Het loopt licht met twee

Tot 2016 was het Weinterper Skar mijn favoriete natuurgebied. Een paar maal per week maakte ik er steevast een wandeling. Soms maakte ik een fotokuier aan de zuidkant, maar meestal liep ik naar het bankje bij de dobbe aan de noordkant van het Skar. Tegenwoordig is de afstand van 700 meter naar dat bankje me helaas te groot …

Tegenwoordig kies ik weer voor de zuidkant. Daar is in het kader van natuurcompensatie i.v.m. de verdubbeling van de N381 eind 2016 op mijn verzoek een bankje geplaatst. Dat bankje staat op 250 meter vanaf de parkeerplaats. Dat was ook de korte wandeling die ik voorstelde te maken bij het weerzien met mijn oud-studiegenoot Andries van de P.A. in Drachten.

Hoewel we elkaar na 45 jaar in het passeren waarschijnlijk niet herkend zouden hebben, werd het een hartelijk weerzien. Gewapend met mijn trekkingstokken stelde ik voor om naar dat bankje te wandelen. Er viel genoeg te praten, en dan is 250 meter niet zo ver. Ook op het bankje hielden we het goed pratend over elkaars levensverhaal en carrière …

Bewolking en wind hielden de temperatuur vooral voor mijn bovenbenen net wat te laag om langere tijd lekker op het bankje te kunnen zitten. Daarom stelde ik voor om nog maar even door te wandelen naar een tweede bankje, dat 250 meter verder naar het zuiden staat. “Do moatst ek noch werom, hè” waarschuwde Andries nog. De benen voelden echter krachtig, dus ik durfde het wel aan …

We waren ook zomaar bij het tweede bankje aangekomen, het loopt nu eenmaal licht met zijn tweeën. Ook op het tweede bankje hielden we het makkelijk pratend. Maar na enige tijd zijn we toch maar weer in dezelfde twee etappes terug gelopen naar de parkeerplaats. Daar hebben we bij het afscheid afgesproken om volgend voorjaar nog eens een afspraak te maken. Om dan wat verder te kunnen komen, moet tegen die tijd Whilly maar weer mee. Dat is me op goed rollende paden afgelopen jaar samen met fotomaatje Jetske ook een keer of drie uitstekend bevallen …

Terugblikkend zijn de ontmoeting en de wandeling de extra rustdag, die ik gisteren op de waarschijnlijk laatste zachte dag van 2025 noodgedwongen heb moeten nemen, dubbel en dwars waard geweest. Zoals mijn eerste neuroloog al zei: “Ga gerust af en toe eens even over je grens, daar kun je in principe niets mee vernielen.” Ik ben die uitdaging woensdag dan ook graag aangegaan. Daarna is een roestig dagje helemaal niet erg …

Een mooie sluiswachterswoning

Nadat ik een kleine fotoserie had gemaakt van de sluis bij Wijnjeterpverlaat (OpenStreetMap), ben ik even een stuk doorgelopen om meteen wat foto’s te maken van de sluiswachterswoning uit 1920. Het huis staat precies tussen de verste sluisdeuren en de brug Sparjeburd. Dat maakt het aannemelijk dat de sluiswachter tevens brugwachter was. Die functies worden op meerdere plaatsen langs de turfroute verenigd door fietsende dienaren, die de watersporters door de Opsterlandse Compagnonsvaart helpen …

Bij sluis Wijnjeterpverlaat

Om turf te kunnen vervoeren, werd in 1630 bij Gorredijk een begin gemaakt met het graven van een kanaal: de Opsterlandse Compagnonsvaart. Over een lengte van 34 kilometer liggen er tussen Gorredijk en Appelscha negen sluizen in de vaart. Je zou het zo op het oog niet zeggen, maar ook Fryslân ligt op een vals plat. Het eindpunt van de vaart bij Appelscha ligt ongeveer 12 meter hoger ligt dan het begin bij Gorredijk.

De Opsterlandse Compagnonsvaart maakt onderdeel uit van de Turfroute. Per jaar passeren ongeveer 1500 boten de vaart met zijn sluizen. Wij hebben een korte tussenstop gemaakt bij de sluis Wijnjeterpverlaat. Voor zover ik weet, wordt de sluis nog altijd volledig met de hand bediend …

De hitte slaat toe

Vol goede moed stapten Jetske en ik gisterochtend rond 10:30 uur op fiets en iLark. Na een kort overleg met koffie en koek besloten we voor de westelijke fietstocht te kiezen. Hoe lang we ons ritje zouden maken en waar we exact langs zouden gaan, zouden we onderweg wel bekijken.

Toen we nog geen vijf minuten later over het fietspaadje langs het riviertje de Drait reden, werd Jetske meteen al lyrisch over het feit dat we al zo snel buiten de stadsbebouwing waren …

Op verzoek van Jetske maakten we een eerste tussenstop bij de jachthaven. Nadat we daar wat foto’s hadden gemaakt, zetten we koers naar het oude sluiscomplex en de skûtsjewerf aan het Buitensvallaat. Vorig jaar heb ik al een uitgebreide serie over dit stukje Drachten gepubliceerd, dat start met ‘Het Begin van de Drachtstervaart’.

Bij de oude sluis begon het al aardig op te warmen. Een paar tussenstops later was het ronduit heet toen we langs de boer kwamen, die aan de Bûtendiken in het hooi aan het werk was …

Amper twee kilometer verder kwam er onverwacht snel een eind onze rit. We hadden in de buurt van het Noorder Gemaal overlegd of we vanaf dit punt linksom naar De Veenhoop zouden rijden of juist rechtsom. We kozen voor het eerste, maar het werd uiteindelijk geen van beiden …

Terwijl Jetske al vooruit fietste over het smalle schelpenpaadje langs het oude petgat, kreeg ik mijn iLark niet meer aan de praat. Elke keer wanneer ik hem startte, reed hij 1,5 tot 2 m om daarna weer stil te vallen. Ik vreesde dat de hitte te groot was geworden voor de accu. Jetske was intussen ongerust geworden, omdat ze het gekraak van mijn driewieler op het schelpenpaadje miste. Al snel was ze omgekeerd.

Er restte mij intussen weinig anders dan de iLark maar naar het gemaal te duwen, zodat hij daar in de schaduw even kon afkoelen. Omdat het gehoopte effect daarvan op zich liet wachten, zat er niets anders op dan Aafje maar te bellen met het verzoek om me op te komen halen …

Nadat we de iLark korte tijd later met vereende krachten in de auto hadden gezet, heb ik me naar huis laten rijden. Jetske maakte de rit naar ons huis alleen, maar ze had daarbij wel het geluk dat er een verkoelende tegenwindje stond. Aan het eind van de middag was de accu van de iLark afgekoeld en kon ik weer een proefritje maken. Het is goed afgelopen. Het was een ander verhaal geweest als het me midden op het 2 km lange schelpenpaadje was overkomen. Daar moet ik even niet aan denken.

Vandaag blijf ik tot een uur of negen vanavond lekker binnen. Het is wel even genoeg geweest met de warmte. Even een dagje rust, morgen weer een dag, dan koeler …

Schilderwerk bij Sluis II – Update

Ik hop wat heen en weer tussen twee ritjes. Vandaag ben ik toe aan het tweede deel van mijn rit over de Tjongervallei van vorige week dinsdag. Na mijn bezoekje aan Sluis I besloot ik meteen nog even een kijkje te nemen bij Sluis II in de Tjonger, ongeveer 6 km oostelijker. Daarvoor moest ik een flinke omweg maken, omdat er tussen Sluis I en II op de Tjongervallei een Tesla op de kop in de sloot terecht was gekomen. Die heeft kennelijk iets de snel gerende op de smalle weg …

Omweg of niet, wat later dan voorzien kwam ik uiteindelijk toch bij Sluis II aan. Wat meteen opviel, is dat er een identieke sluiswachterswoning staat als bij Sluis I. Nadat ik de auto had geparkeerd liep ik naar de sluis en de zeker niet minder mooie sluiswachterswoning …

De eigenares was bezig met het schilderen van de luiken. Voordat de verf opdroogde, had ze net even tijd om een gezellig praatje te maken. Toen het tijd werd om de plakband te verwijderen, ben ik doorgelopen. Ik heb toegezegd dat ik nog eens langs zou komen, als het helemaal klaar was … 😉

Ik ben even een klein stukje in westelijke richting gelopen om het hoogteverschil van 1,70 meter te kunnen tonen. Bij zowel Sluis I als II staan pompen om bij lage waterstand gebiedseigen water terug te pompen ten behoeve van de recreatievaart. En dat is wel van belang, want de Tjonger maakt deel uit van de toeristische Turfroute

Update:

Ik ontdekte zojuist op YouTube een video van het wrak. Op de achtergrond is onze auto nog net een paar maal te zien, op het moment dat ik dwars op de weg stond om te keren en foto’s te maken …

Buitenstvallaat van 1920 tot ’80

Ik sluit deze blogserie over Buitenstvallaat af met een fotoserie die ik heb geleend van de site ‘Drachten terug in de tijd‘. De foto’s dateren van ca. 1920 tot 1980. Je zult zien, dat er in 100 jaar maar weinig is veranderd in de buurtschap. Er is echter één beeldbepalend landschapselement verdwenen: ongeveer 150 m ten noorden van de scheepswerf stonden tot in de jaren ’70 twee kalkovens …

Kalkovens werden lang gebruikt om schelpen met behulp van turf te verbranden tot kalk. Deze kalk werd gebruikt als bouwmateriaal en als bemesting voor het land. Kalk wordt gebruikt om de pH-waarde van de grond te verhogen en de grond dus minder zuur te maken.

Ooit stonden er naar schatting 10 kalkovens in en rond Drachten. Intussen zijn ze allemaal al lang gesloopt. Deze twee bij Buitenstvallaat waren de laatsten die ik in de jaren ’60 en ’70 nog heb gezien. Ik vind het doodzonde dat deze bijzondere bouwwerken, die net als skûtsjes nauw verbonden zijn met de Drachtster geschiedenis, niet bewaard zijn gebleven …

De sluiswachterswoning

De sluiswachterswoning, indertijd ook wel verlaatmeesterswoning genoemd, is in 1893 gebouwd in opdracht en naar standaardontwerp van de Provinciale Waterstaatsdienst. De woning staat georiënteerd op de sluis: de uitbouw van de voorgevel staat direct aan het vroegere jaagpad (tegenwoordig verbreed en bestraat) dat de woning scheidt van de sluiskolk in de Drachtstervaart. Aan de achterzijde ligt een ruime tuin. Dit is het aanzien van de sluiswachterswoning vanaf de klapburg …

De sluiswachterswoning is van cultuurhistorisch belang, omdat het een essentieel onderdeel is van het enige waterstaatkundig complex in de Drachtster Compagnonsvaart dat bewaard is gebleven. De woning is een voorbeeld van de gestandaardiseerde dienstwoning van de Provinciale Waterstaat. De sluiswachterswoning is geklasseerd als Rijksmonument

Tegenwoordig heeft kunstenares Margreet Boonstra haar domicilie in de sluiswachterswoning. Margreet behoort tot de ‘Noordelijke Realisten’, ze werkt voornamelijk buiten ‘en plein air’. “Dit alles ter plekke, alla prima. Direct werk in olieverf op doek”, schrijft Margreet op haar website

We vervolgen onze kuier door Buitenstvallaat en naderen het laatste huis: de woning van scheepsbouwer O.H. van der Werff. Daar duiken we echt de geschiedenis in …

– wordt vervolgd