Begraafplaats en Lichtwachter

Op het hoogste punt van Schokland komen we langs de plek waar ooit de begraafplaats van Schokland lag. Het noordelijk deel van Schokland was vroeger Rooms Katholiek. Van de oude Sint Michaëlkerk, die hier heeft gestaan, is na de ontruiming van het eiland in 1859 niets over gebleven. Naast deze kerk lag een begraafplaats, die werd omzoomd door een hek …

Rondom de oude begraafplaats staat nu een kunstwerk in de vorm van een 49 m lang hek, dat gemaakt is door Annet Bult en Marianne Meinema. Op het hek zijn 45 namen te lezen van de Schokker families die hier hebben geleefd en gewerkt. Bij het graafwerk voor de plaatsing van het hek kwamen de kunstenaressen af en toe nog stukjes been tegen. Ze werkten dan ook precies op de plaats waar in het verleden de begraafplaats lag. …

Nadat Schokland in 1859 in opdracht van Koning Willem III werd verlaten, bleven er een paar mensen op het eiland achter om te zorgen voor de haven en de vuurtorens. Al snel besloot de overheid om de haven en de vuurtorens laten vervallen, net als de rest van het eiland. Maar door een initiatief van de schipper en handelaar Willem Jan Schuttevaer (1798 – 1881), oprichter van de Koninklijke Schippersvereniging Schuttevaer, werd hier in 1901 de Lichtwachter of lichtwachterswoning gebouwd als onderkomen voor de achterblijvers …

Tegenwoordig heeft de Lichtwachter de status van Rijksmonument. In de tuin van het gebouw staat een bronzen beeldengroep op een betonnen pilaar. We zien hier een schipper, zijn vrouw en de knecht. Samen tillen zij het zware houten scheepsluik van hun binnenvaartschip. Het kunstwerk is gemaakt door beeldhouwer en kunstschilder Hans Blank

wordt vervolgd

Een bolle klinkerweg

Vanuit de auto was mooi te zien hoe het oude Schokland als een verhoogde rug door de verder platte Noordoostpolder loopt. Nu we over de smalle, bolle klinkerweg in de richting van de lichtwachterswoning en de replica van de vuurtoren liepen, was de stijging naar de top voelbaar ook …

Rechts van ons pad zagen we onder andere gestileerde golfbrekers en walbeschoeiing. Aangekomen bij de bocht in het pad zagen we de oude haven van Schokland voor ons liggen. Er lag heel stijlvol een forse regenplas …

Nog even doorzetten, we waren er bijna …

– wordt vervolgd

Bij Museum Schokland

Nadat we wat foto’s van het Kerkje aan de Zee hadden gemaakt, aten we in de auto onze broodjes voor die dag. Daarbij stelde ik Jetske voor om op de terugweg via Schokland te rijden. Dat konden we mooi even meepakken nu we toch in de buurt waren. En zo reden we korte tijd later van het voormalige eiland Urk naar het vroegere eiland Schokland. We namen eerst een kijkje aan de zuidkant, daar staat Museum Schokland

Schokland was eeuwenlang een eiland in de Zuiderzee, dat ongeveer 12,5 km ten zuidoosten van Urk lag. Van noord naar zuid had het eiland een lengte van ongeveer 4 km. In eerste instantie werd het eiland bewoond door jager-verzamelaars. In de Middeleeuwen waren het vooral boeren die er vee hielden en graan verbouwden. Alleen op zelfgemaakte terpen waren de bewoners van Schokland veilig voor de Zuiderzee, die in de loop van de jaren meer en meer van het eiland opslokte. In 1859 werd besloten om Schokland te ontruimen. De bewoners moesten hun geliefde geboortegrond verlaten en zich vestigen op de vaste wal. Het werd stil op Schokland. Het moet voor de Schokker bevolking een wrange wetenschap zijn geweest dat het eiland na de ontruiming geen meter land meer heeft verloren. Het hele verhaal kun je hier lezen: Schokland: het verhaal

Naast het pad naar Museum Schokland staat een bijzonder wit en lichtblauw gekleurd standbeeld van een man met een pelikaan. Het blijkt te gaan om Eberhard Philip Seidel (1728-1814). Jarenlang was hij een zeer belangrijk en gezien persoon op Schokland. Hij schopte het onder andere tot schout en burgemeester van Schokland …

Omdat dit bezoekje aan Schokland slechts een tussenstop was, besloten we geen kaartjes te kopen om toegang tot het hele buitenlucht museum te krijgen. Daardoor stonden we al snel voor een hek met poortjes, die voor ons gesloten bleven. Erg veel kregen we dan ook niet te zien. Een stuk verderop stond een gebouw, dat het me nog het meest deed danken aan een kerk met het voorhuis van een boerderij. …

Aan de voet van de terp waar de kerk op stond lagen een paar bootjes op het droge. Veel meer kregen we niet te zien van achter het hek. We hielden het daarom maar voor gezien en liepen terug naar de parkeerplaats. Ik sluit af met een close-up van een van de keien die daar liggen. Die keien heeft de gemeente Noordoostpolder in 1980 gekregen van de Noorse zustergemeente Ringerike …

Bij het Yeb Hettinga Museum

Tegenover de ingang van de begraafplaats vinden we het Yeb Hettinga Museum. Yeb Hettinga (1938-1999) verzamelde in zijn vrije tijd o.a. oude landbouwwerktuigen. Ook zocht hij samen met zijn dorpsgenoot Wietse Leistra, die in het bezit was van een metaaldetector naar oude voorwerpen. Na verloop van tijd had hij een ruime collectie aan munten en kledinghaakjes uit 1700 en allerlei andere voorwerpen …

In 1986 kocht Hettinga Camstra State, een sterk verwaarloosde, maar historische boerderij in Firdgum. In een deel van het pand richtte hij een mini-museum in. Later kocht hij het uit 1900 daterende schooltje in Firdgum, tegenwoordig is zijn verzameling daar te bezichtigen …

Het museum was helaas gesloten toen wij er waren. Maar dat wil niet zeggen dat we er voor niks naar toe gelopen waren. Op het terrein van het museum staat in het kader van Sense of Place ook een Zodenhuis. Dit Zodenhuis is in de periode 2012-2015 gebouwd in het kader van een samenwerkingsproject van het museum en de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Morgen kom ik daar op terug …

Onderweg naar het Zodenhuis liepen we weer enige vertraging op, omdat Jetske weer een beestje had gevonden. Ditmaal ging het om een kleine vos …

Ik heb me intussen niet verveeld hoor. We zijn er allebei al sinds 2006 aan gewend om ons eigen onderwerp uit te zoeken, wanneer de ander geconcentreerd bezig is. Dat vosje was mij te klein om het nog steeds grijze weerbeeld op te fleuren, ik koos voor de pompoenen …

Morgen gaan we het hebben over de geschiedenis van het Zodenhuis.

Bij ‘It Bleekerhûs’

Gisteren kwam Museum Dr8888 ter sprake, omdat het verdwenen gewaande beeld ‘Vader en moeder met slingerend kind’ daar tegenwoordig blijkt te staan. Het museum is sinds 1996 gevestigd in het voormalig minderbroedersklooster in het centrum van Drachten. Daar heb ik nog geen foto’s van in mijn archief. Waar ik wel foto’s van heb, is het gebouw waar het museum ooit is begonnen als oudheidskamer ‘It Bleekerhûs’. Vlak voordat ik vorige week dinsdag werd gebeld door de gemeente, was ik daar namelijk met Jetske geweest …

Het ‘Bleekerhûs’ is in 1806 gebouwd als dokterswoning voor dokter Hendrik Willem Bleeker, die het pand gebruikte als woon- en praktijkruimte. Bleeker schijnt een bijzonder mens te zijn geweest. Van 1904 tot 1944 oefende hij zijn praktijk uit en nog altijd gaan er verhalen over hem in omloop. Hij was niet alleen arts, maar naar verluidt was hij ook drankbestrijder, leraar aan de Rijkskweekschool en mede-oprichter en docent van de Volksuniversiteit …

De dokterswoning was ook het eerste onderkomen van oudheidskamer (later museum) ‘It Bleekerhûs’. Voor zover ik me kan herinneren, richtte de oudheidskamer zich in eerste instantie vooral op de turfwinning, die zo belangrijk is geweest voor het ontstaan van Drachten. Maar er kwam in ‘It Bleekerhûs’ ook geleidelijk meer aandacht voor het belang van de kunststromingen De Stijl en Dada voor Drachten …

Voor nieuw beleid en uitbreiding van de collectie kwam meer ruimte beschikbaar, toen de oudheidskamer in 1979 naar het historische grietenij- en gemeentehuis aan de overkant van de straat kon verhuizen. Dat was ook het moment waarop de oudheidskamer ‘It Bleekerhûs’ werd omgedoopt tot ‘Streekmuseum Smallingerland’ …

In ‘It Bleekerhûs’ is tegenwoordig een tandartsenpraktijk gevestigd. Sinds de verhuizing van het museum naar het klooster in 1995, zat in het oude gemeentehuis (zie foto hierboven) grandcafé ‘Smelnehûs’, maar dat heeft vorig jaar de deuren helaas noodgedwongen moeten sluiten.

Gevonden: Ouders met kind

Vorige week zondag schreef ik onder de titel: ‘Gezocht: ouders met kind’ een logje over een beeld van Kees Verkade dat leek te zijn verdwenen uit het centrum van Drachten. Waar kon dat nou gebleven zijn …?

Het antwoord kwam sneller dan verwacht. Terwijl ik vorige week woensdag met Jetske op pad was, kreeg ik een telefoontje van een ambtenaar van de gemeente Smallingerland. Om te beginnen wist ze me gerust te stellen: het beeld stond niet ergens in een stoffig depot en het was ook niet verkocht.
Het beeld blijkt in het verleden verschillende keren ten prooi te zijn gevallen aan vandalisme. In opdracht van de gemeente werden vernielingen wel elke keer netjes hersteld door Verkade, maar uiteindelijk werd besloten om het beeld te verplaatsen naar een veiliger locatie. Die locatie werd gevonden in de binnentuin van Museum Dr8888.

De onderstaande foto van het messing beeld uit 1971, dat overigens voluit ‘Vader en moeder met slingerend kind’ heet, is afkomstig van Museum Dr8888

Met dank aan de gemeente Smallingerland en Museum Dr8888.

De vissersramp van 1883

Voor de kust van de tweelingdorpen Paesens-Moddergat en het wat westelijker gelegen vissersdorp Wierum zijn in de loop der eeuwen talloze schepen in nood gekomen of zelfs vergaan. De problemen waren meestal het gevolg van de vele ondiepten, sterke stromingen en van plaats veranderende zandplaten. De belangrijkste zandplaat was en is in dit opzicht ongetwijfeld de Engelsmanplaat. Oostelijk daarvan ligt een diep geul (het Friese Gat) waardoor de schepen naar de Noordzee voeren om te vissen op kabeljauw en schelvis. Bij thuiskomst lagen de schepen hier op de rede, omdat ze niet dichter bij de kust konden komen …

Paesens en Moddergat bezaten in de 19e eeuw een grote vloot zeilende vissersschepen. In de nacht van 5 op 6 maart 1883 voltrok zich tijdens een zware storm een vreselijk ramp voor de gemeenschap. De complete vloot van 22 aken en blazers was uitgevaren. 17 van de schepen zijn vergaan, 83 bemanningsleden bleven achter op zee …

De vissers van Paesens-Moddergat waren niet de enigen, die in die nacht omkwamen. Ook aan de Groningse en Hollandse kusten vergingen er vissersschepen. In die nacht verdronken in totaal 121 Nederlandse vissers, onder wie 27 uit Urk en negen uit Zoutkamp. Maar nergens was de klap zó groot. Het is nauwelijks voor te stellen hoe groot de gevolgen waren voor de vele vrouwen, kinderen en ouderen die achterbleven zonder inkomsten. Ter herdenking werd in 1958 dit monument op de zeedijk opgericht …

Tegenover het monument ligt aan de voet van de dijk het beschermde dorpsgezicht van Moddergat met centraal daarin Museum ’t Fiskershúske. Dit museum verzamelt en exposeert voorwerpen en zaken die betrekking hebben op de oude kustvisserij en het leven van de bewoners van ’t tweelingdorp Paesens-Moddergat …

Natuurlijk speelt de grote ramp van 1883 ook een belangrijke rol in Museum it Fiskershúske. Voor het luttele bedrag van € 5,00 kun je naar hartenlust rondkijken in de vijf huisjes van het museum. Het introductiefilmpje van het museum biedt alvast een snelle rondblik …

Jetske heeft voor haar blog over deze ramp een mooie foto het beeld “Fiskersfrou” gemaakt. Dit beeld van beeldhouwer Hans Jouta staat een stukje verderop aan de voet van de dijk. De “Fiskersfrou” is een eerbetoon aan de vrouwen van Paesens-Moddergat, die na de ramp van 1883 voor een zware taak stonden: de zorg voor de kinderen en rond zien te komen van een karig inkomen: “De zee heeft gegeven, heeft genomen”.