Juffers in slow motion (8)

Vandaag het laatste deel van mijn zomerse serie slow motion video’s van fladderende vlinders en andere insecten. In deze laatste aflevering staan een paar houtpantserjuffers centraal. Deze opnamen zijn vrijwel allemaal op 7 september gemaakt op en rond de ijzerhard in onze tuin. Sindsdien zijn de vlinders en juffers in onze tuin schaars.

Naar mate dit project vorderde, wist ik de opnamen beter te timen . Oefening baart kunst, daarom sluit ik niet uit, dat ik hier volgend jaar weer wat mee ga doen …

De heidelibel en de bij

De warmte heeft me de afgelopen maanden voornamelijk is huis en tuin gehouden. De airco is op de heetste dagen een weldaad. Maar alleen binnen zitten is ook geen optie, daarom nestelde ik me tussendoor regelmatig even op een schaduwrijk plekje in de tuin met de camera naast me.

Op zo’n moment landde er een libel op één van de laatste bloemen van de kattenstaart bij de vijver. Met de camera zoals gebruikelijk binnen handbereik, was een foto snel gemaakt …

De eerste foto had een verrassend mooie achtergrond, vond ik. Maar van de libel was weinig meer te zien dan zijn glanzende vleugels. Ik stond op van mijn stoel en deed voorzichtig een paar stappen opzij. Ik houd van die donkere achtergrond waar de bloemen en de heidelibel zo mooi tegen afgetekend staan …

Nog geen twee tellen later leek de libel op te schrikken van een bij, die ook wel zin had in de kattenstaart. De libel vloog op en vloog een klein stukje naar achteren om te kijken wie zijn rust had verstoord. Hij liet het er vervolgens maar bij en vloog naar de tuin van buurvrouw Vijf …

Rekken en strekken

Op een ochtend dobberden er in de luwte van de vogelkijkhut in de Jan Durkspolder een paar grauwe ganzen. Op een bepaald moment verhief één van de twee – het zal het mannetje wel geweest zijn – zich met gespreide vleugels uit het water …

Hij sloeg enkele malen met zijn vleugels en liet zich daarna weer terugzakken in het water. Hij wierp een snelle blik op het vrouwtje dat nog steeds achter hem dobberde. Ze volgde gedwee, toen hij koers zette naar het open water …

Halverwege draaiden ze zich nog even naar me om. Hij keek me vervolgens met een hooghartige blik aan, alsof hij wilde zeggen: ‘Zo, ik ben klaar voor de dag. Wij gaan vandaag de voorjaarsbloemetjes eens lekker buiten zetten. En dat doen we zonder jou en je camera …’

’t Laatste ritje van 2024

Tenzij het morgen mooi weer is, heb ik vanmorgen waarschijnlijk het laatste ritje van het jaar gemaakt. Het werd een ritje naar de Jan Durkspolder waar het kil en winderig was. Vanuit de vogelkijkhut waren alleen op grote afstand wat groepjes ganzen en eenden te zien. Daar was ik dan ook al snel weer weg …

Toen ik terug reed in de richting van Oudega, stond er in het weiland waar ik regelmatig een sprong reeën heb gefotografeerd, een grote zilverreiger. Nadat ik het autoraampje had laten zakken, leek hij net een lekker hapje weg te slikken …

Daarna vond hij het ook meteen welletjes, hij dook even ineen om af te zetten en spreidde daarna zijn grote witte vleugels om naar elders te vertrekken. Ik besloot nog even langs de Leijen te rijden, ook daar viel echter weinig te beleven. Maar met die smetteloos witte zilverreiger op de laatste in 2024 gemaakte foto kan ik best leven …

Morgen sluit ik het jaar hier op kleurrijke wijze af.

Hé … goh … tjee … (2)

Om te beginnen bedankt voor jullie reacties n.a.v. de foto van het geaderd witje van gisteren. Omdat (bijna) niemand me precies heeft kunnen vertellen hoe het nu zat met de onderstaande foto, kom ik daar vandaag nog maar even op terug. De beste omschrijving kwam van Paul Brugman op Mastodon. Hij schreef: “Klein geaderd witje dat op een wat onbeholpen manier een bloem aanvliegt, met een soort Fosbury flop.” Vooral dat laatste vond ik een prachtige vondst …

Zoals ik het zie, vliegt de vlinder ondersteboven naar de bloem toe. Waarschijnlijk is hij daar al dartelend en buitelend zo terecht gekomen. Dat hij ondersteboven hangt is o.a. te zien aan zijn roltong, die vlak boven zijn ogen te zien is. Een stukje naar rechts zien we het rechter voorpootje omhoog wijzen. Dat hij op de kop vliegt, is ook te zien aan de antennes, die op de foto naar beneden wijzen. “De ene antenne is op Uri Geller-achtige wijze door het bloemblad heen gestoken”, aldus Peter Grey. Op de onderstaande foto, die een fractie later is gemaakt, kun je zien dat ook die antenne tussen twee bloemblaadjes door steekt. Verder zien we de bovenkant van de rechtervleugel …

Jetske benoemde tot slot nog iets wat mij ook was opgevallen. De vlinder op de eerste twee foto’s heeft bruine ogen. Dat is bijzonder voor een geaderd witje. Normaal gesproken zijn ze altijd zachtgroen van kleur met donkerder stippen op de oogbollen, zoals op de foto hieronder …

Zo, nu jullie weer … fijne dag verder. 🙂

De zuidelijke aanvliegroute

De meest gunstige aanvliegroute naar het merelnest, is voor mij de zuidelijke route. Tot gistermiddag werd mijn zichtlijn hier geblokkeerd door een yucca. Er was maar weinig voornodig om die een stukje naar links te verplaatsen …

Daardoor heb ik nu vanaf het terras vrij zicht op de schuttingdeur. Daar maken de merels vaak even een tussenlanding om te kunnen bekijken of de kust veilig is. Zodra dat het geval blijkt te zijn, maken ze een korte duikvlucht in de richting van de pergola …

Daar wordt heftig bijgestuurd om naar het nest in de klimop rond de pergola te kunnen klimmen. Deze serie, die ik gistermiddag heb gemaakt, komt in de buurt van wat ik hoopte te kunnen fotograferen …