Een statig huis

Ik had aan het Tsjerkeplein in Wierum een fijn muurtje gevonden om de batterij van mijn camera te wisselen en even te kunnen zitten. Ik zat er nog niet eens zo lang, toen ik Jetske weer zag verschijnen bij het vissersmonument op de zeedijk …

De zon had het monument intussen in een ander licht gezet. De zigzag lijn was van de onderste trap verdwenen, maar nu was hij mooi te zien op de bredere tweede trap. Jetske maakte intussen een foto van het monument en/of de langharige grijsaard, die even later bij mij langs liep …

Ik maakte intussen nog wat foto’s van het grootste en meest statige pand aan het Tsjerkeplein. Het gebouw is waarschijnlijk in 1832 gebouwd in opdracht van schipper Andries Davids Vellema. Mogelijk is het later in gebruik geweest als herberg. In 1918 is het pand gekocht door het waterschap …

In de loop der tijd hebben er diverse verbouwingen plaatsgevonden. Tegenwoordig staat het huis op te boek als Rijksmonument. Na de kerk is het verreweg het grootste pand in het dorp, dat verder voornamelijk bestaat uit vissershuisjes. Het Waterschapshuis heeft een grote beeldbepalende waarde voor het Tsjerkeplein …

– wordt vervolgd

Bij de Mariatsjerke

Terwijl ik de zee achter me liet, liep ik langs het vissersmonument over de trap naar beneden. Met de zon achter één van de ankers kon ik er nog net even een mooie tegenlichtopname van maken …

Nadat ik de trap was afgedaald liep ik nog even in de richting van de Mariatsjerke. Het is een kerk die omstreeks 1200 is gebouwd. Van de oorspronkelijke kerk rest alleen de zadeldaktoren en de westzijde. Het schip en het koor werden in 1912 vervangen door nieuwbouw ….

Voor de kerk staat het beeld ‘De wjirmdolster’, ‘De pierensteekster’, van beeldhouwer Hans Jouta. Over de achtergrond van dit beeld heb ik in 2019 al eens een blogje geschreven: De wjirmdolster

Ik sluit dit hoofdstuk af met een paar foto’s van de ingang van de kerk, die deels opnieuw is gemetseld. Naast de deur in de toren zit een gevelsteen met peilstreep. Daarop staat aangegeven hoe hoog het water hier eens heeft gestaan bij een dijkdoorbraak …

Bij een dergelijke ramp konden de dorpelingen alleen redding vinden in de hoge toren. Daar sluit ik vandaag af met een laatste foto van de oude kerktoren. Daarna ben ik op zoek gegaan naar een zitplekje op een muurtje aan het Tsjerkeplein …

– wordt vervolgd

Bij Vissersmonument Wierum

Nadat we Peazens-Moddergat achter ons hadden gelaten, reden we in westelijke richting naar Wierum. Daar parkeerden we de auto op het Tsjerkeplein, waarna we opnieuw de zeedijk beklommen. Ditmaal liepen we over een trap waar door de zon een mooie zigzag lijn op geprojecteerd werd …

Zoals elk vissersdorp heeft ook Wierum zijn eigen vissersmonument. De vissersvloot van Wierum werd op 1 december 1893 getroffen door een grote ramp. Er waren 17 vissersschepen uitgevaren, slechts 4 daarvan keerden terug. 22 Vissers, variërend van 19 tot 80 jaar, bleven die nacht op zee achter …

We beklimmen de tweede trap om op de kruin de dijk te komen. Daar staat al jaren een verrekijker op een paal met daaronder de tekst ‘Dêr’t de dyk it lân omklammet’ – ‘Waar de dijk het land omhelst’ …

Kijkend naar de onderstaande foto, zou je bijna zeggen dat die tekst hier op de zeedijk bij Wierum geschreven moet zijn. Kijk maar eens hoe mooi de gebogen dijk als een beschermende arm om Wierum heen ligt …

Oud-studiegenoot Freko heeft die beschermende arm rond Wierum heel mooi in beeld gebracht met een dronefilmpje dat hij in 2020 rond dezelfde tijd en datum heeft gemaakt als onze wandeling eind november …

– wordt vervolgd

Bij It Fiskershúske

Nadat Jetske zich bij me had gevoegd en we samen nog even op het bankje hadden zitten praten over onze ervaringen, werd het tijd om de trap af te dalen. Daarbij ben ik deze keer voorbij gelopen aan het Vissersmonument zonder het te fotograferen …

Om de een of andere reden vind ik dit geen fijn lopende trap. Maar Jetske had er ditmaal nog meer moeite mee. Zij had deze trap uitgekozen om de schokbestendigheid van haar nieuwe cameratas op wieltjes te testen …

Recht tegenover de trap staat museum ‘It Fiskershúske’. Dit is een museumcomplex van een aantal oude, nog origineel ingerichte visserswoningen …

Nu het er stil en leeg was konden we daar in het voorbijgaan nog mooi even een paar plaatjes van schieten. Dat bracht tevens met zich mee dat we het zonder coffee to go moesten stellen …

– wordt vervolgd

Urk revisited

Zo kom je er tien jaar niet, en zo kom je er in ruim twee maanden tijd drie keer. Ik heb het over Urk. Nadat ik daar eind december een nieuwe camera had gekocht, heb ik er begin februari een nieuw statief aangeschaft. Thuis ontdekte ik, dat daar in combinatie met mijn camera een kleine onvolkomenheid mee was, die ik zelf niet kon oplossen.

En dus toog ik na overleg half februari nogmaals naar Cameranu. Ditmaal ging Aafje voor de verandering eens mee. Het was licht bewolkt, en dat gaf Urk en het IJsselmeer een heel ander aanzien dan de vorige keren. Ik grijp dit bezoek aan om de grijsheid van de laatste tijd maar weer wat te doorbreken …

Nadat ik weer netjes was geholpen bij Cameranu, besloten we samen nog even aan de waterkant te kijken. We begonnen onze kuier weer bij het vissersmonument. Daar vandaan maakte ik de bovenstaande foto’s van de windturbines aan de noordkant van Urk. Daarna namen we de trap naar beneden. Onderaan de trap heb ik deze foto gemaakt. Onder het vissersmonument bevindt zich het Urker distributiereservoir van Vitens …

Aafje was intussen al een stukje vooruit gelopen in de richting van de vuurtoren. Beneden gekomen, maakte ik vlak voor de bocht nog even een paar foto’s van de vuurtoren, die nu prachtig tegen de blauwe lucht afgetekend stond. Ik besloot een foto in de schaduw te maken …

In diepe concentratie verzonken, merkte ik de auto die ter hoogte van de misthoorn om de bocht kwam rijkelijk laat op. De chauffeur maakte lachend duidelijk, dat ik niet hoefde te schrikken en dat ik eerst mijn foto nog wel even mocht maken …

wordt vervolgd

Het Urker vissersmonument

Toen we de trap weer hadden beklommen om nog eens bij het Urker vissersmonument te kijken, troffen we daar de rust aan die we er zochten. Er liepen alleen nog een paar oudere mensen …

Het vissersmonument is op 11 mei 1968 onthuld door koningin Juliana. Het kunstwerk stelt een vissersvrouw voor, die nog één keer achterom kijkt naar zee, vanwaar haar geliefde(n) had(den) moeten komen. Op de 36 marmeren platen staan 379 namen van hen die op zee het leven verloren. Herman Heijermans schreef het al in ‘Op hoop van zegen‘: ‘De vis wordt duur betaald …’

De visserij en de visverwerkende industrie brachten welvaart naar het voormalige eiland Urk. Maar Urk en zijn inwoners hebben daar ook zwaar voor moeten betalen. Vroeger werd de visserij nog niet uitgeoefend met moderne technieken en grote kotters. De botters en kotters, waarmee zij de zee op gingen, waren kwetsbare scheepjes waarvan er veel zijn vergaan in stormen. Veel vissers hebben de visserij met hun leven moeten bekopen, hun lichamen werden vaak ook nooit meer teruggevonden. Stil tuurden we van bij die lange rij namen nog een tijdje over het IJsselmeer …

– wordt vervolgd