Laat ik vandaag eens beginnen met een kaartje van een deel van de Jan Durkspolder tussen Oudega en Earnewâld …
De foto’s van het ondergelopen land, die ik hier gisteren liet zien, heb ik gemaakt bij de Hooidamsbrug (1). Dat ondergelopen land is ruwweg de groene driehoek linksboven de 1.
Sjoerd vroeg gisteren waar de naam Hooidammen vandaan komt. Op die vraag heb ik (nog) geen antwoord kunnen vinden, ik laat het daarom bij het vermoeden dat de Hooidammen en diverse hooiwegen in de omgeving vroeger van belang waren voor het vervoer van het hooi van de laag gelegen hooilanden in de regio …
Terug nu naar de uitkijktoren die ik daar maandagmiddag ontwaarde. Vanaf de Hooidamsbrug (1) probeerde ik een inschatting te maken waar de nieuwe uitkijktoren (4) precies staat en hoe ik er het makkelijkst zou kunnen komen. Ik besloot via Oudega om de Jan Durkspolder heen te rijden, daarbij ben ik nog voorbij de oude vogelkijkhut (2) gereden, om de auto uiteindelijk aan het eind van het zandpad te parkeren (3). Daar begon de wandeling naar de uitkijktoren, en ook daar vandaan leek het nog een heel eind …
Rustig doorstappend over het schelpenpaadje langs de Hooidamssloot kreeg ik na verloop van tijd toch een duidelijker beeld van de uitkijktoren …
Nog even over de brug, en dan ben ik ter plekke. Gelukkig staat er een mooie picknicktafel bij de toren, zodat ik mijn benen even wat rust kan gunnen, voordat ik aan de klim naar de tweede etage begin …
Aan de voet van de toren staat verder een mooi informatiebord waar het een en ander valt te lezen over de geschiedenis van deze plek. We staan hier in de Jan Durkspolder, die onderdeel uitmaakt van het Nationaal Park De Alde Feanen. De Jan Durkspolder is genoemd naar veenbaas, schipper en handelaar Jan Durks de Jong. De Jong liet het gebied tussen 1867 en 1873 vervenen. De gewonnen turf werd afgevoerd naar Holland, waar De Jong het goed kon verkopen. In dezelfde periode liet De Jong een aantal boerderijen in het gebied bouwen. Na de vervening werden in de polder kaden aangelegd en tjaskermolentjes gebouwd, zodat de polder bemalen en de ontstane graslanden gemaaid en gehooid konden worden …
In vroeger jaren stonden er tien boerderijen in en om de Jan Durkspolder. Eén van die boerderijen stond op de plaats waar nu de uitkijktoren staat. Deze boerderij werd in 1929 gebouwd door Gerke en Romkje Jellema. Van 1951 tot 1962 werd de boerderij bewoond door de familie Leffert van de Bij. De boerderij kreeg toen de naam “Romsicht” (Ruim zicht), en dat is ook de naam die de uitkijktoren heeft gekregen …
Het gezin Van de Bij woonde hier met acht personen en hield 15 melkkoeien. Bij de boerderij hoorde tien hectare grasland dat ’s zomers werd gemaaid en werd beweid door de melkkoeien. Het in de zomer gewonnen hooi diende in de winter als voer voor de koeien. Om voldoende hooi te kunnen winnen voor de wintermaanden, werden er door de Van der Bij’s ook op andere plekken in de Alde Feanen graslanden gemaaid. Al dat hooi moest met een zogenaamde bok over het water naar de boederij vervoerd worden …
In 1962 vertrok de familie Van der Bij naar een boederij aan de Manjepetswei, omdat men daar rendabeler kon boeren. “Romsicht” werd gekocht door de heer Helmers, een arts in Drachten, die de boerderij wilde verbouwen tot vakantiewoning. Dat is er echter nooit van gekomen en de boerderij raakte in verval. Uiteindelijk werd “Romsicht” in 1967 afgebroken. Op de restanten van de oude fundamenten heeft natuurbeschermingsorganisatie It Fryske Gea onlangs de uitkijktoren laten bouwen …
Morgen neem ik jullie mee naar boven om te genieten van het weidse uitzicht over de Jan Durkspolder …