December begon koud, maar van winter was geen sprake. Het was veelal zwaar bewolkt met een gure wind, overdag was het een graad of vier en ’s nachts lag de temperatuur vaak rond het vriespunt. Het onderstaande beeld, gemaakt onderweg naar de Sinterklaasviering, laat duidelijk zien dat het in de eerste week geen weer voor mijn fotokuiertjes was …

Vanaf 10 december veranderde het beeld en kreeg het weer een winters karakter. Na een paar nachten met lichte tot matige vorst zag het er op 14 december in de tuin zowaar even echt winters uit. De zon scheen en het vroor lekker. Het ijs riep! Het eerste wat ik op zo’n dag doe is een ritje naar de Hooidammen maken. Daar maakten de eerste schaatsers op het ondergelopen land hun eerste slagen van het jaar op natuurijs. Ik had een van mijn vermaarde topdagen, want ook in het bos heb ik volop genoten van de winterse sfeer …



Vijf dagen kon er op ondergelopen land en verschillende ijsbanen veilig geschaatst worden. Daarna was het weer voorbij met de winterpret. Vanaf 20 december kwamen we weer onder de invloed van lagedrukgebieden en liepen de temperaturen snel op. Waar op 18 december nog een laag ijs lag, nam de grote zilverreiger zijn bad weer. Bij Earnewâld kreeg ik nog een buitenkansje om een zeearend te zien landen. Op 30 december heb ik het fotojaar samen met mijn fotomaatje afgesloten bij ‘de Slotpleats’ bij Bakkeveen. Ik kom hier nog op terug …




Wat moet ik er verder nog van zeggen? December had duidelijk twee gezichten. Na een licht winterse start eindigde de maand met recordhoge temperaturen. Tijdens de jaarwisseling stond hier in de tuin 13,5°C op de thermometer. Aan het eind van de maand heb ik 11 vorstdagen geteld en 1 ijsdag, de eerste en de laatste van 2022. Dankzij de twee gezichten kwam de gemiddelde temperatuur uit op 3,7°C (normaal over de periode 1971-2000: ca. 3,4°C). Ook de hoeveelheid neerslag week dankzij de natte laatste week nauwelijks af van dat langjarig gemiddelde …

