’t Begin van de Drachtstervaart

Ik ga nog maar even verder met foto’s van mooie of bijzondere plekjes in en rond Drachten. Bevonden we ons de afgelopen dagen bij het Zuiderend en de Zuiderdwarsvaart, we gaan nu naar het uiterste westen van Drachten. De foto hieronder is gemaakt in oostelijke richting vanaf de brug in de Werf bij het Buitenstvallaat (Google Maps). Aan de horizon ligt 3,5 km verderop het centrum van Drachten …

Enkele dagen geleden schreef ik in het logje ‘Bij de Forten’ al dat de basis voor het huidige Drachten ligt bij het graven van de Drachtstervaart en de beide Dwarsvaarten. De omgeving van Noorder en Zuider Dragten bestond uit veen. Van dit veen werd turf gemaakt en dat werd door heel Nederland vervoerd. De beste manier om het te vervoeren was via het water, maar dat was via natuurlijke waterwegen moeilijk te realiseren. Daarom werd in 1641 begonnen met het uitgraven van een vaart: de Drachtstervaart, voluit: de Drachtster Compagnonsvaart

De vaart mocht beginnend bij Buitenstvallaat worden uitgegraven door Passchier Hendriks Bolleman, een koopman uit Den Haag. Voor het graven van de vaart werden naar verluidt 800 arbeiders tewerkgesteld. Dat de twee dorpjes na het graven van de vaart snel naar elkaar toe groeiden, blijkt wel uit het feit dat er bij de brug in Drachten al rond 1643 een school was gebouwd …

Het graven en de exploitatie van de vaart had nogal wat voeten in aarde. In ‘Vier eeuwen turfwinning’ valt te lezen: ‘Bolleman verplichtte zich om tussen de Smalle Ee en het hoogveen in oostelijke richting een kanaal te graven, tussen de beide dorpjes door, met dwars daarop een vaart naar het noorden en naar het zuiden. De aanleg van bruggen en sluizen was daarin begrepen. In ruil hiervoor zou Bolleman een kwart van het veen met de ondergrond ontvangen, alsmede het veen dat bij het graven van het kanaal vrijkwam. Van iedere praam turf van veertig voet lengte mocht hij een afvaartgeld heffen van acht stuivers, van kleinere pramen vijf stuivers 35. Het kanaal moest binnen een jaar gegraven zijn. Naast Bolleman nam nog een aantal Hagenaars in de onderneming deel. Omdat net als eerder bij de Burmaniasloot ook in dit geval de Hogeweg doorgraven moest worden, kwam er wederom verzet van andere grietenijen. In 1649, toen de vaart al lang in bedrijf was, werd Bolleman door de Staten van Friesland een octrooi verleend. Door tegenstanders werd hiertegen een procedure gestart die zij uiteindelijk in 1655 verloren …’

In de loop der jaren zijn verschillende mensen eigenaar geweest van de Drachtstervaart. De eerste eigenaar was Passchier Hendriks Bolleman, maar omdat hij in 1653 failliet ging, werd de boel verkocht aan Feyo van Heemstra en Isbrandus Ecofeen tot Bergclooster. In 1674 werd Sjoerd van Aylva de eigenaar. In 1754 ging het eigendom over op Douwe Aukes en Sijtske Wiegers. Pas in 1858 werden de inwoners van Drachten eigenaar van hun vaart …

– wordt vervolgd

Een mooi optrekje

Voorbij de tunnel rijden we in de richting van ziekenhuis Nij Smellinghe, maar voordat we daar zijn passeren we aan de linkerkant van de weg dit pronkstukje (Google Maps)

Deze mooie oude boerderij uit 1900 is het oudste en mooiste gebouw in dit deel van Drachten. In de directe omgeving staan verder nog twee huizen uit de jaren ’30 van de vorige eeuw. Zoals we in het logje ‘Bij de Forten’ hebben gezien, wilde men wat er een stukje zuidelijker leefde en woonde liever niet zien …

Morgen neem ik jullie van het zuiden mee naar het uiterste westen van Drachten.

Een kleurrijke tunnel

We gaan van het Zuiderend door de voetgangerstunnel (Google Maps) onder de A7 naar de Zuiderdwarsvaart in Drachten. Onderweg ben ik een paar maal gestopt om wat foto’s te maken van de graffiti en muurschilderingen, waarmee deze tunnel links en rechts, van voor tot achter en van onder tot boven vol staat. We gaan in de richting van het meisje met het blauwe haar aan de noordwand …

Dat is wat mij betreft ook meteen de mooiste tekening in de tunnel. Verder zitten er hier en daar best mooie schilderingen tussen, maar niet alles is het aanzien (meer) waard. Ik heb geprobeerd de spreekwoordelijke krenten uit de pap te vissen …

Zodra we de tunnel achter ons hebben gelaten, draaien we linksaf de Zuiderdwarsvaart op. Aan de linkerkant komen we langs een poort, waarachter een eenzaam pareltje van oud-Drachten schuil gaat …

poort die een mooi optrekje verbergt

De tunnel in

We laten ‘de Forten’ en het Zuiderend achter ons en zetten koers richting Drachten. Aan het wegdek is het niet zien, maar vlak voor de A7 en het Afvoerkanaal gaat de weg over in een voetpad …

We steken het Afvoerkanaal over dat parallel loopt aan de A7. Daarna gaan we linksaf en duiken de voetgangerstunnel in …

Zodra we het donkere gat van de tunnel in duiken, doemt er een bospad voor ons pad. Gelukkig lukt het om de roep van het bos te weerstaan. We slaan rechtsaf en gaan het licht weer tegemoet …

‘De Forten’ nu en ooit

Waar tot de jaren 60 nog sprake was van ‘de Forten’ aan het Zuiderend, ligt nu een kleine buurtschap, die van Drachten gescheiden is door de A7. Een klein woudhuisje uit 1928 herinnert nog aan die tijd. Achter het bankje en het informatiepaneel staan nu nog wat bouwgevalletjes, die wat doen denken aan de krotten en hutten waarin mensen hier 100 jaar geleden woonden …

Een stukje verder naar achteren staat een mooie boerderij uit 1949 waar niet meer geboerd wordt. Sierlijke paarden grazen er nu in het weiland …

Vanaf het bankje kijk je uit over een paar weilanden waar Texelse schapen zich tegoed doen aan het malse gras. Eigenlijk is het daar aan het Zuiderend wel een idyllisch plekje. Maar voor hoe lang nog …?

In deze weilanden is een toekomstige woonwijk aan de zuidkant van Drachten geprojecteerd. Als je over een jaar of 10 nog op het bankje aan het Zuiderend kunt zitten, dan kijk je waarschijnlijk tegen een nieuwe woonwijk aan met de naam ‘de Forten’ of zo. Er zullen naar schatting zo’n 3000-4000 woningen, enkele scholen en een winkelcentrum worden gebouwd. En als de door de gemeente Smallingerland zo gewenste Zuiderzeelijn of Lelylijn er komt, dan is de kans groot dat hier ook een spoorlijn en een station aangelegd zullen worden …

Bij ‘de Forten’

Hoewel ik nog genoeg (macro)foto’s uit de tuin heb, gooi ik het voorlopig eens over een andere boeg. De komende tijd laat ik hier eens wat foto’s en verhalen over Drachten de revue passeren. Ik begin daarmee op het plekje waar Aafje en ik half augustus Matroos Beek hebben ontvangen, bij het bankje aan het Zuiderend, aan het zuidoostelijke voeteneind van Drachten (Google Maps)

Drachten telt tegenwoordig ruim 45.000 inwoners. Rond het jaar 1600 was er van Drachten nog geen sprake, wel lagen er twee kleine dorpjes: Noorderdragten en Zuiderdragten. De omgeving kwam pas tot ontwikkeling na het graven van de Drachtstervaart en aan het eind daarvan de Noorder- en Zuiderdwarsvaart vanaf 1641 ten behoeve van de turfwinning. Langs de vaarten ontstond allerlei handel en nijverheid, en de beide dorpjes groeiden naar elkaar toe…

Waar bedrijvigheid en een zekere welvaart ontstaan, ontstaat ook armoede. En die armoede bleef lang groot in deze contreien. De veenarbeiders deden zwaar lichamelijk werk en werden vaak zwaar onderbetaald. De grootste armoezaaiers en verschoppelingen, het zogenaamde ‘uitschot van de maatschappij’, kwamen terecht aan het Zuiderend. Daar lagen in de volksmond ‘de Forten’, een paar simpele gemeentelijke woninkjes en wat zelf getimmerde spitketen. Een informatiepaneel bij het bankje vertelt het verhaal van ‘de Forten’ …

De laatste sporen van ‘de Forten’ zijn pas begin jaren 60 van de vorige eeuw door de gemeente opgeruimd. De spitketen, de op het droge getrokken ‘woonboot’ en de door de gemeente gebouwde huisjes, alles ging plat. Een lelijk vlekje was weggepoetst …

Zicht op de horizon

Je hebt een fotomaatje of niet, en ik heb er één!

Nadat we vrijdagochtend onder het genot van koffie en koek hadden bijgepraat, vroeg Jetske of ik het zag zit om een ritje te maken. Onder de voorwaarde dat ze drempels en andere verkeersremmers extra voorzichtig zou passeren om mijn onderrug niet nodeloos te belasten, leek dat me wel wat …

De zon scheen en er dreven vriendelijke wolken langs het zwerk. Daar komt nog bij dat ik eigenlijk toch wel minstens 1 of 2 keer per week de horizon moet kunnen zien. Ik stelde voor om even naar de Jan Durkspolder te rijden. Daar is rondom horizon te zien en met een beetje geluk zou ik, gewapend met mijn kruk, zelfs de grote vogelkijkhut kunnen bereiken. Kortom: dat aanbod kon ik niet afslaan …

150 meter krukken bleek toch nog een flinke afstand te zijn, maar het lukte. En het was de moeite waard. Erg veel was er niet te zien, maar een paar wandelaars met een hond en een groep ganzen in de verte boden toch enige afleiding. En verder was er vooral veel horizon te zien en daar was het om begonnen …