Bij de Lippenhuisterbrug

Eén van de eerste ritjes op de iLark bracht me vorige week terug naar de Lippenhuisterbrug (OpenStreetMap) aan de Zandlaan tussen Beetsterzwaag en Lippenhuizen. Hier speelde zich het boek ‘Feroaring fan lucht’ (‘Verandering van lucht’) af, mijn favoriete boek uit 1971 van de Friese journalist/schrijver Rink van der Velde. Ik heb hier eerder in juni 2023 een blogje over geschreven: Feroaring fan lucht

Het schijnt tegenwoordig een geliefd plekje te zijn bij libellenkenners. Vorige week lukte het om er een paar parende korenbouten (denk ik) en een bloedrode heidelibel te fotograferen. Vanaf het bruggetje kon ik ook een paar bloemen van het pijlkruid vastleggen …

Het bruggetje overspant het riviertje it Alddjip of Koningsdiep. Het riviertje kronkelt, omgeven door weilanden en boswallen, van Bakkeveen naar Akkrum. De afgelopen jaren is het gebied steeds mooier geworden. Het oude riviertje is zoveel mogelijk teruggebracht in zijn originele bedding. En dat komt flora en fauna zeer ten goede …

Libellen bij it Alddjip

Nadat we eerder onderweg al een wat wonderlijk ooievaarsnest hadden gefotografeerd, maakten Jetske en ik tijdens onze fietstocht half juni pas bij de Lippenhuisterbrug over het Alddjip (Google Maps) de eerste echte tussenstop …

Nadat we een boterham hadden gegeten, zochten we allebei een plekje op de oever van het kleine riviertje. Erg veel waterjuffers en libellen lieten zich niet zien, maar ik wist toch een grote roodoogjuffer en een een viervlek in beeld te vangen …

Toen er even later twee hondeneigenaren aan kwamen, waarvan er eentje zijn hond het water in stuurde om een stok te apporteren, was het gedaan met de rust aan het stroompje …

Ten afscheid nog een libel, waarvan Obsidentify zegt dat het gevlekte witsnuitlibel is. En wie ben ik om dat dan tegen te spreken …

Feroaring fan lucht

Vrijdag heb ik met de iLark een ritje opnieuw gemaakt naar een plekje waar ik al vele jaren niet meer was geweest. Hier speelde zich het boek ‘Feroaring fan lucht’ (‘Verandering van lucht’) af, een boek van de Friese journalist/schrijver Rink van der Velde uit 1971. Het verhaal speelt zich af in en rond een arbeidershuisje bij de Lippenhuisterbrug (Google Maps) over het Koningsdiep ten zuiden van Beetsterzwaag. Toen ik er in oktober 1989 tijdens een fietstocht langs kwam, heb ik wat foto’s van het huisje gemaakt …

Durk Lugtigheid, alias Durk Snoad, is de vader van een huishouding met twaalf kinderen, die ergens diep in de Sweachster bossen in een oud arbeidershuisje woont. Een asociale huishouding, zo zal het zaakje tegenwoordig bestempeld worden. Durk Snoad leeft het meest van de steun vanwege niet te controleren rugklachten en van de stroperij. Hij is genetisch in opstand tegen het wettelijk gezag. Weldenkende en goedmenende mensen trachten er toch nog een fatsoenlijke huishouding van te maken en weten de familie in een huurwoning in Drachten te krijgen. Durk moet aan het werk tussen de vier muren van de Philipsfabriek aan de Oliemolenstraat. Dat kan natuurlijk alleen maar verkeerd aflopen …

Het boek ligt me na aan het hart, omdat de situatie van de verhuizing van het vrije platteland naar het kleinstedelijke Drachten in de jaren 60 heel herkenbaar is. Wij verhuisden rond die tijd vanuit het kleine gehucht Echten ook naar Drachten. En ook de boerefeint van weleer kwam bij Philips terecht. Ik heb daar in 2014 een blogje over geschreven: Echten – Commissiepolle (3)

Het huisje van Durk Snoad lijkt intussen een riante woning te zijn geworden. Jammer genoeg valt er weinig meer van het huis te zien. Tussen struiken en bomen schemert een rieten dak, en wie goed kijkt, kan zien dat de naam ‘Feroaring fan lucht’, die eerst boven de deur stond, nu een prominent plekje heeft gekregen boven de klopper op de voordeur …

De natuur is er nog steeds prachtig. Het Alddjip of Koningsdiep meandert hier prachtig door het beekdal. Het grootste verschil met de situatie in oktober 1989 is eigenlijk nog dat de koeien nu aan de oostkant van de brug liepen te grazen, terwijl ze toen aan de westkant stonden. Zo gaan die dingen hier in the middle of nowhere

Naast de brug over het Alddjip zat een libellenkenner. Hij was hier naar toe gekomen voor de metaalglanslibel, en hij had hem intussen al op de gevoelige plaat vastgelegd. Ook de weidebeekjuffer laat zich hier tegenwoordig regelmatig zien, vertelde hij. Ik kwam die dag niet verder dan een poepende en een paar parende korenbouten (denk ik). Het zou best eens kunnen dat ik daar binnenkort nog eens wat langer neerstrijk …