Hendrika herinnerde me er gisteren op subtiele wijze aan, dat ze vol spanning wachtte op de verklaring van de zwarte gaten, die her en der verschenen op het ijs in De Deelen. Als Hendrika de reacties op Vadertje Langbeen en de zwarte gaten had gelezen, dan had ze gezien, dat de verklaring daar inmiddels al is gegeven, maar ik ben de beroerdste niet, en dus wil ik het nog wel even samenvatting en aanschouwelijk maken. Daarvoor begin ik weer met het ijselijke stilleven dat gevormd werd door het eerste zwarte gat …

Dergelijke zwarte gaten, maar dan een stuk minder mooi en subtiel, heb ik op eind januari ook aangetroffen op de dobbe in het Weinterper Skar. Daar waren de zwarte gaten te zien in de eerste sneeuw die er deze winter op 29 januari was gevallen …

Deze rare plekken ontstaan doordat uit de bodem van de dobbe en andere wateren gasbelletjes opstijgen, die de nog verse en door de sneeuw verzwakte ijslaag van onderen aantasten. Groninganus schreef daarover: “De veenbodem onder het water laat regelmatig bubbeltjes methaan los, daardoor ontstaan ronde wakken, die vanaf de zijkant langzaam dichtgroeien, maar er heel lang over doen om helemaal dicht te gaan. Dit verschijnsel doet zich ook voor op het Hoornsemeer, een vrij recent aangelegd meer ten noorden van het Paterswoldsemeer. Daar kan je dus beter niet meteen gaan schaatsen …”

In combinatie met sneeuw levert dit het gevreesde kwalsterijs op: je trapt met je schaatsen voortdurend door deze brokkelige toplaag heen. Vandaar ook dat er alles aan wordt gedaan om deze vastgevroren sneeuw in de zuidwesthoek van Fryslân met man en macht van het ijs te schrapen …

Om iets van die gasbelletjes te laten zien, heb ik een drietal foto’s opgezocht, die ik in december 2002 heb gemaakt van het ijs op de dobbe. Toen lag er een prachtige, keiharde en spiegelende ijsvloer …

Als het water maar snel genoeg bevriest, zonder dat het bevriezingsproces wordt verstoord door wind en sneeuw, dan worden deze gasbelletjes gevangen in het ijs, voordat het de oppervlakte kan bereiken …

Op plaatsen waar de rij gasbelletjes boven elkaar in het ijs zijn gevangen, kun je aan de hand van die belletjes de dikte van het ijs meteen heel aardig inschatten …

Als we nu dit ijs maar hadden gehad op de route van de Elfstedentocht, dan was ik een stuk geruster geweest over het uitschrijven van de Tocht der Tochten. Ik vrees echter, dat er zeker op het zuidwestelijk deel van de route te weinig ijs ligt en dat de kwaliteit van dat ijs te slecht is. Het harde ijs op de laatste drie foto’s verliest zijn draagkracht niet meteen bij de eerste de best dooiaanval, het ijs dat er nu ligt begint echter vrijwel meteen zacht en brokkelig te worden. Die zestiende Elfstedentocht komt er, maar nu nog even niet, vrees ik …
Met dank aan allen, maar vooral aan Aargh, Geert en Groninganus voor hun bijdragen aan Vadertje Langbeen’s zwarte gaten.
Vind ik leuk:
Like Laden...