Behalve dat ik op zoek ben gegaan naar details zoals de ingevroren knop van de kerria en de ingesneeuwde narcis, heb ik ook regelmatig om me heen gekeken naar de omliggende daken …
Dankzij zonnepanelen zijn er ineens heel andere structuren op de met sneeuw bedekte daken te zien. Naar die structuren ben ik een tijdlang op zoek gegaan, dit zijn er een paar van …
Maar ook de ouwe getrouwe dakpannen geven in de loop van de dag nog altijd mooie repeterende patronen ten beste …
Onze pal op het zuiden liggende zonnepanelen waren als eerste van de buurt schoon. Dat kwam mooi uit, want wij stoken het huis op zonnige dagen graag elektrisch warm tegenwoordig …
Aan het eind van de ochtend kwam het smeltproces goed op gang. Een deel van het water dat van het dak afkomstig is, vloeit via het dak van de bijkeuken en de fietsenberging naar de regenton. Zodra de ton vol is, gaat het resterende water via een overstort linea recta onder de grond door naar de vijver …
Na de fotosessie met de dansende bomen had ik ongeveer een derde van de afstand naar de auto afgelegd, toen ik ter hoogte van het Alddjip (Google Maps) toch nog een paar minuten te vroeg werd overvallen door een pittige bui. Er restte me weinig anders dan de stap er even flink in te zetten. De laatste hagelstenen zakten op de voorruit naar beneden op het moment dat ik de auto bereikte …
Met een kleine omweg ben ik vervolgens huiswaarts gereden, zodat ik onderweg nog wat foto’s kon maken van de bui die ik net op mijn dak had gehad …
Maar eerlijk is eerlijk, daarbij ben ik wel tot de conclusie gekomen, dat ik de laatste jaren eigenlijk teveel een mooi-weer-fotograaf ben geworden. Dat was in de beginjaren van mijn blog wel anders, maar ja … tiden hawwe tiden …
Oktober ging naadloos over in november, in de eerste week was het regelmatig zacht, maar wisselvallig weer. Vooral in de omgeving van Olterterp en Beetsterzwaag heb ik in november veel boswandelingen gemaakt …
Naar aanleiding van een fotoreportage die ik rond de Sint Hippolytuskerk van Olterterp had gemaakt, stelde Jetske aan het eind van de maand voor om samen eens wat oude Friese kerken te bekijken. En verder waren het de gebruikelijke zaken die ik voor de lens van mijn camera kreeg, zoals een paar glinsterende druppeltjes aan een lampionnetje van de lampionplant en een mooi heidelibel in het Weinterper Skar …
De bossen kregen hun kleurige herfsttooi laat dit jaar, maar dankzij het zachte weer, waren er vrijwel de hele maand veel wandelaars op pad. Ook libellen vlogen lang rond in november. In de koudste periode van de maand lag er op 19 november ’s ochtends voor het eerst sinds maart een laagje ijs in het houten vogelbad. Enkele dagen later zat er bij de kijkhut aan de Leijen één of ander motje dat wel even op de foto wilde. Het was het laatste insect dat ik 2022 voor de lens kreeg …
Met een gemiddelde temperatuur van 8,2°C in onze tuin was november net als de 10 voorgaande maanden zacht. Alleen rond de 20e daalde de temperatuur een aantal dagen en vroor het ’s nachts een paar maal heel licht. Behalve zacht was november ook nat, in ons tuintje viel 100 mm neerslag. Landelijk was dat gemiddeld ca. 90 mm, maar de verschillen waren weer groot tussen het noordwesten en het zuidoosten …
Vrijdag 11 november zijn Jetske en ik weer eens samen de Ecokathedraal ingetrokken. We hadden gehoopt dat de zon even zou doorbreken om mooie herfstkleuren boven en rond de gestapelde bouwwerken uit te lichten. Dat viel echter nogal tegen. De zon liet die dag verstek en de bladeren aan bomen en struiken begonnen er nog maar net te verkleuren …
Op zaterdag 19 november ben ik er nog eens naar toe gereden. Het was een stralende dag met temperaturen rond of net boven het vriespunt. De Ecokathedraal was weliswaar nog steeds niet gehuld in volgroeid herfsttenue, maar de zon maakte het toch een stuk levendiger dan de week ervoor …
Terwijl ik op één van de laatste zonnige en aangename oktoberdagen koffie zat te drinken op het terras, kwam er over de terrastafel bezoek aan stiefelen …
Een hooiwagen maakte even een ommetje over het tafeltje. Hoewel hij één van zijn acht poten miste, was het nog steeds een potige jongen. Op een warm plekje ongeveer in het midden van de tafel liet hij zich als een Citroën DS door zijn hydraulische vering zakken om de warmte van het hout ten volle te benutten. Dat bood mij de gelegenheid om rondom wat foto’s van hem te maken …
Het was weer een bijzonder uurtje in de vogelkijkhut in de Jan Durkspolder. Het was er druk, maar wel gezellig druk. De sfeer werd voor een belangrijk deel bepaald door een (echt)paar vogelaars, die ieder vogeltje zagen vliegen of lopen. En dat niet alleen, ze konden ze ook allemaal op naam brengen …
Zo zagen ze op een bepaald moment aan de westkant van de hut een aantal vogels zitten, waar ik alleen maar groen zag. Ik heb geruime tijd moeten zoeken en turen, pas toen ze wat meer uit het groen tevoorschijn kwamen, zag ik drie watersnippen zitten. Want dat bleken het te zijn, watersnippen en geen grutto’s. Maar eerlijk is eerlijk, die fout zou ik mogelijk ook gemaakt hebben zonder de deskundigen aan mijn zijde …
Want deskundig was dit stel zeker, en ze werkten perfect samen. Wanneer de één op grote afstand iets zag, wist de ander op basis van enkele simpele aanwijzingen de vogel vaak al heel snel te lokaliseren en te herkennen. En niet alleen dat, ze deelden hun waarnemingen ook steeds met de andere aanwezigen in de hut. Zij wezen ons ook op de goed gecamoufleerde watersnippen dicht bij de hut. Een van de watersnippen die zo mooi bij de stronken zaten, maakte na verloop van tijd een klein uitstapje om een stukje verderop te gaan foerageren …
De finale van de vogelshow werd die dag verzorgd door een sperwer, die neerstreek aan de westkant van de hut waar eerder de drie watersnippen zaten. Ik kan het me verbeelden, maar ik kreeg sterk de indruk dat hij wat beteuterd om zich heen keek, alsof hij zich afvroeg waar zijn lunch was gebleven. Sneu of niet, ik was er wel blij mee, want mijn eerste en laatste foto’s van een sperwer dateerden van maart 2012. Dat waren overigens wel bijzondere foto’s, want die sperwer zat in de hazelaar in onze tuin …
Ik sluit dit hoofdstuk af met een waarneming, die ik die middag helemaal zelf heb gedaan: een sprinkhaan – waarschijnlijk een boomsprinkhaan – die op één van de neerklapbare luikjes zat. Misschien wat minder spectaculair dan de watersnippen en de sperwer, maar daarom niet minder mooi. En bedenk hierbij ook: ‘wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd …’
Anderhalve week nadat ik bij de vogelkijkhut in de Jan Durkspolder een paar grillige stronken aan de waterkant had gefotografeerd was ik er weer, ditmaal weer met Jetske. Het was wisselend bewolkt weer. Zon, wind en wolken zorgen samen voor een mooi lichtspel op het water …
Veel meer was er op dat moment ook niet te zien aan de kant van de hut waar ik zat. Daar kwam verandering in, toen Jetske me even later bij zich riep. Zij zat aan de andere kant van de hut en wees naar de stronken, die daar lagen. “Ja, die heb ik vorige week al gezien,” zei ik lachend …
“Ja, maar zie je wel wat er bij die stronken zit ..?” vervolgde ze. Toen ik nog eens keek, zag ik pas wat ze bedoelde …