Thundering through the clear sky

Tijdens de vaarexcursie door de Alde Feanen kwamen we begin april langs een bijzonder monument …

In de nacht van 4 op 5 september 1942 stegen vanaf vliegveld Syerston in Engeland 251 bommenwerpers op. Eén daarvan, de Lancaster R5682, werd boven de Waddeneilanden neergeschoten. Het vliegtuig stortte vervolgens neer in de Alde Feanen, vlakbij Warten. Van de zeven bemanningsleden wisten vijf met een parachutesprong te ontsnappen …

Eén van hen overleefde dit niet, de overige vier mannen werden krijgsgevangen gemaakt. Van de inzittenden werd later één lichaam gevonden, dit was de piloot Peter Joslin. Hij ligt ligt even verderop in Warten begraven. De laatste persoon, staartschutter Francis Cooper, bleef na de crash vermist …

Op de plek waar de Lancaster neerstortte is een permanente herdenkingsplaats gecreëerd: ‘De Zwaluwhaven’. Deze 32 meter lange muur, ontworpen door landschapsarchitecte Nynke Rixt Jukema, heeft 251 gaten voor oeverzwaluwen. De zwaluwhaven verbeeldt het verhaal van de jonge vliegeniers. Ze vochten voor onze vrijheid en vlogen op 4 en 5 september 1942 naar Bremen om daar vliegtuigfabrieken te bombarderen …

Het aantal gaten komt overeen met het aantal gevechtsvliegtuigen dat in de nacht van 4 op 5 september 1942 opsteeg. Het aantal meters van de muur komt overeen met de lengte van de Lancaster. Van de 251 gaten zijn er 12 dichtgemaakt. Twaalf vliegtuigen, die die nacht in 1942 opstegen, kwamen niet terug …

De Zwaluwhaven is op 15 april 2018 geopend. Dat is niet zomaar een datum, het is de officiële datum waarop Fryslân bevrijd werd in 1945. Bij de onthulling van het monument waren 39 nabestaanden van de piloten en bemanningsleden aanwezig. Sinds 15 april 2018 is ook een tentoonstelling te zien over de Lancaster en de Zwaluwhaven in Earnewâld (de Stripe 12a, achter het Skûtsjemuseum) …

De zeearend en de ganzen

Op de achtergrond was de skyline van Leeuwarden zichtbaar, terwijl we op een afstand van ca. 600 meter nog een laatste blik op het nest van de zeearend konden werpen …

Enkele minuten later voeren we langs eens stuk plasdras-land in de verte. Een flinke groep grauwe ganzen leek het er prima naar de zin te hebben …

Een klein stukje verderop werden we op een prachtige manier verrast. Daar stond heel rustig een nog niet volgroeide zeearend – de gids schatte hem twee jaar oud – bij de ganzen in het water …

Alsof dat nog niet gek genoeg was, schuifelde hij rustig verder naar voren. En ganzen, die deden of ze gek waren en bleven verrassend lang staan waar ze stonden …

Totdat om wat voor reden dan ook de hele groep op een bepaald moment de vleugels spreidde en de hele club de lucht in ging. De zeearend leek gezellig een stukje mee te vliegen …

Het hele spul vloog met een bocht om een groepje bomen heen, ons verbaasd achterlatend …

– wordt vervolgd

Nog wat aardige optrekjes

Als jullie het niet erg vinden, ga ik nog even door met een aantal van de mooiste optrekjes in het hart van ‘de Alde Feanen’. Om jullie verlangen naar zo’n optrekje hier en daar misschien iets te temperen, toch nog even een paar nadelen. Behalve dat deze tweede woningen alleen per boot bereikbaar zijn, is er nog iets. Ze hebben geen van allen nutsvoorzieningen. Geen gas, geen elektriciteit, geen stromend water en geen riolering. Maar wat staan ze op prachtige plekjes …

Op de eerste drie foto’s van vandaag is voor mijn gevoel het meest originele optrekje te zien. Het lijkt alsof er in de loop der jaren steeds een stukje is aan- of opgebouwd. En het is nog ruim voorzien van zonnepanelen ook. Gewoon om nog even weg te dromen nog wat van die aardige optrekjes …

Van het in mijn ogen meest originele optrekje aan het begin van dit logje, zijn we nu terechtgekomen bij het huisje met het mooiste naambordje. Na de passage van ‘de Kooi’ laten we ‘de bewoonde wereld’ van de Alde Feanen eerst weer achter ons. We gaan nog eens op zoek naar de zeearend …

– wordt vervolgd

Optrekjes in ‘de Alde Feanen’

Nadat we de zeearend twee keer in zijn boom hadden zien zitten, kwamen we tijdelijk in een soort van bewoonde wereld terecht. Dat er hier en daar wat huisjes in ‘de Alde Feanen’ staan, wist ik wel. Heel lang geleden heb ik wel eens in dit gebied gevaren en geschaatst. Dat er zoveel tweede woningen staan, variërend van simpele optrekjes tot riante paleisjes, was nieuw voor me …

Als je het hart van nationaal park ‘de Alde Feanen’ op de kaart bekijkt, dan zie je dat het een wirwar is van grote en kleinere sloten en plassen. Daar tussen liggen nog verschillende oude legakkers, stukjes moerasbos en kleine eilandjes. Met rollend vervoer kun je hier niks en ook lopend kom je niet ver, want er is nergens een weg of pad te bekennen …

De huisjes hebben allemaal een adres, dat begint met ‘Alde Feanen’ gevolgd door een nummer en zijn dus alleen per boot bereikbaar. Die optrekjes komen overigens geen van alleen in de verkoop. Elk huisje staat op een plek waar in de tijd van de vervening een arbeidershuisje stond. Door vererving kunnen die huisjes nog steeds blijven staan. Voor zover ik van onze gids heb begrepen, is overdracht op iemand anders niet mogelijk …

Omdat ik tijdens de rondvaart na verloop van tijd geen idee had waar we zaten, is een naam van een huisje als verwijzing naar het meertje waaraan het staat wel handig …

– wordt vervolgd

Wat een snavel!

Nadat we de zeearend hadden gespot, verlegde de excursieboot zijn koers een paar maal. Ik was het gevoel voor richting en locatie al lang kwijt. Ik weet alleen dat we weer enige tijd tussen rietvelden, petgaten en open water voeren …

Na een minuut of tien kregen we de zeearend opnieuw te zien. We waren om zijn uitkijkpost heen gevaren, zodat we hem nu van wat dichterbij konden zien. Hij zat mooi in het zonlicht, waardoor zijn grote gele snavel niet te missen viel …

Eigenlijk had de boot daar moeten blijven liggen, tot de vogel van zijn uitkijkpost op zou vliegen. Dat zat er echter niet in. Na enige tijd verlieten we de rietlanden, waarna we tijdelijk terechtkwamen in de ‘bewoonde wereld’ van de Alde Feanen …

– wordt vervolgd

Eerste zicht op de zeearend

De oude legakkers waar we langs voeren, zijn nog steeds van historisch belang. Maar de actualiteit bevond zich in de bomenrij verderop. Het geoefende oog van onze gids had daar de gestalte van een zeearend herkend …

En warempel, in de meest linkse van een groepje bomen zat een zeearend. Door wat verder in te zoomen werd de machtige vogel met die enorme snavel beter zichtbaar.

Hoewel hij nog op de rode lijst staat, gaat het goed met de zeearend in ons land. Sinds 2017 broedt hij hier met succes in de Alde Feanen, en sindsdien heeft de zeearend zich op verschillende andere plaatsen in ons land gevestigd …

Hiermee was de excursie wat mij betreft al geslaagd, we gingen op zoek naar de zeearend en we vonden hem. En daar zou het niet bij blijven. In de loop van de dag zouden we hem steeds wat beter te zien krijgen. We vervolgden onze tocht en passeerden o.a. een aalscholverkolonie. De huisvesting van de aalscholvers is goed herkenbaar aan de takken die van onder tot boven wit uitgeslagen zijn van de vogelpoep …

En voort ging de tocht. Nu eens tussen de beschutting gevende bomen van een stuk moerasbos, dan weer over open water, waar de straffe noordoostenwind het nog steeds niet aangenaam maakte. Dat was goed te zien aan de kleding van de passagiers ook. Behalve het zekerheidshalve toch maar van Aafje geleende vest, had Jetske ook de capuchon van haar eigen vest maar opgedaan …

– wordt vervolgd

Dieper de Alde Feanen in

Het was rustig op en rond het nest van de zeearend. Man of vrouw hield op dat moment de drie eieren waarschijnlijk lekker warm, terwijl de ander op jacht was. Met een beetje geluk zouden we onze kans om één van beide imposante vogels onderweg nog te zien nog wel krijgen, volgens onze excursieleider …

Langzaam zagen we het nest uit zicht verdwijnen, terwijl we onze route vervolgden. Nu eens over een stukje open water, dan weer door een smalle sloot. Van een saai landschap was absoluut geen sprake. In de verte zagen we de Achmeatoren, het hoogste gebouw van Leeuwarden, op 10 km afstand fier omhoog rijzen. Verder werden de rietkragen hier en daar onderbroken door een molentje of een oude boerderij. We drongen steeds dieper door tot de Alde Feanen. Op een bepaald moment zag ik alle opvarenden naar rechts omhoog kijken. Al snel zag ik dat het een om een groepje overvliegende brandganzen ging …

Veel interessanter vond ik het dat onze gids Andries juist de andere kant op keek. We naderden aan de bakboord kant een gebied met smalle oude legakkers, een restant van de vervening. Niet veel later waren alle ogen op aanwijzing van Andries gericht op een paar bomen in de verte achter die legakkers …

– wordt vervolgd