De earrebarre is der wer

Hoewel het zicht bepaald niet optimaal was, kon ik al van ver te zien dat er een ooievaar op het paalnest langs de Bolderen ten noordoosten van Earnewâld stond. Die was knap vroeg terug, bedacht ik me, toen ik daar donderdag langs reed … Ik vervolgde mijn rondje om eens te zien of er in de buurt van de grote gaswinningslocatie dichter bij Earnewâld ook al ooievaars terug waren. Het was onvoorstelbaar, maar vrijwel alle paalnesten – en dat zijn er zeker een stuk of 10 – waren al bezet. Verder zwierven er in de omgeving enige ooievaars rond, die vooral in hooi- en rietlanden hun kostje bijeen probeerden te scharrelen. Kortom: de ooievaar is terug, oftewel in goed Fries: de earrebarre is der wer

 

Eén zwaluw maakt nog geen zomer, zo luidt het gezegde. Dat geldt naar alle waarschijnlijkheid ook voor de ooievaar, zo valt in de volgende alinea te lezen. Maar nu er al zoveel ooievaars terug zijn op hun thuisbasis, zou je zeggen dat het voorjaar nooit ver meer kan zijn. Dit temeer omdat een krachtige westelijke stroming alles wat maar even op winter lijkt in zo ongeveer heel Europa van de kaart veegt. In tegenstelling tot 2012 wijst tot dusver niets op serieus winterweer …

In 2012 heb ik de eerste ooievaar in deze omgeving al op 14 januari gesignaleerd, maar dat bleek bij nader inzien niet zo’n handige keuze van die eigenwijze eenling. Er was op dat moment voor de lange termijn mogelijk winterweer in het vooruitzicht gesteld. En dat bleek in dat geval ook echt uit te komen. Na twee maanden uitermate zacht winterweer kwam er eind januari een omslag. Van 30 januari t/m 8 februari was er sprake van de 33e officiële koudegolf in ons land sinds 1901. Een mogelijke Elfstedentocht op de schaats deed vele harten zelfs even sneller kloppen. Mijn volledige verslag met foto’s en grafieken over de betreffende winterperiode valt te zien en te lezen op: Weerbeeld februari 2012