Onder een vrijwel wolkenloze hemel heb ik donderdagochtend weer eens een kijkje genomen bij de vogelkijkhut ‘de Blaustirns’(Google Maps) aan de westkant van de Leijen. Het waaide niet hard, maar de wind die er stond, kwam nog steeds uit noord tot noordoostelijke richting en blies kil de hut in. Half voor het tweede kijkluikje zittend, kon ik net genoeg luwte vinden, om een tijdje tamelijk gerieflijk in de hut te kunnen zitten …
Bij wijze van uitzondering was het nu eens gezellig druk rond de hut, die zijn naam ‘Blaustirns’ meer dan ooit waarmaakte. Het wemelde voor de hut namelijk van de zwarte sterns. En de zwarte stern is in het Fries een blaustirns.
De zwarte stern was ooit een talrijke broedvogel in de laagveengebieden, langs de grote rivieren en op vennetjes van de zandgronden. In de jaren ’50 waren er naar schatting ten minste 10.000-15.000 broedparen. De trend was daarna steeds dalend. Op dit moment staat de zwarte stern met 1300-1400 broedparen als bedreigd op de Nederlandse Rode Lijst …
Nadat de kayakers uit beeld waren verdwenen, richtte ik mijn camera eens op de steltlopers die langs de rand van het water op zoek waren naar voedsel …
Ze waren te ver weg om ze te kunnen onderscheiden, maar ik heb op zo’n moment genoeg aan de gevleugelde drukte in de verte. Voor de echte vogelaar ligt dat natuurlijk wat gevoeliger. Jetske liep daarom naar het begin van de pier om wat betere foto’s te kunnen maken. Ik zag intussen mijn eerste vlucht rotganzen passeren …
Intussen had ik in de verte de M.S. Fostaborg voorbij zien stuiven. Met deze boot onderhoudt rederij Wagenborg een sneldienst met Ameland. Die sneldienst lijkt steeds belangrijker te worden, vanwege problemen met de grote veerboten. Enkele dagen nadat wij er waren, raakte de autobrug op de pier van Holwert defect, waardoor auto’s de veerboten niet meer op of af konden. Tot op de dag van vandaag is het niet gelukt om de problemen op te lossen. Voorlopig wordt de autobrug daarom bediend met behulp van een telescoopkraan …
Daarna richtte ik mijn camera op de veerboot M.S. Sier. Voortdurend heen en weer slingerend door de nauwe vaargeul (Google Maps), kwam hij ineens snel dichterbij kwam. Afgelopen week schreef ik in een reactie al iets over de problemen die er zijn met de veerdienst van en naar Ameland, en in mindere mate ook met die naar Schiermonnikoog. Al jarenlang moet er vrijwel dag en nacht gebaggerd worden om de vaargeul naar Ameland voldoende diep en breed te houden. Of het enkel ligt aan de dynamiek van de Waddenzee of dat ook het gebrek aan urgentie op de Haagse burelen een rol speelt, weet ik niet, maar de problemen spelen al jaren en worden alleen maar groter …
Bij het passeren van twee veerboten in de nauwe vaargeul is één van de schepen onlangs vrij heftig aan de grond geraakt met schade als gevolg. Daarom heeft rederij Wagenborg het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat toestemming om de dienstregeling aan te passen. Uit veiligheidsoverwegingen wordt voorgesteld om nog maar één gewone veerboot te laten varen, zodat de boten elkaar niet meer hoeven te passeren in de nauwe vaargeul …
De inwoners van Ameland maken zich ernstig zorgen. Dit besluit raakt de navelstreng van het eiland. Het is ingrijpend voor de economie en samenleving op Ameland, de bereikbaarheid komt onder grote druk. Intussen wordt onder de noemer Natuurlijk Bereikbaar gewerkt aan een nieuwe vervoersconcept voor de toekomst. Maar daar hebben toeristen en de inwoners van de Waddeneilanden nu niets aan …
Om de stroom verkeer vanaf de boot voor te zijn, zijn wij meteen na het aanmeren in de auto gestapt om naar onze laatste halte van die dag te rijden: Wierum. Daar ga ik nu geen verslag meer van doen. Duidelijker dan Jetske over de bedreigingen voor de kwelder van Wierum schreef, en mooier dan de foto’s die zij ervan maakte, wordt het niet: De kwelder bij Wierum.
Nadat ik operatie ‘grutto op paal’ succesvol had afgerond, heb ik nog een tijdje zitten genieten van het omringende landschap. Een landschap met kruidenrijke weilanden waar gehoornde koeien het land nog mogen delen met hun kalf en een koppel grauwe ganzen. En dat alles met op de achtergrond het geluid van verschillende weidevogels …
Omdat ik nu toch in de buurt was, heb ik op weg naar huis een kleine omweg gemaakt, zodat ik weer even een kijkje kon nemen bij de ijsvogels. Ik was er alleen, dus ik had alle ruimte en ik werd niet teleurgesteld. Al snel streek mevrouw ijsvogel met een klein visje in de snavel neer op één van de takken bij het nest …
Meneer ijsvogel verliet het nest, zodat de vrouw des huizes met het verse hapje voor de jongen naar binnen kon. Een minuut of acht later landde het mannetje weer op de tak bij het nest. Mevrouw ijsvogel had kennelijk een beter visstekje dan het mannetje, want hij kwam zonder vis terug. Of dat verder tot echtelijke spanningen heeft geleid heb ik niet afgewacht. Wel duurde het lang, voordat het vrouwtje naar buiten kwam om dan zelf maar weer te gaan vissen …
Voor de jaarlijkse foto van een grutto op een paal ben ik twee weken geleden weer eens naar de Surhuizumermieden gereden. Het was hier met 21,2°C de eerste warme dag van het jaar, het was alleen jammer dat de lucht wat melkachtig wit bleef die dag …
Tijdens een rondje door het gebied, zag ik op een bepaald moment een grutto op een paal met een van de welbekende bordjes ‘Vogelbroed- en rustgebied’ staan. Rustig liet ik de auto in de berm uitrollen, maar voor de grutto was dat kennelijk nog niet rustig genoeg. Luid roepend vloog hij op …
Dat voorbeeld werd vrijwel meteen gevolgd door een paar andere grutto’s, die uit het lange gras opvlogen. Ik werd duidelijk als een onruststoker gezien, daarom besloot ik maar gebruik te maken van de gelegenheid door een betere positie in te nemen. Even later keerde de rust terug en streek de grutto weer op zijn paal neer …
Zoals ik gisteren al schreef, biedt de palenrij ook regelmatig mooie doorkijkjes. Zo zag ik die dag tussen de palen door in de verte een groepje wadwandelaars voortploeteren …
Vanuit Paesens-Moddergat worden al sinds 2008 het jaar rond diverse wadlooptochten georganiseerd. Het moet een fascinerende ervaring zijn, maar helaas is het voor mij niet meer weggelegd …
Van de wadlopers verlegde ik de aandacht naar een dode vogel, die vlak bij de palenrij lag. Het lijkt een scholekster die met een groet afscheid heeft genomen. Mooi laten liggen …
Verderop scharrelden wat levende vogels hun maaltje bijeen. Je zou verwachten, dat het steltlopers zijn, maar inzoomend ontdekte ik dat het ganzen waren. En zo is er altijd wat op ’t Wad …
We hadden er ongetwijfeld nog veel meer foto’s kunnen maken, maar het werd tijd om dit bliksembezoek aan het Wad af te ronden. Enkele mensen schreven in een reactie, dat ze het jammer vonden dat het zulk grijs weer was, maar ik was er blij mee. Het Wad is in fotografisch opzicht altijd mooi. Daarom sluit ik deze serie af met een beeldvullende plaat van het Wad, die talloze tinten grijs bevat …
Dirk van het weblog ‘Fotografie als een rode draad door mijn leven‘ had me voorafgaand aan hun vakantie ook gevraagd of ik hem en zijn vrouw Hilda iets kon laten zien van de overvloed aan vogels waar Fryslân bekend om staat. Dat zou wel eens lastig kunnen worden, want begin mei is niet de beste tijd om grote groepen vogels bijeen te zien …
Het Lauwersmeergebied leek me nog de beste kans te bieden, en dat werd bevestigd door mijn fotomaatje, die zoals bekend net wat meer vogelaar is dan ik. Toen we op de afgesproken dag bij het Uitkijkpunt Ezumakeeg Noord(Google Maps) arriveerden, waren er zoals min of meer verwacht maar weinig vogels te zien. De zoomlens kwam eraan te pas om in de verte wat vogels te kunnen zien …
Alleen een kuifeend, die verwoede pogingen leek te doen om zijn verwaaide kuif in de plooi te houden, kwam even wat dichterbij …
De fotograferende Vlaamse medeblogger leek zich ondanks het gebrek aan vogels prima te vermaken. Ik had gehoopt dat hij wel getroffen zou worden door de bijna oneindige ruimtelijkheid in dit gebied. Hier kun je het landschap in feite heel snel terugbrengen tot één enkele lijn, de horizon …
De vrouwen vermaakten zich overigens ook wel. Ook zij genoten van het landschap en ze hielden het wel pratend, toen ze even later op een van de riante banken met uitzicht neerstreken …
Nadat we een tip hadden gekregen dat het Stroïnkgemaal open was voor publiek, hebben Jetske en ik in het kader van de Nationale Molendag zaterdag een bezoek gebracht aan het Stroïnk gemaal bij Blokzijl en spinnenkopmolen de Wicher bij Kalenberg. Verslag en foto’s daarvan zullen op enig moment hier wel verschijnen. Vandaag beperk ik het tot de primeur, waarmee de dag werd afgesloten. Omdat ze eerder in de week al wat verkennend werk had gedaan, wist Jetske me te verblijden met deblauwborst. We zaten al een tijdje tactisch opgesteld te wachten, toen hij zich plotseling liet zien …
“Daar is hij, Jan …,” hoorde ik Jetske fluisteren …
“Ja, ik heb hem al gezien, maar wat heeft hij een vervelend donker plekje opgezocht …,” reageerde ik zachtjes …
Amper een halve minuut later vloog hij op om een paar meter verderop neer te strijken op een af en toe flink heen en weer waaiende rietstengel. Ruim vijf minuten liet hij zich bewonderen, daarna verdween hij uit ons zicht …
Korte tijd later liet ook het vrouwtje zich nog even zien. Van haar heb ik maar één acceptabele foto kunnen maken, zodat ik nog eens in de herkansing zal moeten. Maar dat is over het algemeen geen straf …