Zwartewatersklooster uit de eerste hand

Hier en daar een foto makend, liepen we de buurtschap verder in. Behalve drie boerderijen staan er nog een paar huizen en losse schuren langs de straat. Het is moeilijk voor te stellen dat Zwartewatersklooster van 1233 tot 1590 een religieus centrum van betekenis was. Er woonden naar schatting tussen de 25 en dertig nonnen, maar ook timmerlieden, bierbrouwers en allerlei andere lieden die je in een dorpsgemeenschap vindt. Al met al woonden er in en rondom het complex rond de honderd personen. Tegenwoordig is dat nog maar een handjevol …


Eén van de tegenwoordige inwoners van Zwartewatersklooster is Johannes ten Klooster. Ten Klooster is geboren en getogen in de buurtschap en zijn familie heeft waarschijnlijk in het klooster gewoond. We troffen Ten Klooster toen we stonden te fotograferen bij zijn huis, terwijl hij in de tuin bezig was …


We groetten hem vriendelijk, waarna hij naar ons toe scharrelde. We vertelden hoe we hier terecht waren gekomen en staken onze bewondering voor de mooie oude boerderijen niet onder stoelen of banken. Met zijn schoffel naar de linde voor zijn huis wijzend, vertelde hij lachend over de schade aan zijn boom, die geregeld wordt geschampt door passerende voertuigen …

‘Deze boerderij is gebouwd in 1860, en hij is al vanaf het begin in de familie geweest. Je kunt op verschillende plaatsen in de muren nog originele stenen van het oude klooster zien. Eigenlijk woon ik nog steeds een beetje in het klooster’, vertelde Johannes. Hij vervolgde trots: ‘op onze begraafplaats worden al 785 jaar doden begraven. Er worden alleen mensen begraven die in een huis wonen, dat oorspronkelijk bij het klooster hoorde. Niemand heeft verder iets over die begraafplaats te vertellen, ook de gemeente niet. Wij gaan over onze eigen begraafplaats …’

Omdat het stilstaan na enige tijd niet alleen mij, maar ogenschijnlijk ook Ten Klooster moeite begon te kosten, namen we afscheid van deze vriendelijke verteller …

Terwijl ik later ter voorbereiding van deze blogserie informatie over Zwartewatersklooster verzamelde, kwam ik o.a. het onderstaande filmpje van RTV Oost uit april 2016 tegen. Tijdens de nog steeds voortgaande zoektocht naar de graven van de ridders doet Johannes ten Klooster bij zijn huis en op de begraafplaats ongeveer hetzelfde verhaal, dat hij ons vorige week vertelde …

En wil je nu nog meer mooie verhalen over deze parel van plattelandshistorie lezen, dan kan ik het volgende artikel aanbevelen. Hierin komt Johannes zijn broer Berend ten Hoor aan het woord: “Zwartewatersklooster is rustig, houen zo”

Vogelkijkhut in de Olde Maten

Vanaf dat bijzondere eco-aquaduct reden we het natuurgebied de Olde Maten in. Daarmee reden we ook de bible belt in. Dat was ook al snel te zien, toen we twee wandelaars inhaalden, waarvan er één in klederdracht liep …

Niet veel later bereikten we de vogelkijkhut Zwartewatersklooster. Ik had nog nooit van de naam gehoord, maar ik zou er een uurtje later al het één en ander over aan de weet komen …

De vogelkijkhut is een mooie, ruim opgezette hut met twee verdiepingen. Kijkgaten op beide verdiepingen bieden in oostelijke richting zicht op een langgerekt petgat …

Terwijl we op de bovenste etage stonden, liet Jetske haar technisch blik langs de houtverbindingen in het dak glijden. Tien minuten nadat we de beide wandelaars hadden ingehaald, zagen we ze voorbij de open achterkant van de hut lopen …

De zijwanden van de hut zijn op de begane grond heel toepasselijk afgewerkt met turfjes, waarvan er – kijkend naar het omliggende petgatenlandschap – hier ooit ook veel gestoken zijn …

By de Earnewâldster reitsnijers

Zoals ik gisteren al vertelde, kwamen de Earnewâldster rietsnijders steeds dichterbij terwijl ik bij het ooievaarsnest stond. Meestal breng ik in het vroege voorjaar samen met mijn fotomaatje Jetske een bezoekje aan rietsnijders in De Weerribben. Dat was er dit jaar nog niet van gekomen, daarom was het mooi om deze mannen nu hier aan het werk te zien …


Weldra kwamen de rietsnijders op hun ronkende machine met de brede vol scherpe tanden uit het rietland tevoorschijn. De rupsmaaier werd gekeerd, waarna de lading pas gemaaid riet naast het pad werd gelost …

Nadat de bak geleegd was, kwamen de mannen naar me toe lopen. Al snel ontspon zich een gezellig gesprek over het fantastisch mooie weer dat het werk voor de mannen een stuk makkelijker en aangenamer maakte. Tot nu toe waren ze niet ontevreden over de oogst, dat was wel eens anders geweest. De stengels waren misschien wat aan de korte kant, maar daar was tegenwoordig ook wel vraag naar …

Corona is gunstig geweest voor de riettelers. Er was vooral minder aanvoer uit m.n. China, en dat had een positieve invloed op de prijsontwikkeling gehad. Hoe genoeglijk we ook stonden te praten over de rietteelt, na enige tijd moest er weer gewerkt worden. De machine werd gestart en nadat de laadbak weer was gesloten, reden ze tussen rondzwevende pluisjes het rietland weer in …

Schaduwen op de muur

Wat een vreugde om na die lange grijze periode in februari deze week eindelijk weer een paar dagen volop zon te hebben. Dat kwam goed uit, want ik was door mijn voorraad actuele foto’s heen. Die heb ik gisteren en vandaag meteen weer in ruime mate kunnen aanvullen …


Woensdagmiddag heb ik eindelijk het al wat langer bestaande plan opgepakt om eens een kuier te maken naar een kunstwerk dat in maart 2021 bij de A7 is geplaatst. Het staat weliswaar ‘slechts’ 1,5 km van ons huis, maar dat is lopend nog altijd een stuk verder dan mijn benen aankunnen. Daarom heb ik het grootste deel eerst met de auto afgelegd, tot ik op een doodlopende weg niet verder kon …


Toen ik aan het eind van de Oude Slingeweg de fietstunnel in liep, vielen meteen de schaduwen van de nog kale bomen op de oostelijk tunnelmuur op. Daar heb ik – denkend aan ‘Shadow of the wall’ van Mike Oldfield – even wat tijd voor genomen …

Terwijl ik even later in de tunnel liep, werd ik ingehaald door een klein peloton luid bellende fietsers. Ze zullen zich waarschijnlijk even jong gevoeld hebben, omdat de bellen zo lekker echoden in de tunnel …


Terwijl ik het licht weer tegemoet liep, kwam mijn einddoel in zicht …

Een anoniem groen graf

Dat we hier in een groen landelijk gebied zitten, was niet alleen te zien aan de beeldjes van de koe, de geit en een aantal andere (boerderij)dieren op het kerkhof. Aan de noordkant trof ik ook nog een vrijwel volledige groen graf aan. Binnen een grijze omranding was dit graf bedekt met sedum. Gegevens over de overledene waren er niet te vinden …


Ik kende sedum tot nu toe vooral als dakbedekking en als tuinplant, maar het schijnt ook steeds meer te worden gebruikt op graven. Het voordeel is dat het graf zonder veel onderhoud mooi groen blijft. De planten vermeerderen zichzelf zonder dat ze in droge perioden dagelijks water moeten hebben. En last, but not least: ze filteren bovendien CO2 en stof uit de lucht, waardoor de omgeving gezonder wordt …

Hardwerkende krasse knarren

Op weg terug van de vogelkijkhut naar de auto hoorde ik iets verderop met korte stoten het geronk van een motorzaag. Bijna terug bij het pad kon ik ook mannenstemmen horen …


Een aantal vrijwilligers en een betaalde kracht van de Friese natuurbeschermingsorganisatie ‘It Fryske Gea’ waren een stukje verderop bezig met het knotten van de wilgen daar. Nadat ze eerder de wilgen langs het pad al onder handen hadden genomen, waren nu de wilgen in het rietland aan de andere kant van de sloot kennelijk aan de beurt …

Dus denk bij het passeren van zo’n oude knotwilg niet dat het maar een oude dode boom is, waarvan de gaten als prullenbak bedoeld zijn. Nee, die voor ons landschap zo kenmerkende oude knotwilgen zijn in de loop der jaren vaak met zorg gevormd in een hechte samenwerking van moeder natuur en een legertje hardwerkende krasse knarren …

Waar zouden we zijn zonder alle actieve vrijwilligers?

Ik vrees dat er zeer grote problemen zouden ontstaan op het vlak van natuur, cultuur, sport, verenigingswerk, zorg & welzijn, politiek, wijk- en buurtwerk, sociale hulpverlening, onderwijs & scholing. Ik durf de stelling wel aan dat onze samenleving goeddeels in zou storten zonder vrijwilligerswerk.