaatsers te zijn, die ook op Thialf hun rondjes maken. Ik kom hier aan het eind van deze serie nog op terug …

Tegen de tijd dat ik koude vingers dreigde te krijgen, ben ik al fotograferend teruggelopen naar de auto. Onderweg kijken we morgen nog even naar het ijs op de ondergelopen retentiepolders grenzend aan deze schaatsbaan …

Poolse zwanen in de Wieden

Met behulp van de vaarboom duwde Jetske de boot voorzichtig in de richting van de rietkraag. Terwijl ze de boot daar even later weer verankerde door hem vast te binden aan de in de bodem geduwde vaarboom, keek ik eens om me mee heen. Jetske had een fijn plekje in de luwte gevonden. Geen zuchtje wind en toch was het waterspiegel voortdurend in beweging. Aan alle kanten wriemelde het van de grote schaatsenrijders op het wateroppervlak …

Daar was het echter niet om te doen. Jetske had dit plekje uitgezocht om me nog wat te leren over het water in de Beulakerwijde. Onder het wateroppervlak was een waar woud van waterplanten te zien. Het water in de Weerribben en de Wieden is in de loop der jaren zo helder geworden, dat het zonlicht doordringt tot op de bodem en dat stimuleert de groei van waterplanten. Deze waterplanten vormen een steeds groter wordend probleem voor kleine boten. De waterplanten draaien zich vast om de schroef van de motor. Vooral voor bootverhuurders is dit een toenemend probleem. Omdat ze bekend is met dit probleem, maakt Jetske op bepaalde plekjes dus gebruik van de vaarboom in plaats van de buitenboordmotor. Dit probleem speelt in Fryslân overigens ook, Wetterskip Fryslân experimenteert daarom met een maaiboot …

Terwijl we onze laatste sinaasappelsap bijna op hadden, zagen we iets verderop een paar knobbelzwanen met een opvallend spierwit jong op het water dobberen. Normaal gesproken zijn jonge knobbelzwanen grijs of grijsbruin. Omdat deze echt spierwit was, is fotomaatje Jetske maar eens op zoek gegaan op internet. Daarbij ontdekte ze, dat er in Polen lang geleden knobbelzwanen gefokt werden met een kleurverdunning, want het witte dons van de jonge Poolse knobbelzwanen was zeer populair. Totdat de markt voor dons volledig instortte …

In Polen lieten ze daarom hun commercieel waardeloze ‘mutantjes’ los in de vrije natuur, zodat deze vogels de kans kregen om te kruisen met de oude vertrouwde Europese knobbelzwaan. Beide kleurvormen zijn inmiddels verwilderd en met elkaar vermengd, maar de verschillen kun je nog steeds goed zien. Met name bij de jongen is dat duidelijk. En komt het dat er nu dus een paar Poolse zwanen met een spierwit jong in de Wieden rondzwemmen …

Intussen werd het weer er niet vriendelijker op. In de verte begonnen dikke, donkere wolken zich samen te pakken. Tijd om het open water te verlaten en koers te zetten naar het punt van vertrek bij Giethoorn …

Morgen sluit ik de serie over deze vaartocht door de Wieden af met een tien minuten durend filmpje.

Voedertijd bij de zwarte sterns

Nadat we tweemaal een stuw met zelfbediening waren gepasseerd, kwamen we vanaf de Vaartsloot uiteindelijk uit op de Kleine Beulakerwijde (Google Maps). “Heb je zin om even bij de zwarte sterns te kijken?” vroeg Jetske. Of ik zin had om even bij de zwarte sterns te kijken …? De vraag stellen was hem beantwoorden …

Jetske zette over open water koers in de richting van Sint Jansklooster. Daar gingen we met behulp van de vaarboom en een lijntje voor anker. Ik herkende het plekje aan het kijkplatform bij het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten, dat net boven het riet in de verte te zien was (Google Maps). Vanaf dat platform heeft Jetske me in april 2009 kennis laten maken met de zwarte stern. Door de groei van de vegetatie zou er nu vanaf het kijkplatform weinig meer te zien zijn van de zwarte sterns, maar Jetske had me naar een prachtig plekje gebracht van waar we een perfect zicht hadden op de nestvlotjes met jongen …

De zwarte stern staat op de Rode Lijst van bedreigde diersoorten. Van nature broeden zwarte sterns op drijvende planten zoals krabbenscheer. Vanwege de afname van natuurlijke nestmateriaal worden er hier elk voorjaar nestvlotjes voor de zwarte sterns in het water gelegd. Die broedvlotjes worden bekleed met krabbenscheerplanten en worden beschermd door een net, dat voor de kleine inham in het water is gespannen. Het net en de palen worden regelmatig gebruikt als rustplaats. De kolonie bij Sint Jansklooster is één van de grootste populaties van zwarte sterns in ons land …

Het was een feest om te zien hoe de al grote jongen werden gevoerd door de ouders. Maar aan alle feestjes komt een eind. Het werd tijd om de terugreis langzamerhand te aanvaarden. Langs de rietkraag van een van eilandjes in het meer varend, passeerden we in rustig tempo een zwanenfamilie met zeven meer of minder grijze jongen …

Daar bij die baggeraar

Bijna aan de zuidkant van het dorp naderen we een lange voetgangersbrug over de Dwarsgracht. Vlak vóór die brug nemen wij een afslag naar rechts om in westelijke richting over de Cornelisgracht richting Jonen te varen …

Terwijl aan bakboord voor de tweede keer die dag een kano passeert, zien we op de rechteroever een bronzen beeld staan. ‘De Baggeraar’ (Google Maps) is gemaakt door beeldend kunstenaar Janno Petter, die tot zijn dood aan de Dwarsgracht woonde …

Het beeld stelt een veenarbeider met een baggerbeugel voor, een soort net aan een lange stok. Daarmee kon het veen, tot een diepte van twee meter onder water, van de bodem worden getrokken. Het natte veen werd op stroken land (de z,g, legakkers of ribben) gelegd om in te dikken. Tussendoor werd het natte veen een aantal keer aangestampt en na een week werd het tot turven gesneden. Die turven moesten weken drogen, totdat ze in luchtige ronde hopen konden worden gestapeld om verder te drogen …

Het moet loodzwaar werk geweest zijn, je ziet aan de baggeraar hoeveel kracht er nodig is om die natte veenbagger boven water te krijgen. En dan te bedenken dat mijn eerst bekende voorouder uit deze regionen afkomstig was. De familie is hier vandaan met de vervening meegetrokken en vervolgens in Fryslân terecht gekomen, vermoed ik. Een veenbaas zal die eerst bekende voorouder vast niet geweest zijn …

Nadat we Dwarsgracht achter ons hadden gelaten, zagen we op de linkeroever een zwanenpaar met een jong in het lange gras staan. Het zouden niet de laatste zwanen van de dag zijn. Voor ons was het tijd om een stukje verderop even voor anker te gaan en koffie te drinken …

Moeders trots

Tijdens een van mijn tochtjes door de omgeving zag ik onlangs een trotse zwanenmoeder met haar kroost in linie door een vaart zwemmen. Op zo’n moment is het met de iLark dan toch net een stukje makkelijker om op tijd te stoppen voor een kleine fotosessie dan met de auto …

Koeien op ’t Klif

Je kunt je druk maken om die windturbines op het IJsselmeer, maar daar wordt de situatie niet anders van. Ik heb ze intussen geaccepteerd als een gegeven en richt mijn blik liever op andere zaken. Zoals op die passerende driemaster bijvoorbeeld …

Of op de zeilboten die in de verte heen en weer voeren voor de kust van de Noordoostpolder …

Veel vogels zijn er meestal niet te zien bij het Oudemirdumerklif. Op die dag was er een graspieper, die onze aandacht net zo lang bleef trekken, tot we een paar foto’s van hem konden maken. Een stukje in noordwestelijke richting was op een ondiepte een grote groep aalscholvers en zwanen te zien. Een paar andere zwanen zwommen al grondelend van noord naar zuid voor ons langs. Iets naar het zuiden zagen we een groepje koeien, die stond te baden in wat mogelijk ooit Minne zijn haventje was …

Terwijl we later terugliepen naar de auto, zagen we dat de koeien het zes meter hoge Oudemirdumerklif hadden beklommen om boven verder te grazen …