De earrebarren by Earnewâld

De Friese naam van de ooievaar is ‘earrebarre’ (spreek uit als: jerrebarre). Voordat ik vanaf de vogelkijkhut in de Jan Durkspolder koers naar huis zette, wilde ik nog even bij de earrebarren bij Earnewâld kijken. Daarom besloot ik nog even langs het rietland en de ooievaarsnesten ten noorden van Earnewâld te rijden. Gewoon even een relaxed ritje ter afsluiting van de dag …


Op de paal tegenover de gaswininstallatie aan de Dominee Bollema Van der Veenweg (Google Maps) zat een ooievaar mooi te zijn. Het hek van It Fryske Gea stond open, daarom besloot ik even om het nest heen te lopen, zodat ik ze nog even vanaf de andere kant zou kunnen portretteren …


Terwijl ik aan de paal voorbij liep, bleef de ooievaar me met zijn blik volgen. Zodra ik mijn camera aan de andere kant weer op de ooievaar richtte, draaide ze haar kop en nek weer keurig in profielpositie. Intussen kwamen de rietsnijders, die achter me in het rietveld werkten, langzaam dichterbij met een nieuwe lading riet …


Nadat ze hun vracht even later hadden gelost, raakten we aan de praat. Terwijl we met zijn drieën stonden te praten, landde ook de tweede ooievaar weer op het nest …

De earste earrebarre

Zoals de grote zilverreiger in de Jan Durkspolder zijn kostje bijeen gaarde met vissen, was de eerste ooievaar die ik dit jaar zag, een kilometer verderop op zijn manier ook bezig om zijn maaltje bijeen te scharrelen …


Parmantig stapte hij een stuk door het weiland. Even later liep hij voorover gebogen verder. Met scherpe blik tastte hij het grasland af op zoek naar lekkers …

Zo nu en dan prikte hij even snel en fel met zijn scherpe snavel in de grond. Een vette hap heb ik hem niet zien vangen, maar omdat ik al snel in de weg stond en ruimte moest maken, heb ik hem niet lang kunnen observeren …

Maaiwerk bij Earnewâld

Waar je in de wijde omtrek ook bent, zodra er in dit jaargetijde ergens een boer begint te maaien of net gemaaid heeft, komt er een groep ooievaars op af. Vorig jaar trof ik ze ten zuidoosten van Drachten bij het Weinterper Skar, onlangs was dat het geval ten noordwesten van Drachten …

Enkele dagen voordat de hittegolf over ons heen rolde, was deze boer begin augustus een stuk hooiland langs de Bolderen bij Earnewâld aan het maaien …

Omdat het lekker weer was, ben ik even lekker in de berm gaan zitten om een tijdje te genieten van het samenspel tussen de boer en de ooievaars …

Ooievaar in kruidenrijk land

Onlangs reed ik op weg van de ijsvogels naar huis langs een prachtig nat en kruidenrijk oud weiland …

Een ooievaar struinde het land links en rechts naar lekkers happend af …

Wat een verademing om zulk land te zien als je het vergelijkt met het gemiddelde weiland tegenwoordig …

Alle begin is moeilijk

Nadat we de nodige foto’s hadden gemaakt van de ooievaars in het bosachtige deel van ‘de Lokkerij’ zijn Jetske en ik enige tijd bij het veld met de paalnesten gaan zitten …

Vooral het geklepper, dat regelmatig opklonk van één of meerdere nesten was fascinerend. Het geklepper begint vaak al, wanneer een partner naar het nest komt vliegen. Na de landing wordt er niet alleen geklepperd, maar ook stijlvol gedanst. Met de snavels dicht bij elkaar tonen de geliefden elkaar hun genegenheid. Het is niet voor niks dat ooievaars monogame partners zijn, die elkaar in principe hun leven lang trouw blijven …

Dat alles bij elkaar vroeg niet alleen om beeld, maar ook om geluid. Tijd voor een actiefilmpje …

Daarmee kom ik aan het eind van dit verrassende bezoek aan ‘de Lokkerij’. Met dank aan mijn fotomaatje!

Zo zie ik ze niet vaak

Tijdens mijn reguliere ritjes zie ik vooral rondom Earnewâld regelmatig ooievaars, maar in zo’n bosrijke omgeving als hier bij ‘de Lokkerij’ zag ik ze niet eerder. De naam ‘Lokkerij’ betekent trouwens niet dat de ooievaars hier naar toe werden gelokt. De naam houdt verband met de familie Lokken, die in de boerderij waarin nu het ooievaarsstation gevestigd is, generaties lang het boerenbedrijf uitoefende. Lokkerij betekent dus: ‘de boerderij van Lokken’

Ik vond het fascinerend om te zien hoe de ooievaars daar in het bos bouwmateriaal bijeen sprokkelen om hun boomnesten te bouwen. Dat sprokkelen is één ding, maar dan moet het spul vervolgens ook nog naar huis worden gebracht. Dat betekent in dit geval opstijgen tussen de bomen door, daarna wordt buiten het bos met een wijde boog hoogte gemaakt …

Eenmaal op de juiste hoogte keert de ooievaar met zijn vracht terug naar het bos. Vervolgens is het de kunst om strak tussen de bomen door te manoeuvreren om het bouwmateriaal uiteindelijk netjes af te leveren bij moeder de vrouw op het nest in aanbouw. Er is nog wel het nodige werk aan de winkel voor dit koppel, want meer dan een paar takjes liggen er zo te zien nog niet. Maar ze vliegen af en aan, dus ze doen wel hun best …

De meeste ooievaars op boom- en paalnesten rondom hebben het er beter voor staan. Vooral veel van de oude boomnesten zijn indrukwekkend. Aan veel van die nesten wordt al jarenlang gewerkt, en daar zijn ook al vele generaties uit voortgekomen …

Maar niet iedereen maakt zich even druk om een nest. Dit koppel stond lekker rustig naast elkaar in de zon. Het fundament ligt er, en daar lijkt het nog even bij te blijven. Misschien zijn ze ook nog simpelweg te jong om al aan broeden te beginnen. Je weet ’t niet …

Naar ‘de Lokkerij’

Vorige week woensdag zweefden er een tijdlang twee ooievaars boven onze woonwijk. Daar valt niet veel voor ze te halen, het zal dus wel een verkenningsmissie geweest zijn om t.z.t. ergens wat te brengen. Daar naar kijkend, nam me ik voor om deze week weer eens een ritje langs de ooievaars bij Earnewâld te maken. Het zou er echter niet van komen, maar ik ging wel naar de ooievaars …

Terwijl we twee dagen later aan het begin van een gezamenlijke fotodag bij Jetske op het terras aan de koffie zaten, vroeg Jetske of het een idee was om naar ooievaarsstation ‘de Lokkerij’ te gaan. Ze was daar enkele dagen eerder al samen met haar zoon geweest, maar van foto’s maken was toen niet veel gekomen. Afgaand op de foto’s die ze ervan had getoond op haar blog, leek het me een prima plan …

En zo stonden we een uur later bij ooievaarsstation ‘de Lokkerij’. Het is prachtig gelegen in het Reestdal, op de grens van de provincies Overijssel en Drenthe (Google Maps). Het is net als ‘It Eibertshiem’ bij Earnewâld één van de eerste 12 ooievaars-buitenstations die eind jaren ’70 in het leven zijn geroepen …

Nadat in de jaren 60 de ooievaar in ons land was uitgestorven, werd er in 1969 in het Liesvelt in Groot-Ammers een fokprogramma gestart. Ooievaars die daaruit zijn voorgekomen kregen na verloop van tijd op deze buitenstations de kans om te wennen aan een meer natuurlijk leven …

Het fokprogramma en de buitenstations zijn een groot succes gebleken. Nadat de ooievaars eind jaren 60 uitgestorven waren, telt ons land momenteel weer 1200-1300 broedparen. Zoals hier had ik ze echter nog niet gezien. ‘De Lokkerij’ telt op en rondom huize ‘de Luttike Havixhorst’ momenteel ca. 50 broedparen, die nestelen op palen en daken, maar ook in de bomen …

  • wordt vervolgd