IJskristallen

Voor de liefhebber van winterse verschijnselen als sneeuw en ijs zijn het topdagen. Voor mij geldt dat zeer zeker. Gisteren heb ik eerst een wandeling gemaakt in de met sneeuw bedekte Ecokathedraal. De foto’s daarvan houden jullie nog even tegoed. Vandaag wil ik even terug naar de kern, de kern van de sneeuwvlok …

Terwijl ik gistermiddag achter de pc zat, zag ik dat het heel licht begon te sneeuwen. Met de macro-voorzetlens op mijn camera ben ik naar buiten gelopen, waar ik vervolgens enige tijd bezig geweest ben om wat van die hele kleine sneeuwvlokjes in beeld te vangen. De meeste sneeuwvlokjes bestonden op dat moment gelukkig uit één enkele ijskristal, dat maakte het in feite gemakkelijker om ze in beeld te kunnen brengen. Sommige waren onderweg naar beneden al begonnen samen te klonteren tot een wat grotere sneeuwvlok, dan zijn de structuren veel minder goed zichtbaar …

IJskristallen ontstaan in koude lucht waar veel water in zit. De watermoleculen hechten zich aan stofdeeltjes die in de lucht zweven. Sneeuw bestaat uit aan elkaar geklonterde ijskristallen. Door botsingen onderling van de ijskristallen op hun weg naar beneden groeien deze ijsdeeltjes tot sneeuwkristallen. Ongeveer 4.000 van deze uiterst minieme kristallen zijn nodig voor de vorming van één sneeuwvlok. Wanneer de lucht onder de wolk onder het vriespunt ligt, hebben we op de grond sneeuw. Is de lucht in de onderste honderden meters boven nul dan hebben we regen. Dit is het resultaat van die koude lucht gisteren, en er waren geen twee ijskristallen gelijk aan elkaar …

Bron: ‘Het ontstaan van ijskristallen, sneeuwkristallen en rijp’