Zo, we zijn weer een persconferentie verder. Langzaam, maar zeker worden de teugels wat gevierd. Stapje voor stapje komt er meer ruimte om ons leven binnen de anderhalvemetersamenleving op te pakken. “We mogen vertrouwen hebben, maar moeten waakzaam blijven,” aldus onze Premier in Crisistijd. Voor mij persoonlijk betekenen de versoepelingen die in juni ingaan nog geen verruimingen. Maar gelukkig kunnen we hier nog steeds rustig de natuur in, en dat probeer ik ook nog steeds een paar maal per week te doen …
Maandag heb ik weer even een ritje naar de Jan Durkspolder gemaakt. Ook ditmaal was het er weer heerlijk rustig. Er stond zelfs geen auto geparkeerd bij het paadje naar de grote vogelkijkhut. En dus besloot ik voor het eerst sinds het begin van het coronatijdperk maar weer eens in de hut te kijken …
Hoewel het echt een grote hut is, waarin je prima met een man of 4 op anderhalve meter van elkaar kunt zitten, zit ik er momenteel toch liever niet tegelijk met anderen. Het voelde goed om er voor het eerst sinds een paar maanden weer van het vertrouwde uitzicht te genieten …
Ik zat er nog maar net, toen ik links van de hut een zwarte vogel door het water zag stappen. Vermoedelijk een meerkoet, dacht ik, maar toen ik er goed naar keek, zag ik dat het een waterhoen was. En het was niet zomaar een waterhoen … Het klinkt misschien raar, maar in bijna 15 jaar bloggen, was dit het eerste waterhoen dat ik voor de lens kreeg. Een primeur dus …
Tot mijn grote verdriet bleef het beperkt tot één goede foto, want het dier stapte naar de kant en verdween daar tussen gele lissen. ’t Had zo mooi kunnen zijn …