Een primeurtje: de blauwborst

Nadat we een tip hadden gekregen dat het Stroïnkgemaal open was voor publiek, hebben Jetske en ik in het kader van de Nationale Molendag zaterdag een bezoek gebracht aan het Stroïnk gemaal bij Blokzijl en spinnenkopmolen de Wicher bij Kalenberg. Verslag en foto’s daarvan zullen op enig moment hier wel verschijnen. Vandaag beperk ik het tot de primeur, waarmee de dag werd afgesloten. Omdat ze eerder in de week al wat verkennend werk had gedaan, wist Jetske me te verblijden met de blauwborst. We zaten al een tijdje tactisch opgesteld te wachten, toen hij zich plotseling liet zien …

“Daar is hij, Jan …,” hoorde ik Jetske fluisteren …


“Ja, ik heb hem al gezien, maar wat heeft hij een vervelend donker plekje opgezocht …,” reageerde ik zachtjes …


Amper een halve minuut later vloog hij op om een paar meter verderop neer te strijken op een af en toe flink heen en weer waaiende rietstengel. Ruim vijf minuten liet hij zich bewonderen, daarna verdween hij uit ons zicht …

Korte tijd later liet ook het vrouwtje zich nog even zien. Van haar heb ik maar één acceptabele foto kunnen maken, zodat ik nog eens in de herkansing zal moeten. Maar dat is over het algemeen geen straf …

Zwarte sterns en naderend onweer

De vreemde vogel liet zijn riedeltje nog steeds regelmatig horen vanuit de boom in het rietland. Hij liet zich echter niet zien, daarom besloten we door te lopen naar de vogelkijkhut met de toepasselijke naam ‘Blaustirns’. Het is de Friese benaming voor de zwarte stern, en dat is precies de vogel waarvoor we hier naar toe waren gekomen …

De zwarte stern is een trekvogel die als bedreigd op de Rode lijst staat. Die indruk kregen we zaterdagmiddag gelukkig geenszins. Vanaf het eerste moment dat we in de kijkhut zaten, vlogen er talloze malen zwarte sterns aan ons voorbij. Ik heb er nu eens een keer meer foto’s van kunnen maken dan ik hier nu kan laten zien …

Intussen kwam de bui die we eerder al boven Eastermar zagen hangen, langzaam maar zeker onze kant op. Na enige tijd hoorden we de donder in de verte over de Leijen rollen …

Wat ik niet goed begrijp, is dat sommige watersporters er desondanks voor kozen om het water op te gaan, zoals het motorbootje, of om er op te blijven zoals de kanoërs …

Jetske en ik hadden onze fotografische buit na een half uurtje wel binnen. Een echte duikvlucht om een visje te vangen en het voeren van bedelende jongen hadden we niet te zien gekregen, maar verder was ik zeer content over de medewerking die we hadden gekregen van de sterns. Daar besloten we op te stappen. Misschien konden we nog net voor de bui los zou barsten bij de auto zijn. …

Op de terugweg troffen we halverwege het pad door het riet een paar mensen aan. De man van het stel stond met de fiets aan de hand(!?) naar de boom te kijken. Daar klonk nog steeds het riedeltje dat we op de heenweg ook al hadden gehoord. De in een blauwe trui geklede man dacht dat het om een blauwborst ging.

Hij had hem alleen nog niet kunnen zien, daar bracht hij echter verandering. Behalve een fiets had hij ook een verrekijker meegenomen. Daarmee wist hij de vogel te lokaliseren, vertelde hij even later. Maar hoe goed hij ook zijn best deed om ons het juiste takje aan te wijzen, Jetske en ik kregen hem niet te zien …

Tot slot: hoewel we net niet helemaal droog bleven, waren we mooi op tijd bij de auto voordat de hemelsluizen echt open gingen. 🙂