Meneer Merel breekt ’t ijs

Op 9 februari lag er ’s ochtends tegen twaalven nog een laagje ijs in de vijver. Dat was voor meneer Merel, die even in bad wilde, een lelijke tegenvaller. Twee jaar geleden was ik er getuige van, dat er eind februari een konvooi met twee ijsbrekers nodig was om de scheepvaart op het Prinses Margrietkanaal gaande te houden. Deze kleine merel stond er alleen voor om het ijs te breken …


Al die tijd stond ik met de camera op het statief op nauwelijks 3 meter afstand van de merel aan de andere kant van de vijver. Hij ging rustig zijn gang en liet daarbij mij mijn eigen ding doen …

Met merels die zoveel vertrouwen in me hebben, ga ik ervan uit dat we ook dit voorjaar weer jonge merels in de tuin mogen begroeten.

Geritsel in ’t gebladerte

Terwijl ik vorige week donderdag rond het middaguur nog wat foto’s van het smeltende ijs in de vijver stond te maken, hoorde ik plotseling geritsel in het bladerdek in de tuin …


Toen ik opkeek in de richting van het geluid, zag ik dat een merel een meter of drie verderop naarstig op zoek was naar wormen of insecten onder de bladeren …


Een tijdlang scharrelde de vogel daar wat rond, daarna liep hij om een grote pol siergras heen in de richting van de vijver. Even leek hij te twijfelen, wat is er met dat water …? leek hij te denken …

Een moment later liep hij toch nog een stukje verder en ging op de kei in het water staan. Gelukkig stond al die tijd mijn camera al op het statief …

– wordt vervolgd

Dagelijks smeltend ijs

Met ganzen die elkaar het hof maakten en een ooievaar die parmantig door een weiland stapte, leek vorige week maandag het voorjaar even in de lucht te hangen …


Op de dagen daarna lag er echter weer een fragiel laagje ijs op de vijver in de tuin. Dat leverde me al snel weer een serie abstracte ijscreaties op. Van echte kou was geen sprake, en dat was ook goed te zien aan het dagelijks weer wegsmeltende ijs …

Op donderdag werd ik aan de rand van het ijs verrast door een merel, maar dat is voor morgen …

Tussen vriezen en dooien

Tussen vriezen en dooien ligt het nulpunt of het vriespunt, de temperatuur waarbij water bevriest tot ijs of waarbij het juist weer smelt tot water. Dat was de situatie toen ik vorige week zaterdag aan het eind van de ochtend wat foto’s maakte van een dun vliesje ijs op de vijver …


De meeste reageerders hadden gisteren wel door dat het om ijs ging, waarschijnlijk omdat dergelijke beelden in de loop de tijd al (te) vaak op mijn blog zijn verschenen. Meestal ging het daarbij om een harde ijsvloer met strakke geometrische lijnen en figuren bij vriezend weer. Omdat de temperatuur voortdurend rond het vriespunt lag, veranderde de ijssituatie ditmaal echter voortdurend. Op verschillende plaatsen vormden zich tussen de strakke geometrisch lijnen heel kleine plasjes water. Op andere plaatsen zag ik juist dat er in een plasje water nieuwe ijsbloemen op het oppervlak verschenen. Misschien moet ik een volgende keer het statief erbij pakken om wat time-lapse opnamen te maken, want het was echt fascinerend om te zien. Afijn, kijk maar eens of je het wat vindt …

Een hoopvol wintertje

Zoals ik aan het begin van het wintertje een tussenstop aan de Wolwarren maakte, nadat ik de eerste schaatsers bij de Hooidammen had gezien, zo deed ik dat ook aan het eind van het wintertje …


Schaatsers waren hier niet meer te zien, maar dat had ik ook niet verwacht. Achter de Hooidammen en in de Jan Durkspolder lag nu meer en mooier ijs dan hier, en het was er nog gezelliger ook. Bij gebrek aan schaatsers liet ik nu de windmotor aan de Wolwarren en zijn veel grotere neef in de verte bij De Veenhoop figureren in het kille winterlandschap. Ook een mij welbekende boom mocht nog even meedoen …

Nog een laatste blik over de vlakte achter de wuivende rietpluimen. De glans van het ijs was onder invloed van de weersverandering al verdwenen en het KNMI beloofde weinig goeds voor de rest van het jaar. Intussen weten we maar al te goed dat die ‘belofte’ is uitgekomen. Zoals het nu lijkt, hebben we rond de jaarwisseling temperaturen in de dubbele cijfers. En de vooruitzichten stemmen somber, in de eerste helft van januari lijken we winterweer wel te kunnen vergeten nu de westelijke stroming stevig in het zadel zit …


En toch wil ik ook wat dit betreft maar weer optimistisch en hoopvol afsluiten. Dit vijfdaagse decemberwintertje heeft er in ieder geval voor gezorgd dat er in 2022 nog even op natuurijs geschaatst kon worden, want dat zat er in de winter van 2021-’22 niet in. En hoewel het er voor de eerstkomende twee weken niet goed uitziet, duurt de winter daarna nog tot eind februari. Dus we mogen in ieder geval blijven dromen …

Het kon nog net even

De dooi was in grote delen van ons land al ingetreden, maar op het ondergelopen land bij de Hooidammen ten westen van Drachten kon zondag 14 december nog geschaatst worden. Aan het begin van de middag werd de lokroep van het ijs weer zo sterk, dat ik er toch nog maar even naar toe ben gereden …


De vaarweg tussen Drachten en Earnewâld lag nog helemaal open. De laatste keer dat daar ook een mooie laag ijs op lag, was in februari 2012. Maar dat kon de pret niet bederven, want voorbij de bomen lag links van de Hooidamsloot een mooie ijsvlakte …

Op die ijsvlakte, waar 4 dagen daarvoor de eerste vermetele schaatsers voorzichtig hun eerste streken zetten, lag nu van hier bijna tot Earnewâld een mooie stevige ijsvloer …


Zodra het schoeisel was verwisseld voor schaatsen, konden de eerste rondjes worden gemaakt. Nou ja, rondjes … het waren mooie ronden van naar schatting twee kilometer. Daar konden de liefhebbers die dag nog volop van profiteren en dat deden velen dan ook …

Na een paar van die rondjes was het voor menigeen wel tijd om de benen, die aan het begin van het seizoen nog niet gewend waren aan de schaatsbewegingen, even wat rust te geven. Dat was natuurlijk meteen een mooie gelegenheid om nog even iemand te bellen om te vertellen wat hij of zij miste …


Het deed me deugd om te zien, dat het niet alleen volwassenen waren die zich op de gladde ijzers waren. Er waren ook verrassend veel kinderen op het ijs. De kleinsten werden waar nodig overeind geholpen en gehouden door een van hun ouders. Wat grotere kinderen waren intussen op zichzelf aangewezen. Wie viel werd geacht al snel weer op te krabbelen om daarna gewoon verder te gaan, zoals ik dat zelf in het begin ook talloze malen had gedaan …

Luidruchtig overvliegende ganzen haalden me na verloop van tijd uit mijn dromerij uit de tijd toen ik zelf nog graag schaatste. Tijd om terug te gaan naar de warmte van de huiskamer …

Bomijs in het bos

Van de harde rechte lijnen en scherpe hoeken van het zwarte ijs gaan over naar een deel van de plas waar bellen en bubbels te zien zijn. Aan de wit uitgeslagen delen kun je zien dat dit uiterst onbetrouwbaar ijs is. Dit is het zogenaamde ‘bomijs’


De witte delen drijven niet op het water zoals het mooie zwarte ijs elders op de plas wel doet. Dit ijs wordt gedragen door de walkant en de luchtbellen die eronder zitten. Het water dat er oorspronkelijk onder zat, is waarschijnlijk de bosbodem in gezogen. Daardoor heeft dit ijs in feite helemaal geen draagkracht. Zodra je erop stapt, hoor je ‘krak’ en heb je een wak …