Nog even spiegelen

Nadat we de Sterrenschans hadden bekeken, was het de hoogste tijd om een eind aan onze fotokuier te maken. Het waren steeds betrekkelijk korte stukjes geweest, maar vele kleintjes maken ook hier één grote. En dat was nu vooral goed te voelen in mijn bovenbenen. Ik was dan ook blij om al snel even te kunnen zitten op het bankje waar we op de heenweg aan voorbij waren gelopen …


Terwijl Jetske haar camera nog regelmatig liet klikken langs de bosrand, droomde ik even weg bij de weerspiegelingen op het grote ven. Terwijl ik bezig was met de boomstammen, dook er plotseling een vogel op uit het water. Zo te zien was het een dodaars, die even snel weer verdween als hij eerder verscheen. Een boomstronk in het water zette me nog even op het verkeerde been. En toch kreeg ik de dodaars nog even weer te zien …

Gelukkig had ik mijn fotomaatje de laatste etappe aan mijn zijde. Stevig gearmd was het nog een flinke klus om weer bij de auto te komen. Nadat ik mezelf in de auto had gehesen en Jetske haar uitrusting had opgeborgen, toerden we richting Drachten. Onderweg waren we het erover eens dat het ondanks het saaie grijze toch weer een mooie dag was geworden …

Bij een vennetje

Er ontgaat Jetske maar weinig wanneer we samen op pad zijn. We waren dan ook nog niet eens uitgekeken op de oude beuken, toen ze me vroeg of het klopte dat er een stuk verderop een vlonderbrug over een glinsterend vennetje te zien was (Google Maps) ...


Ik had al ingecalculeerd dat we daar ook nog even naar toe moesten nu we hier toch waren, want dit is echt een prachtig vennetje. Maar ik voelde ook dat het langzamerhand een uitdaging begon te worden om straks terug te kunnen lopen. Ik maakte de inschatting dat het net zou kunnen …


Ik heb hier in het verleden al diverse keren gezeten om wat te spelen met de weerspiegelingen die er vanaf het bruggetje rondom te zien zijn. Wind is hier maar zelden een spelbreker. En met wat medewerking van zon en wolken is het er nog mooier …

Op de onderstaande foto is te zien dat de weerspiegelingen aan de zuidkant van het bruggetje werden gebroken door waterplanten. Maar aan de noordkant waren ze vrijwel perfect …


Nadat ik wat foto’s had gemaakt vanaf het bruggetje en vanaf de andere kant van het ven, ben ik lekker op het bankje gaan zitten, dat op de oostelijke oever van het vennetje staat. Dat gaf me de kans om ook zittend op het bankje nog even wat te spelen met de weerspiegelingen …

Jetske vermaakte zich intussen wel, zij was aan een verkenningsrondje langs de randen van het ven begonnen …

Een drijvend bruggetje

Aan het eind van het pad langs het eerste petgat gekomen, kon ik maar één kant op: linksaf over het korte bruggetje naar het tweede petgat …


Daar kon ik kiezen uit twee mogelijkheden. Ik kon meteen linksaf slaan en dan langs het tweede petgat terug naar de parkeerplaats lopen. Dat was de kortste en makkelijkste route. De tweede keuze was om het tweede petgat over te steken over het nieuwe bruggetje …

Ik koos voor de derde optie: eerst maar even lekker zitten op het bankje, dat ’s zomers lekker in de schaduw staat en nu in half zon, half schaduw. Daar vandaan kon ik mooi een blik werpen op het nieuwe bruggetje. Het mag volgens Staatsbosbeheer overigens niet meer de naam bruggetje hebben, het wordt nu een drijvend vlonderpad genoemd …

Hoe dan ook, er was weer een mogelijkheid om het petgat over te steken en daar moest ik dan maar gebruik van maken. Zacht wiebelend liep ik, kleine golfjes veroorzakend, naar de overkant. Halverwege heb ik nog even halt gehouden om een paar foto’s te maken …

Wiebelend en wel kwam ik aan de overkant, dat kon ook weer afgevinkt worden. Dan nu via het bekende pad terug naar af. Dat was ook nog wel even een uitdaging …


– wordt vervolgd

Op ’t kerkhof van Eagum

Tot slot kijken we nog even rond op het kerkhof bij de toren, dat niet groter zal zijn dan pakweg 25 x 25 meter. Waar ooit het kerkje stond, liggen nu enige graven. Hoe oud en klein het kerkhof ook is, er worden nog steeds mensen begraven …


Eigenlijk is het een gewone begraafplaats. Er worden grafrechten betaald en na verloop van tijd worden de graven geruimd om plaats te maken voor nieuwe graven. Ook zeer oude graven worden helaas geruimd. Dit prachtige grafmonument is daarbij tot nu toe de dans ontsprongen …

En dat geldt ook voor deze twee graven, die nauwelijks meer leesbaar zijn. Kijkend naar de naam Sophia Helena Maria Lobrij van Troostenburg de Bruijn lijkt het hier te gaan om oude adel. Naast haar ligt Jac. P. van den Berg. Mogelijk zijn de grafrechten voor eeuwig afgekocht, in dat geval mogen de grafstenen net zo lang blijven staan tot ze uiteindelijk helemaal verweerd zijn en van ellende uit elkaar vallen. Daarna zullen ook deze twee graven worden geruimd. Het is jammer, maar zo gaan die dingen uiteindelijk …


Zoals het een goed kerkhof betaamt, staat er een mooi bankje – in dit geval van de uitvaartvereniging ‘De Laatste Eer’ – tegen de heg aan de oostkant van de begraafplaats …

Met de foto van een fragment van een bijzonder grafmonument kom ik aan het eind van deze rondgang over het kleine kerkhof bij de toren van Eagum …

Van bankje naar bankje

Na nog een laatste blik over het water maakte ik me op om aan de terugweg te beginnen. Het zal wel enige tijd duren voordat ik hier weer kom. Tenzij het echt winter wordt natuurlijk, want dan kruipt mijn bloed nog wel eens waar het niet kan gaan …


Het was geen straf om terug te lopen, zo zag ik het gebied ook weer even vanaf de andere kant. Daarbij viel het me op dat de grond naast het pad aardig aan het verbossen is. De kale dode boom die er jarenlang alleen had gestaan, was nu gezellig omringd door jonge berkjes …

Rustig doorstappend kwam ik op het punt waar tot 6 jaar geleden de Nije Heawei liep. Op 21 november 2016 kwam daar voorgoed een eind aan. Op dit punt kon ik nu kiezen: direct linksaf naar de auto of nog even rechtdoor lopen naar het ‘Afanja-bankje’, dat ter compensatie van de verwijderde weg een stukje verderop was geplaatst. Dat het bankje – met dank aan een dwarse boswachter niet hier geplaatst is, maar 50 m verderop, zoals was afgesproken – begon zich nu toch wel te wreken …


Ik besloot toch nog maar even door te zetten, het was te mooi weer om al huiswaarts te gaan. Korte tijd later bereikte ik het bankje. Daar werd ik welkom geheten door twee libellen, die op de rugleuning op me zaten te wachten. De ene zat mooi in het midden op de onderste plank, de tweede zat helemaal rechts op de bovenste plank van de rugleuning …


Natuurlijk vlogen ze allebei op toen ik op het bankje plaats nam. Maar gelukkig waren ze beurtelings bereid om even later nog eens netjes te poseren voor mijn camera …

En daarmee was het nog niet helemaal voorbij. Geduldig bleef ik lekker in de zon zitten wachten of er verder nog wat zou verschijnen dat de moeite waard was …

Heidelibel met ’n verrassing

Na mijn rondgang door de parktuin van Huize Olterterp heb ik via landelijke wegen een ritje gemaakt naar de Alde Ie. Dat is voor auto’s een doodlopend weggetje waar aan het eind een oud en verweerd bankje staat (Google Maps). Terwijl ik ging zitten om me in de zon te nestelen, zag ik een libel wegvliegen …


Zoals veel libellen gewoon zijn om steeds op het zelfde plekje terug te keren, was dat met deze heidelibel gelukkig ook het geval. En elke keer gaf hij mij de kans om een paar foto’s te maken …

Zo ging dat een tijdje door. We hadden het best gezellig samen. Pas toen ik later op de middag de foto’s op de pc bekeek, zag ik dat de libel tussendoor kennelijk een cadeautje voor me had meegenomen. Er leek een heel klein beestje op de linkervleugel van de libel te zitten. Maar eh … wat is het eigenlijk? Kan het een bijna microscopisch kleine cicade zijn …?

Afijn, kijk maar even. Door erop te klikken kun je de foto vergroten tot 1920×1200 pixels …

Een nieuw meer

Het laatste stukje ‘oude natuur’ dat aan weerszijden van de Geasten ingeklemd ligt tussen grazige groene weilanden wordt straks opgenomen in een nieuw meer. Op dit punt verdwijnt de weg binnen twee jaar geleidelijk onder water, dat is althans de bedoeling …


Terwijl ik stond te fotograferen, kwam er net een blauwe reiger het beeld in stappen. Een cadeautje tijdens een dienstreis, zal ik maar zeggen …

Ik vervolgde mijn ritje naar het eind van de doodlopende weg. Daar staat opnieuw een informatiepaneel. Hier ligt de grond nu op 90 cm onder NAP. Het nieuwe meer krijgt hier straks een diepte van 2.50 m. Dat betekent dat ik hier over een jaar of twee echt koppie onder zal staan. Ik zie het er niet van komen …

Het meer moet ca. 800 meter lang en 500 breed worden. Daarvoor moet er zo’n 680.000 ton grond verzet worden. Met vrachtwagens zouden er naar schatting 23.000 bewegingen nodig zijn. Dat laatste zagen ze in het pittoreske Oudega met zijn Sint-Agathakerk uit de 12e eeuw niet zo zitten. Daarom is ervoor gekozen de klus te klaren met 600 scheepsladingen van schepen van 85 meter. …

Het meer moet uiteindelijk een oppervlakte van 50 hectare krijgen. Het nieuwe meer is echt bestemd voor de recreatievaart. Grote vrachtschepen en tankers van en naar de Drachtster industriehaven blijven via de Hooidammen en de Hooidamsloot varen. Daarnaast biedt het nieuwe meer extra opvangcapaciteit in tijden van zware regenbuien.

Waterliefde zit er voor de meeste mensen hier diep in, daar zal het nieuwe meer ook geen verandering in brengen. Alleen dat schelpenpad …, daar zal een andere plek voor gezocht moeten worden …