Nacht aan de Bûtendiken

Dinsdag heb ik hier een paar foto’s gepubliceerd van de windmotor bij nacht in de Jan Durkspolder, die ik maandagavond heb gemaakt. Ik hoopte die avond lichtende nachtwolken achter dat mooie silhouet te zien verschijnen, maar die bleven uit. Omdat de omstandigheden voor lichtende nachtwolken nog steeds gunstig waren, ben ik dinsdagavond rond 22:30 uur in de auto gestapt om mijn geluk nog eens te beproeven. Ik bleef nu wat dichter bij huis. Ik reed naar het Noorder Gemaal tussen Smalle Ee en de Veenhoop. Daar nestelde ik me op mijn stoeltje bij It Krûme Gat

Ik heb ongeveer een uur lekker op mijn stoeltje aan de waterkant gezeten te midden van het gekwaak van kikkers en het gesnater van een groepje eenden verderop. De temperatuur lag er rond de 20°C en het was bijna windstil. Alleen al daarom was het heerlijk om er een tijdlang te zitten. Ik heb er nog best aardige foto’s gemaakt, maar de lichtende nachtwolken lieten zich ook die nacht weer niet zien …

Ruim 14 uur later kwam er, vanwege oververhitting van de accu van mijn iLark, precies op dit plekje een eind aan het tochtje, dat ik woensdag met Jetske maakte.

– wordt vervolgd

De hitte slaat toe

Vol goede moed stapten Jetske en ik gisterochtend rond 10:30 uur op fiets en iLark. Na een kort overleg met koffie en koek besloten we voor de westelijke fietstocht te kiezen. Hoe lang we ons ritje zouden maken en waar we exact langs zouden gaan, zouden we onderweg wel bekijken.

Toen we nog geen vijf minuten later over het fietspaadje langs het riviertje de Drait reden, werd Jetske meteen al lyrisch over het feit dat we al zo snel buiten de stadsbebouwing waren …

Op verzoek van Jetske maakten we een eerste tussenstop bij de jachthaven. Nadat we daar wat foto’s hadden gemaakt, zetten we koers naar het oude sluiscomplex en de skûtsjewerf aan het Buitensvallaat. Vorig jaar heb ik al een uitgebreide serie over dit stukje Drachten gepubliceerd, dat start met ‘Het Begin van de Drachtstervaart’.

Bij de oude sluis begon het al aardig op te warmen. Een paar tussenstops later was het ronduit heet toen we langs de boer kwamen, die aan de Bûtendiken in het hooi aan het werk was …

Amper twee kilometer verder kwam er onverwacht snel een eind onze rit. We hadden in de buurt van het Noorder Gemaal overlegd of we vanaf dit punt linksom naar De Veenhoop zouden rijden of juist rechtsom. We kozen voor het eerste, maar het werd uiteindelijk geen van beiden …

Terwijl Jetske al vooruit fietste over het smalle schelpenpaadje langs het oude petgat, kreeg ik mijn iLark niet meer aan de praat. Elke keer wanneer ik hem startte, reed hij 1,5 tot 2 m om daarna weer stil te vallen. Ik vreesde dat de hitte te groot was geworden voor de accu. Jetske was intussen ongerust geworden, omdat ze het gekraak van mijn driewieler op het schelpenpaadje miste. Al snel was ze omgekeerd.

Er restte mij intussen weinig anders dan de iLark maar naar het gemaal te duwen, zodat hij daar in de schaduw even kon afkoelen. Omdat het gehoopte effect daarvan op zich liet wachten, zat er niets anders op dan Aafje maar te bellen met het verzoek om me op te komen halen …

Nadat we de iLark korte tijd later met vereende krachten in de auto hadden gezet, heb ik me naar huis laten rijden. Jetske maakte de rit naar ons huis alleen, maar ze had daarbij wel het geluk dat er een verkoelende tegenwindje stond. Aan het eind van de middag was de accu van de iLark afgekoeld en kon ik weer een proefritje maken. Het is goed afgelopen. Het was een ander verhaal geweest als het me midden op het 2 km lange schelpenpaadje was overkomen. Daar moet ik even niet aan denken.

Vandaag blijf ik tot een uur of negen vanavond lekker binnen. Het is wel even genoeg geweest met de warmte. Even een dagje rust, morgen weer een dag, dan koeler …