Bij de brug in de Peelrug

Ik was al lang niet meer op de Peelrug (kaart OpenStreetMap) geweest, enige tijd geleden kwam ik er weer eens langs. Een kilometer ten oosten van de locatie waar ik 10 jaar geleden van begin tot eind de bouw van de Peelrugtunnel heb gevolgd, heb ik ditmaal wat foto’s gemaakt van de brug in de Peelrug bij Petersbrug …

De eerste brug over de Opsterlandse Compagnonsvaart bij Petersburg werd geslagen in 1789 tijdens de periode van de veenexploitatie in deze streek. Nadat de Opsterlandse Compagnonsvaart was gegraven was er behoefte aan oversteekplaatsen …

In de loop van de 19e eeuw zijn meerdere bruggen in de omgeving vernieuwd. Of en wanneer deze brug in de Peelrug is vervangen of vernieuwd, heb ik niet kunnen achterhalen. Wat ik wel weet, is dat dit gemeentelijk monument nog steeds volledig op handbediening werkt …

De brug kan in principe dus 236 jaar oud zijn. In die tijd was het leven net wat kalmer en minder gehaast dan tegenwoordig. Bij de brug in de Peelrug gaat het echter nog ongeveer in hetzelfde tempo als in 1789. Kijk maar eens naar het openen en sluiten van de brug …

Bij sluis Wijnjeterpverlaat

Om turf te kunnen vervoeren, werd in 1630 bij Gorredijk een begin gemaakt met het graven van een kanaal: de Opsterlandse Compagnonsvaart. Over een lengte van 34 kilometer liggen er tussen Gorredijk en Appelscha negen sluizen in de vaart. Je zou het zo op het oog niet zeggen, maar ook Fryslân ligt op een vals plat. Het eindpunt van de vaart bij Appelscha ligt ongeveer 12 meter hoger ligt dan het begin bij Gorredijk.

De Opsterlandse Compagnonsvaart maakt onderdeel uit van de Turfroute. Per jaar passeren ongeveer 1500 boten de vaart met zijn sluizen. Wij hebben een korte tussenstop gemaakt bij de sluis Wijnjeterpverlaat. Voor zover ik weet, wordt de sluis nog altijd volledig met de hand bediend …

Het laatste bruggetje

Nadat we ’s ochtends op weg naar de Beulakerwijde een langere, fotogenieke vaartocht door de omgeving hadden gemaakt, koos Jetske voor een kortere vaarweg terug …

Tijdens het laatste deel van de tocht, zagen we een groot houtsnijwerk in een tuin staan. Jammer genoeg stond de imposante vogel met zijn kop de andere kant op …

Enkele minuten later namen we de laatste hindernis van onze vaartocht: het laagste bruggetje van de regio. Volledig plat op de boot liggend, kwamen we er veilig onder door. Na de passage van de brug hield Jetske onze boot even stationair op de plek, zodat ik nog wat foto’s kon maken van de manier waarop de tegemoetkomende sloep onder het bruggetje door voer. Diep gebukt en heel voorzichtig …

Kort daarna kwam er een einde deze prachtige vaartocht door De Wieden. De plotselinge weigering van mijn benen, toen ik even later over het warme asfalt liep, was een flinke waarschuwing voor de rest van de zomer …

Een rietdekker aan ’t werk

We lieten de rietvelden achter ons op het moment dat we opnieuw onder een brug door voeren. Hij was als een poort waarachter het licht lonkte, toen we het kleine lintdorp Dwarsgracht binnen voeren …

Zodra we onder de brug door waren, kwamen we langs een tuin waar de hortensia’s in volle glorie stonden te pronken. Het was echter vooral de kunstinstallatie van drie metalen vogels waar ik gecharmeerd van was …

Aan de andere kant van de gracht was een rietdekker aan het werk op het dak van een woonboerderij. Mooi werk om naar te kijken! Zo te zien was hij bezig met de laatste loodjes van de klus …

Het bood in het voorbijgaan een mooi kansje om een glimp op te vangen van wat er met het riet wordt gedaan, nadat de rietsnijders hun werk hebben gedaan. Vakmanschap is meesterschap, dat geldt zeker voor de rietdekker. Maar met bijna tot tropische waarden oplopende temperaturen viel de man op dat moment niet te benijden …

– wordt vervolgd

De Wieden in

Terwijl het in de verte af en toe wat rommelt en de eerste regendruppels kringetjes maken in de vijver, neem ik jullie mee terug naar het vaartochtje dat ik vrijdag met mijn fotomaatje heb gemaakt. Rond half elf ’s ochtends koersten we in westelijke richting over de Cornelisgracht bij Giethoorn …

Na enige tijd doken we rechtsaf onder een brug door. Daar lieten we de bewoonde wereld voorlopig even achter ons om de Wieden te doorkruisen. Voorbij de brug kwam ons een sloep tegemoet. “Niet te snel opzij gaan,” zegt Jetske in voorkomende gevallen, ‘wij hebben een stalen boot hij niet …” 😉

Niet veel later doken we een stuk bos in, dat ik herkende van eerdere vaartochtjes met Jetske in deze contreien. Ik vind dit steeds weer een bijzonder stukje van de route …

Omdat Jetske het gebied ongeveer net zo goed kent als haar broekzak, zoekt ze graag routes op waar de gemiddelde toerist zich niet waagt met zijn motorbootje. Losgeslagen pollen riet en een overdaad aan waterplanten maakten de vaart steeds smaller en vormden een bedreiging voor de schroef van de buitenboordmotor. Maar Jetske is zoals bekend voor geen kleintje vervaard en hanteerde met vaste hand de vaarboom om voorbij de hindernis te komen …

Daarna vervolgden we onze route weer door de smalle vaart tussen de uitgestrekte rietvelden …

– wordt vervolgd

Nog ‘ns een bruine kiekendief

Ik sluit het ritje door de Weerribben af met nogmaals een serie van een bruine kiekendief. De afgelopen weken heb ik meer kiekendieven gezien dan in de 20 jaar daarvoor. Je zou bijna gaan denken dat hij de buizerd heeft verdrongen, want die heb ik dit jaar nog nauwelijks gezien …

We stonden net even stil langs de Rietweg tussen Nederland en Scheerwolde, toen een bruine kiekendief bij de brug over de Wetering de weg overstak. Aan de andere kant van de weg dook hij omlaag om een zweefvlucht over een stuk braakliggend land te maken. Uiteindelijk verdween hij via de boomtoppen uit beeld …

Schilderwerk bij Sluis II – Update

Ik hop wat heen en weer tussen twee ritjes. Vandaag ben ik toe aan het tweede deel van mijn rit over de Tjongervallei van vorige week dinsdag. Na mijn bezoekje aan Sluis I besloot ik meteen nog even een kijkje te nemen bij Sluis II in de Tjonger, ongeveer 6 km oostelijker. Daarvoor moest ik een flinke omweg maken, omdat er tussen Sluis I en II op de Tjongervallei een Tesla op de kop in de sloot terecht was gekomen. Die heeft kennelijk iets de snel gerende op de smalle weg …

Omweg of niet, wat later dan voorzien kwam ik uiteindelijk toch bij Sluis II aan. Wat meteen opviel, is dat er een identieke sluiswachterswoning staat als bij Sluis I. Nadat ik de auto had geparkeerd liep ik naar de sluis en de zeker niet minder mooie sluiswachterswoning …

De eigenares was bezig met het schilderen van de luiken. Voordat de verf opdroogde, had ze net even tijd om een gezellig praatje te maken. Toen het tijd werd om de plakband te verwijderen, ben ik doorgelopen. Ik heb toegezegd dat ik nog eens langs zou komen, als het helemaal klaar was … 😉

Ik ben even een klein stukje in westelijke richting gelopen om het hoogteverschil van 1,70 meter te kunnen tonen. Bij zowel Sluis I als II staan pompen om bij lage waterstand gebiedseigen water terug te pompen ten behoeve van de recreatievaart. En dat is wel van belang, want de Tjonger maakt deel uit van de toeristische Turfroute

Update:

Ik ontdekte zojuist op YouTube een video van het wrak. Op de achtergrond is onze auto nog net een paar maal te zien, op het moment dat ik dwars op de weg stond om te keren en foto’s te maken …