Terugblik juli 2022

Naar mate de tijd verstreek kwam de zomer steviger in het zadel te zitten. De maand juli begon nog redelijk koel, maar in de tweede helft van de maand liepen de temperaturen snel op. Op het terras werd het al regelmatig te warm en bloemen in de tuin zoals de sierui waren maar enkele dagen mooi voordat ze begonnen te verwelken …


Behalve dat ik enkele keren een ritje naar de ijsvogels heb gemaakt, heb ik vanaf half juli mijn bezigheden vooral binnenshuis gezocht. Zelfs de lammeren dartelden niet meer fris en vrolijk door de wei, ze zochten al vroeg op de dag schaduwplekjes op. Ik was blij om op een dag een bijzon te zien, want dat is vaak een teken van een weersverandering. Nadat het weerstation op 19 juli de historische waarde van 35,6°C registreerde, viel er op de dagen daarna gelukkig ca. 20 mm regen en daalden de temperaturen naar normale waarden …

Drie tropische dagen op rij met als uitschieter de 35,6°C waren wat mij betreft wat teveel van het goeie. Het probleem met dertigers is dat de warmte dan ook onafwendbaar het huis binnendringt, daar kon geen luchten meer tegenop. Zelfs een kunstgreep om de schuifpui ’s nachts deels open te houden, bracht geen verkoeling meer. En toch bleek de gemiddelde temperatuur uiteindelijk ‘slechts’ op een bescheiden 18,6°C uit te komen. Met gemiddeld over het land 23 mm neerslag was juli landelijk een zeer droge maand, wij hadden met 53 mm eigenlijk nog niks te klagen …

Pingoruïnes op Azeven Noord

Van recentere datum dan de foto’s van de hagedis van gisteren, is een serie van een kuiertje naar één van pingoruïne’s op Azeven Noord. Dit is het nieuwste bedrijvenpark van Drachten, ten noordoosten van het klaverblad A7-N31 (Google Maps)

De term pingo komt van de Inuit (eskimo’s) op Groenland. Vertaald betekent het: heuvel van ijs. De pingo’s in Fryslân werden gevormd in de laatste ijstijd. De grond in Fryslân was indertijd constant bevroren. Op plekken waar het grondwater langzaam omhoog borrelde ontstond een soort ijslens, die de grond naar boven drukte tot een ijsheuvel. Toen het later warmer werd, gleed de grond naar de zijkant en smolt het ijs. Dit heeft zich gevormd tot een waterplas met een aarden wal er omheen. Veel van deze meertjes groeiden later dicht en ook de aarden wal werd vaak vlak geschoven …

Bij de aanleg van het bedrijvenpark begin deze eeuw werden ook drie pingoruïnes in het gebied in hun oude glorie hersteld. In 2008 werden ze overgedragen aan It Fryske Gea, de provinciale vereniging voor natuurbescherming in Fryslân. Zodra ik over de brug was gekomen voor een kuiertje bij de pingo, ging een groepje wollige medewerkers van It Fryske Gea er vandoor …

De pingoruïnes zijn door de restauratie drie mooie zoetwatergebiedjes geworden. Verschillende libellen en waterjuffers profiteren hiervan, net als diverse watervogels …

Het was stil op en rond het water. En dat is eigenlijk toch wel verwonderlijk, want de pingo ligt ingeklemd tussen het bedrijventerrein en het altijd voortrazende verkeer op de A7. Alleen een passerende fuut verbrak de weerspiegelingen op het water …

De Stelling Koehoal

Niet ver bij het beeld van ‘de Waadfisker’ vandaan staat een half in de dijk weggewerkt gebouwtje (Google Maps). Het betreft een oude Duitse bunker, die in 1941-’42 is gebouwd. De bunker maakte onderdeel uit van een kleine luchtverdedigingsstelling.

De stelling telde in de oorlogsjaren in totaal 4 bunkers, 3 stenen gebouwen, een grote houten barak, parkeerterreinen, wachtposten en een geschutsplateau voor 4 stuks artilleriegeschut aan de zeekant van de zeedijk. Het gehele gebied was ruim afgezet met een prikkeldraadversperring en landmijnen …

Wetterskip Fryslân wilde de bunker (nr. 2 op het onderstaande kaartje) afbreken. Na lobbywerk van o.a. de Stichting Bunker Koehoal, heeft het waterschap de bunker in 2009 overgedragen aan de stichting. Voorwaarde was dat men de vervallen bunker zou restaureren en dat er een zinvolle herbestemming aan gegeven zou worden …

De bunker is in 2011 gerenoveerd en is nu ingericht als een klein educatie- en documentatiecentrum over de Tweede Wereldoorlog in de regio. Af en toe wordt de bunker opengesteld voor publiek. Jetske heeft nog even naar binnen gegluurd, maar veel viel er niet te zien. Het hele verhaal over de stelling kun je hier lezen: Bunker Koehoal

Naast de bunker ben ik voor het eerst die dag de dijk opgeklommen. Dat wil zeggen, ik ben de oude dijk op gegaan. Op de foto’s hieronder kun je twee dijken zien. Op de eerste foto zie je rechts de oude dijk waar ik op sta, die dijk loopt recht vooruit het beeld uit. Op beide foto’s zie je aan de linkerkant de nieuwe, hogere en bredere dijk, die in de jaren 70 is aangelegd. Tussen beide dijken in zie je hier dus een stuk land dat al voor de jaren ’70 is aangewonnen …

We vervolgen onze weg rechts langs de oude zeedijk …

Het zwarte schaap

De kudde schapen die ons in het blogje van gisteren in volle vaart tegemoet kwam sjokken bestond uit twee delen. Op de laatste foto van gisteren waren de schapen te zien die over de weg liepen. Een ander deel liep over de zeedijk. Daar boven op de dijk zag ik een zwart schaap lopen. Jetske had aan een enkel woord en mijn wijzende hand genoeg om de auto opnieuw in de berm te zetten …

Het zwarte schaap deed me meteen denken aan ‘Het schaap Veronica’ van Annie M.G. Schmidt. Zij schreef in de loop van ruim zevenenhalf jaar (14 januari 1950 – 10 augustus 1957) 76 gedichten over dit fictieve, sprekende schaap. Hier kun je ‘Het hele schaap Veronica’ lezen …

Zelf had ik in mijn jonge jaren eerlijk gezegd meer met het zwarte schaap Veronica. Daarbij gaat het om het sprekende schaap, maar om de toenmalige piratenzender Veronica, het zwarte schaap onder de radiozenders

Het blijft een bijzonder beeld zo’n zwart schaap tussen al die blondines. Zo statig als de kudde hier op de zeedijk aan ons voorbij trok, was het helemaal een mooi plaatje …

Daar gaat ze, dat ene zwarte schaap, samen met de rest van de kudde trok ze verder westwaarts. Jetske en ik vervolgden onze weg in oostelijk richting …

Bij de Dyksputten

De volgende stop vond plaats bij één van drie zogenaamde ‘dyksputten’ (Google Maps). Aan de rand van de zeedijk liggen oude kleiputten, dyksputten genoemd in het Fries. De dyksputten zijn overblijfselen van de kleiwinning eind 18e, begin 19e eeuw. De opgegraven klei werd gebruikt voor de ophoging van de toenmalige zeedijk. De eerste dijkjes werden hier al rond 1200 na Christus aangelegd met gebruik van plaggen (daar waren ze weer!) en zeewier. In de eeuwen daarna zijn die dijkjes regelmatig doorgebroken, weer hersteld en opgehoogd. Pas vanaf ongeveer 1500 was er sprake van een echte aaneengesloten zeedijk …

Na de afgravingen eind 18e, begin 19e eeuw bleven lage, aflopende graslanden over. De putten waren eerst 5 tot 7 meter diep, intussen zijn ze zo ver dichtgeslibt dat er nog maximaal 3 meter water staat. In 1984 zijn de dyksputten overgedragen aan de provinciale natuurbeschermingsorganisatie It Fryske Gea

Rond het water ontstonden kleine strandjes. Plevieren en strandlopers maken dankbaar gebruik van deze strandjes tijdens hun speurtocht naar voedsel. Bij vloed en slecht weer zijn deze putten geschikt als veilig toevluchtsoord voor de vogels die de onstuimige Waddenzee verlaten. Ze doen dan ook dienst als hoogwatervluchtplaatsen. En die zullen ze afgelopen week weer nodig hebben gehad, denk ik. Met springtij en een harde noordwesten wind, er zal veel water op de kust gestaan hebben …

Terwijl ik het mezelf gemakkelijk had gemaakt op dit bijzondere bankje, scharrelde Jetske zoals gebruikelijk wat in de omgeving rond. Nadat ze weer was opgedoken uit de slootkant, besloten we weer een stukje verder te rijden …

We zaten nog maar net in de auto of er kwam alweer een kudde schapen in volle galop voorbij gesjokt …

Jetske bij de schapen

Jetske vond het jammer dat we bij onze eerste rit langs het Wad op 22 september de schapen op de dijkweg hadden gemist. Omdat ik sinds het toertje met Aafje door dit gebied weer wist waar die schapen lopen, besloot ik dat gemis maar meteen goed te maken door Jetske er nu feilloos naar toe te gidsen …

We waren het eerste veerooster in de buurt van Roptazijl nog maar nauwelijks gepasseerd, toen de eerste kudde ons een tijdelijk halt toeriep. De auto werd in de berm gezet en Jetske begon voor het eerst die dag aan een beklimming van de zeedijk om een schaap te portretteren …

Mijn onderdanen waren die dag niet dusdanig krachtig dat ik ook meteen de dijk op klauterde. Het kon nog een lange dag worden en dat vereist soms een zorgvuldige indeling. En ook vanaf de weg viel er best het een en ander te fotograferen. Neem nu de foto hieronder, wat is een mens dan maar klein op die machtige dijk, hè …

Als ik kijkend naar de onderstaande foto’s bij de eigen auto had gestaan, dan had ik op dat moment zeker het nummer ‘Dykskiep’ van de Friese troubadour Piter Wilkens willen afspelen. Deze song over het Friese Stamboek Dijkschaap is nergens beter op zijn plaats dan hier bij die steile dijk …

U zult begrijpen dat u voorlopig nog niet van het Wad en de dijken bent verlost … en van de schapen ook niet.