Een kale bedoening

Mijn benen zijn de laatste tijd weer volstrekt onvoorspelbaar. Woensdag voelden ze aan als elastiek, maar gistermorgen waren ze weer tamelijk sterk en veerkrachtig. Vraag niet hoe het kan, maar profiteer ervan, zeg ik dan. De daad bij het woord voegend, ben ik rond elf uur naar de Leijen gereden Daar waren de rietsnijders aan het werk …

Omdat ik sinds een jaar of vijftien aardig ingevoerd ben in de rietsnijderij, ben ik even naar de noeste werkers toe gelopen om een praatje te maken. Het viel me op dat ze vroeg waren, want het was al een kale bedoening op het veld bij de vogelkijkhut. Ze werkten de rietlanden dit jaar in een andere volgorde af, begreep ik …

Het riet was kort gebleven en door een gebrek aan water in het voorjaar, waren veel van de rietstengels met een soort bocht gegroeid. Maar verder was de kwaliteit goed, verzekerden de mannen me. Deze rietsnijders bleken tevens een rietdekkersbedrijf te hebben, ze hielden het maaien van het riet graag in eigen hand. En dat deden ze dan ook me zorg, met handmaaiers …

Na enige tijd nam ik afscheid om mijn kuier naar de vogelkijkhut voort te zetten. Daar zat een vrouw van de rust te genieten. Omdat er rondom niet meer te zien was dan wat dartele eenden, die het voorjaar al in de kop leken te hebben, raakten we aan de praat. Het viel me op dat zij ook de Sony RX10 IV had. Zij was de eerste persoon waarvan ik hoorde, dat ze er niet echt tevreden mee was …

Omdat het er met een temperatuur van amper 2°C niet echt aangenaam zat, wandelden we na enige tijd genoeglijk verder pratend terug naar het fietspad. Daar scheidden onze wegen, zij ging op de fiets huiswaarts, ik maakte in de auto nog een omweg via Earnewâld …

Terug via het bos in ’t ijs

Nog een laatste blik op de Noarderkrite tussen Smalle Ee en de Veenhoop, waar de laatste schaatsers vorige week donderdag hun rondjes nog even bleven draaien …

Nadat ik nog even had rondgekeken, stapte ik in de auto om dezelfde bijna 20 km lange route van gisteren in omgekeerde richting af te leggen. Onderweg van de Noarderkrite naar de Hooidammen maakte ik nog even een tussenstop bij het bos in de retentiepolder bij Smalle Ee. Rond de stammen waren ook hier de sporen van het zakkende ijs goed te zien …

Wie zich naar aanleiding van de foto van de zwanen, die hier dinsdag lekker op het ijs lagen, zorgen maakte of de zwanen niet vast zouden vriezen of dat ze misschien een gebrek aan water hadden … Niets van dat alles, ze lagen er op dat moment lekker in de zon. Voor open water konden ze in een sloot aan de andere kant van de weg terecht. Daar zaten ze nu ook in een weiland …

IJspret voor jong en oud

Gisteren schreef ik hier al, dat ik intussen was aangekomen op de ijsvlakte achter de Hooidammen. Hier lag een piste waar je gemakkelijk rondjes van 1,5 tot 2 km kon maken. In de jaren ’70 en ’80 heb ik hier regelmatig geschaatst. In echte winters stapten we hier of nog dichter bij huis op de schaats om bijvoorbeeld door de Alde Feanen naar Grou te rijden …

De echte liefhebbers waren er ook hier al vroeg bij woensdag. De ene jonge vader hielp zijn zoon om de eerst krabbelende streken op het ijs te zetten, een andere vader trok zijn nog wat jongere kind op de slee achter zich aan. Hij liet het zich met een brede lach op zijn gezicht welgevallen. Ook enkele grijzende schaatsers met intussen al wat lagere sixpacks maakten gezellig pratend hun eerste rondjes …

Nadat ik er een tijdje had staan fotograferen en filmen, besloot ik nog even naar het ijs in de Noarderkrite tussen Smalle Ee en de Veenhoop te rijden. Hemelsbreed gaat het om een afstand van slechts 1,5 km. Eigenlijk ligt die locatie op een flinke steenworp afstand achter deze bomen aan de Wolwarren …

Met de auto ben je daarvoor echter ruim 20 km onderweg. Er ligt namelijk geen brug over de vaarweg naar Drachten. Om bij het ijs tussen Smalle Ee en de Veenhoop te komen, moest ik dus vanaf de Hooidammen helemaal via Drachten omrijden. Dat laat meteen zien waarom zowel varen als schaatsen al lang in het bloed van veel Friezen zit. De afstanden van de ene plaats naar de andere zijn over water of ijs vaak veel korter dan over de weg …

morgen meer ijs

Het eerste ijs van 2024

Ten westen van Drachten ligt een aantal stukken land die al van oudsher ’s winters onderlopen. Dit zijn ook de plekken waar vaak al na enkele nachten lichte tot matige vorst geschaatst wordt door de ware liefhebber. Dinsdag ben ik mijn ritje langs een aantal van die ijsvlakten (in wording) begonnen aan de Wolwarren (Google Maps). Op het eerste, vrij kleine stuk water achter de windmotor lag al een mooi laagje ijs …

Pakweg 600 meter ten zuidwesten van de windmotor was het een ander verhaal. Op deze wat grotere vlakte had de wind nog steeds vat op het water, het gevolg was een groot windwak …

Nog een stukje verder lag, verscholen achter een mooie rietkraag, weer een kleiner stuk water. Ook hier lag een prachtig ijsvloertje in wording op. De wuivende rietkraag was ook hier een blikvanger. Als je in de gelegenheid bent, moet je in deze tijd van het jaar eens op een zonnig moment kijken naar die wuivende rietpluimen …

Anderhalve kilometer verderop ligt de mooiste ijsvlakte in de omgeving. Hier, achter de Hooidammen, heb ik in mijn jongere ook heel wat kilometers geschaatst. Als de vorst doorzet, schaats je hier zo de Alde Feanen in. Maar nu nog even niet! Er lag een fantastische ijsvloer, die nog één nachtje lichte tot matige vorst nodig had …

morgen meer

Impressie van een herfstdag

Sommige fotografen beheersen de kunst om in het bos foto’s te maken van ‘bewegende bomen’, terwijl er geen zuchtje wind staat. Ik heb dat ook wel eens geprobeerd, maar dat leverde meestal niet meer op dan een fotografische wirwar die meteen rijp was voor de prullenbak. Maar de aanhouder wint.

Daarom heb ik, voordat de laatste bladeren van de bomen waren gewaaid, begin december nog eens geprobeerd om een eigen impressie van een herfstdag in de tuin te maken …

Smienten zo ver ’t oog reikt

De zon leek er door te komen, toen ik gistermorgen na de koffie in de auto stapte om een ritje naar de Jan Durkspolder en omgeving te maken. Terwijl ik over de Westersanning reed (Google Maps), zag ik al dat de plas rond de grote vogelkijkhut van voor tot achter vol lag met smienten …

Zo stil mogelijk liep ik korte tijd later over het door wilgen en riet omgeven paadje naar de hut. Het af en toe net wat te luide getik van mijn trekkingstokken op het beton deed de dichtstbij zijnde eenden echter al snel opvliegen …

Zo druk als het op het water was, zo stil was het ook nu weer in de kijkhut. Het voordeel daarvan was, dat de eenden zich al snel weer rustig met wind en water in de richting van de hut lieten dobberen. Het was weer een mooi begin van de dag …

Schoorvoetend naderende schapen

Na het eerste deel van mijn fotokuier nestelde ik me op het bankje bij het middelste vennetje in het Weinterper Skar. Het water lag erbij als een spiegel. Als onderdeel van de poëzieroute die door het gebied loopt, staat er aan de rand van het vennetje een bordje met daarop het gedicht ‘Aan een vijver’ van Rutger Kopland …

Intussen hoorde ik hoe er in de verte cijfers werden opgenoemd. De schapen waren kennelijk samengedreven om te ze kunnen controleren en inventariseren. Toen de hekken enige tijd later werd opengezet, kwam de kleine kudde schoorvoetend dichterbij. Ze vertrouwden me duidelijk niet en verzonnen een list. Door de droge greppel en over de daarachter liggende wal langs de boskant liepen ze zekerheidshalve met een wijde boog om me heen …

Terwijl grijze wolken intussen langzaam weer de overhand kregen in de lucht, begaf ik me op weg terug naar de auto. Bijna op de helft heb ik bij het zuidelijke ven nog even weer halt gehouden om nog even te genieten van het roerloze wateroppervlak. Een kwartiertje later was ik terug bij de auto. Blij toe, want langer had deze kuier ook niet moeten zijn …