Een zwerfkei in de Lendevalei

Terug bij de auto stelde Jetske voor om nog even naar het eind van de Domeinenweg te rijden. Daar ligt een joekel van een zwerfkei van gneisgraniet, die in 2009 bij de herinrichting van de Lendevallei tevoorschijn kwam. De kei heeft een gewicht van 17.100 kilo. Hij is in de voorlaatste ijstijd (ca 150.000 jaar geleden) vanuit Scandinavië hierheen geduwd met de uitlopers van een ijskap vanuit Scandinavië …


De enorme kei is afkomstig uit de bergen in de omgeving van Tving in Zuid-Zweden (Google Maps). De kei schijnt ongeveer 1,4 miljard jaar oud te zijn. Behalve zwerfkeien liet het ijs in het noordelijk deel van Nederland ook diverse landschapsvormen ontstaan, waarvan sommige nog opvallend in het landschap aanwezig zijn. Voorbeelden hiervan zijn behalve de Lendevallei ook het golvende Gaasterland en de Havelterberg …

Om het formaat van de kei nog even te laten zien, ging Jetske er nog even op zitten voordat we onze weg ten derde male vervolgden. Jetske stelde voor om via mooie en heerlijk rustige ommelandse wegen huiswaarts te rijden. Daarbij wist ze me op de valreep nog even met een fotografisch pareltje te verrassen …

In de Catspoolder

In 2009 is de Catspoolder ingericht als natuurgebied en is de bemaling stopgezet. Het waterpeil gaat er nu op en neer met dat van het riviertje de Lende, dat er langs loopt. De polder dient nu ook als waterberging. In de zomer wordt het gebied losgekoppeld van de Lende, waardoor het waterpeil zakt en de grond deels kan indrogen. Om de vallei nat te houden, is een ingenieus systeem van sloten, stuwen en kleppen uitgedacht dat moet voorkomen dat het gebied helemaal verdroogt. Het gebied trekt vooral water- en moerasvogels …


Hoe mooi een vogelkijkhut ook is, het gaat erom wat je er te zien kunt krijgen. En dat valt bij de ‘Catskieker’ niet tegen. Je hebt er een mooi uitzicht over een flinke plas. Recht voor de hut staat een rijtje dode bomen en boomstronken. In de top van de hoogste boom zat een gestaag toenemend aantal aalscholvers te vergaderen. Op een strookje droge grond scheef voor de hut zaten vogels van diverse pluimage, waaronder meeuwen, kieviten, verschillende ganzen en ook hier enkele aalscholvers. Het was allemaal niet spectaculair, maar we hebben ons er bij heerlijk najaarsweer een uurtje prima vermaakt …

Bij de Catskieker

Na ons bezoek aan de ‘Wolvenroep’ stelde ik voor om naar een bepaalde vogelkijkhut te gaan die mijn fotomaatje al eens op haar blog had getoond, en waarvan ik wist dat hij ergens hier in de Lendevallei moest staan. Jetske wist meteen dat ik de vogelkijkhut de ‘Catskieker’ in de Catspoolder (Google Maps) bedoelde. Na een ritje van amper 10 minuten waren we ter plekke …


Daarna volgden nog een korte kuier en de beklimming van een dijklichaam dat het wandelpad scheidde aan de waterkant. Ook hier had Jetske weer een juiste inschatting van de loopafstand gemaakt, zodat we al snel de vogelkijkhut de ‘Catskieker’ betreden. Het belangrijkste deel is een ronde, deels open hut van cortenstaal met daarnaast en deels ervoor een eenvoudig scherm …


De Catspoolder was dankzij de vervening in de 18 en 19e eeuw ooit een petgatengebied. In de twintiger jaren van de vorige eeuw is het gebied geschikt gemaakt voor de landbouw. Om de polder droog te houden voor de landbouw, moest hij sterk worden bemalen …

  • wordt vervolgd

In ’t spoor van de wolf

Vorige week vrijdag stond er weer een fotokuier met Jetske op het programma. Op haar vraag of ik nog iets bepaalds in gedachten had, stelde ik voor om een kuier naar het wolvenmonument in de Lendevallei te gaan. Lachend antwoordde ze, dat ze daar al min of meer op had gerekend …


Mijn fotomaatje had er zelfs al een verkennende wandeling gemaakt om de afstand tussen de parkeerplaats en het monument in te schatten. Het moet gezegd, ze had weer een juiste schatting van de afstand gemaakt. Juist toen ik vroeg: “Hoe ver is het nog?” wees Jetske naar de eerste van een rijtje grote eiken een klein stukje verderop …


En jawel, daar lag het tweede deel van het monument ‘Wolvenroep’. De eerste roep heb ik hier enkele weken geleden al getoond in het logje ‘Een ode aan de wolf. Je zou kunnen zeggen dat op deze steen het antwoord op de eerste roep vanuit de parktuin van Huize Olterterp is weergegeven. Zo interpreteer ik het zelf in ieder geval. In tegenstelling tot de steen in Olterterp stond er hier een klein bordje bij …

Terwijl we enige tijd later met zicht op Wolvega terugliepen naar de auto, bespraken we hoe we de dag verder zouden invullen. We hadden nu twee van de drie delen van de ‘Wolvenroep’ van Anne Woudwijk kunnen lokaliseren en fotograferen. Nu wachtte nummer drie nog. Ik weet dat het derde beeld in het Ketliker Skar staat, want ik heb het al eens gefotografeerd …


Dat was echter voordat ik de diagnose MS kreeg. Toen kon ik dus aanzienlijk verder lopen dan nu. Het probleem is dat ik niet meer precies weet waar dat was, terwijl dat in mijn huidige situatie eigenlijk wel noodzakelijk is. Voor die dag was het als tweede kuier in ieder geval geen verstandige optie meer. Daarom stelde ik een alternatief voor, en dat viel in goede aarde …


Een ode aan de wolf

Gisteren vertelde ik al, dat ik het ‘hartfilmpje’ had gevonden op het oude, adellijke landgoed van de familie Van Boelens in Olterterp. Het originele landhuis is in 1907 vervangen door het huidige optrekje. Tegenwoordig heeft de provinciale natuurbeschermingsorganisatie It Fryske Gea haar hoofdkwartier in dit stijlvolle landhuis, dat ook in een prachtige parktuin ligt …

Het ‘préhistorische hartfilmpje’ was in werkelijkheid een stenen kunstwerk van de Drachtster beeldhouwer Anne Woudwijk. Woudwijk was kennelijk al enige tijd bezig met de (terugkeer van) de wolf naar ons land, voordat daar echt sprake van was. De titel van het kunstwerk is ‘Wanneer de maan het landschap verandert, huilen de wolven’. Samen met nog twee andere kunstwerken, die Park Huize Olterterp in één rechte lijn verbinden met de natuurgebieden het Ketliker Skar en de Lendevallei vormt het een ‘Ode aan de wolf’...

Het tweede kunstwerk uit deze serie heb ik in 2003 al eens gefotografeerd in het Ketliker Skar, toen ik er toevallig langs kwam. Eigenlijk zou ik die plek nog eens weer moeten opzoeken. Op de rechterhelft van dit monument is een roedel om elkaar heen draaien wolven te zien. De linkerhelft vraagt om nader onderzoek. Maar ik heb geen idee van de exacte locatie, dus het is maar de vraag of het nog wel bereikbaar is voor mij. …

De locatie van het derde deel van deze ‘Ode aan de wolf’ heb ik intussen gevonden. Dat ligt in Jetskes’ rayon, dus daarover moeten we nog maar eens in overleg. Morgen eerst een tweede spoor waar ik door het weerzien met het ‘hartfimpje’ op werd gezet.