Waar waren we gebleven? Jawel, in de grote vogelkijkhut in de Jan Durkspolder. In het voorgaande blogje hadden Jetske en ik net een grote donkere vogel zien landen in een boom op de westelijke oever van de plas. De vogel leek me groter dan een buizerd, en dan hoop ik eerlijk gezegd altijd even dat het een (jonge) zeearend is. Er zijn tenslotte onlangs op luttele kilometers afstand van de vogelkijkhut in de Alde Feanen weer twee jonge zeearenden grootgebracht en uitgevlogen …

De grote donkere vogel was neergestreken in een boom waar blijkbaar al een soortgenoot zat. Samen zaten ze nu in de top van een kalende boom. Ik had nog steeds geen idee wat voor vogels het waren …

Met de uiterste krachtsinspanning van de Powershot SX70HS heb ik ze nog een stukje dichterbij kunnen halen. Het bleken donkerbruine vogels met een gele kop te zijn en een donkere rand rond de ogen …



Een tijdlang zaten de vogels samen in de boom, de ene leek daarbij geen fijn plekje te kunnen vinden. Hij moest de nodige acrabatische toeren uithalen om in de boom te kunnen blijven. Na enige tijd zagen we dat hij opvloog en overstak naar de oostkant van de plas …

De tweede vogel bleef zitten waar hij zat. Jetske had intussen Obsidenify al ter hand genomen. Daarbij was ze stilaan tot de conclusie gekomen, dat het waarschijnlijk twee juveniele exemplaren van de bruine kiekendief waren …

De vogel die naar de andere kant van de de plas was gevlogen, was inmiddels geland in de buurt van een groepje eenden. Daar bleef hij een tijdlang lekker zitten badderen …



Nadat het kennelijk genoeg was geweest, schudde hij zijn verendek eens flink uit. Toen hij daarbij zijn vleugels uitsloeg, was goed te zien hoe groot hij was …

Daarna vloog hij terug naar de westkant, waarna we hem uit zicht verloren. Maar dat was helemaal niet erg. De beide kiekendieven hadden ons een prachtig slot van de dag bezorgd, we konden weer een mooie waarneming bijschrijven …
