Vijfenzestig jaar

Een verjaardag heeft altijd een feestelijk tintje. Ooit, heel lang geleden, was je vijfenzestigste verjaardag extra feestelijk. In die tijd kreeg je na pakweg 40 of 45 jaar ploeteren voor de baas je vrijheid terug. Mijn vader kon zijn baas zelfs al op zijn achtenvijftigste gedag zeggen. Maar ja, dat was nog in de tijd dat de bomen nog zo ongeveer tot in de hemel groeiden. Sinds we in een nieuw millennium zitten, zijn de tijden echter op diverse terreinen meer of minder drastisch gewijzigd. Onze generatie is net wat te laat voor geboren voor een vroegtijdige pensionering. Aafje vist dan ook achter het net …

Maar ach, eigenlijk vinden we dat geen van beiden echt heel erg. Aafje heeft sinds enkele jaren gelukkig weer prima naar haar zin bij de baas. En we zijn er eerlijk gezegd geen van beiden aan toe om dag en nacht samen thuis door te brengen. We gaan rustig nog een maand of zestien door aftellen. Vandaag maken we er desalniettemin een feestelijke dag van …

Onze voortuin is in vanmorgen vroeg alle stilte luidruchtig in de stemming gebracht door Aafjes’ jongste broer.
Goed werk, Hotze!