En weer vlogen ze weg

Net als bij Skrok dobberden er hier bij Skrins ook veel knobbelzwanen op het water. ik vermoed, dat we een deel van deze zwanen vanmorgen bij Skrok hebben zien wegvliegen …

Ook hier begon een groot deel van de zwanen na enige tijd aan een vliegende start over het wateroppervlak. Eenmaal los maakten de zwanen ook hier een ruime bocht, waarna ze weg leken te vliegen in de richting van Skrok. Gelukkig kregen ze geen van allen een klap van de molen, toen ze langs de boerderij vlogen …

Dat was voor ons ook het sein om te vertrekken. Jetske had de hut alvast verlaten en was nog even naar de voorkant ervan gelopen, waar een paar mooie oude knotwilgen stonden. Ik volgde haar even later, waarna we nog een tijdlang lekker in de luwte bij de picknicktafel achter de hut hebben gezeten om wat te eten en te drinken …

Het uitzicht bij Skrins

Na de pittige wandeling lukte het nog net om de trap naar de vogelkijkhut te beklimmen. Ik was dan ook blij dat ik kon gaan zitten, toen we eenmaal in de hut waren. Daarmee heb ik meteen het grootste voordeel van deze vogelkijkhut bij Skrins genoemd. De hut is een stuk kleiner, maar in tegenstelling tot de hut bij Skrok, kun je hier perfect voor de kijkopeningen zitten …

En dan komen we ook meteen bij het grootste nadeel van deze hut. Als je naar buiten kijkt, is meteen duidelijk dat de plas met de vogels wel erg ver weg is. Gelukkig hebben we de grutto’s, en vooral de kluten en scholeksters eerder al wat beter kunnen bekijken …

Een boer reed regelmatig achter de vogelkijkhut langs met een trekker met giertank, waarvan hij de geurende lading steeds in een weiland verderop dumpte …

Het kammen van het riet

We zijn hier te gast op het rietland van Klaas Jan. Klaas Jan is net als de meeste rietsnijders in De Weerribben als kind al vertrouwd gemaakt met het werk in het riet. Toen wij vrijdag op het land kwamen, was het perceel al voor het grootste deel gemaaid. Het gemaaide riet was in schoven bijeen gezet om te drogen. Daarmee was het eerste deel van het werk gedaan …

De volgende stap is dat het riet wordt gekamd. In het onderste deel van het riet groeien namelijk allerlei kruiden en onkruiden. ‘Ruigte’ wordt het genoemd door de rietsnijder. Die ruigte wordt in deze fotoserie door Klaas Jan uit het riet gehaald m.b.v. een rietkammachine. Op een soort lopende band zijn grote metalen pennen bevestigd, die door de bosjes riet worden gehaald …

Aan de achterkant van de kammachine ligt al snel een bergje droog afval. Dat wordt straks weggehaald door het zoontje van Klaas en zijn vriendje, die aan het begin van deze serie al even te zien waren …

The sound of breaking ice

Het was een mooie maandagochtend in begin februari, toen ik na de koffie besloot om een ritje naar It Eilân te maken. Toen ik daar over de voetgangersbrug naar de overkant liep, kreeg ik zicht op een prachtig laagje ijs op de Goëngahuistersloot

Het had ’s nachts wel wat gevroren, maar ik had niet verwacht dat de brede sloot al dichtgevroren zou zijn. Kijkend naar de luchtbellen in het ijs en de vele mooie ijsbloemvormen op het ijs, leek er ook meteen een stevig ijsvloertje te liggen …

Plotseling werd ik in mijn mijmeringen gestoord door het heftige geluid van brekend ijs. De kabel van de trekpont naast de voetgangersbrug werd krakend strakgetrokken …

wordt vervolgd

Twee keer te laat

Nadat we bij Earnewâld tevergeefs op zoek waren geweest naar rietsnijders aan het werk, besloten we dat ter afsluiting van de dag ook nog even te proberen bij De Leien …

We waren net uitgestapt, toen er een fotograaf aan kwam lopen vanuit de vogelkijkhut. Op onze vraag of er nog wat bijzonders te zien was, vertelde hij dat er een tijdlang twee zeearenden op het boomeilandje hadden gezeten. Omdat te bewijzen liet hij een serie prachtige foto’s zien van de zeearenden in de bekende boom. Hoewel de vogels net vertrokken waren, besloten we toch even door te lopen in de richting van de vogelkijkhut …

In de verte zagen we nog een paar roofvogels cirkelen. Toen ze wat dichterbij kwamen, zagen we echter dat het om buizerds ging. Toch een tegenvallertje in dit geval …

Bij het rietland aangekomen, zagen we dat we te laat waren om de rietsnijders hier aan het werk te zien. Een groot deel van het riet was al gemaaid en lag in bossen samengebonden op het dijkje rond het meer. Omdat het paadje naar de vogelkijkhut erg nat en drassig was, zijn we toch maar niet verder gelopen …

Twee keer te laat op één middag, eerst voor de zeearenden en dan ook nog voor de rietsnijders. Maar toch was het een weer mooie dag.

Mist en rust in het rietland

De meeste rietlanden in De Weerribben lagen er vrijdag stil en verlaten bij in de mist. Veel rietsnijders hopen en wachten waarschijnlijk ook op beter weer …

Aan de overkant van deze sloot stond een oude trekker bij een kleine windmotor. Het is geen uniek beeld, in de rietlanden staan op meerdere plaatsten oude trekkers die bij gebrek aan wind af en toe worden gebruikt voor de bemaling van het rietland. Ook een rietmaaier stond een stukje verderop te wachten op betere tijden …

Jetske en ik stapten in de auto en reden verder over het bruggetje in de Hoogeweg in de richting van Kalenberg. Het lintdorp Kalenberg is zo ongeveer het hart van de rietteelt in De Weerribben. Kalenberger riet is al sinds mensenheugenis een gewild bouwmateriaal voor het dekken van daken en windmolens …

De hitte slaat toe

Vol goede moed stapten Jetske en ik gisterochtend rond 10:30 uur op fiets en iLark. Na een kort overleg met koffie en koek besloten we voor de westelijke fietstocht te kiezen. Hoe lang we ons ritje zouden maken en waar we exact langs zouden gaan, zouden we onderweg wel bekijken.

Toen we nog geen vijf minuten later over het fietspaadje langs het riviertje de Drait reden, werd Jetske meteen al lyrisch over het feit dat we al zo snel buiten de stadsbebouwing waren …

Op verzoek van Jetske maakten we een eerste tussenstop bij de jachthaven. Nadat we daar wat foto’s hadden gemaakt, zetten we koers naar het oude sluiscomplex en de skûtsjewerf aan het Buitensvallaat. Vorig jaar heb ik al een uitgebreide serie over dit stukje Drachten gepubliceerd, dat start met ‘Het Begin van de Drachtstervaart’.

Bij de oude sluis begon het al aardig op te warmen. Een paar tussenstops later was het ronduit heet toen we langs de boer kwamen, die aan de Bûtendiken in het hooi aan het werk was …

Amper twee kilometer verder kwam er onverwacht snel een eind onze rit. We hadden in de buurt van het Noorder Gemaal overlegd of we vanaf dit punt linksom naar De Veenhoop zouden rijden of juist rechtsom. We kozen voor het eerste, maar het werd uiteindelijk geen van beiden …

Terwijl Jetske al vooruit fietste over het smalle schelpenpaadje langs het oude petgat, kreeg ik mijn iLark niet meer aan de praat. Elke keer wanneer ik hem startte, reed hij 1,5 tot 2 m om daarna weer stil te vallen. Ik vreesde dat de hitte te groot was geworden voor de accu. Jetske was intussen ongerust geworden, omdat ze het gekraak van mijn driewieler op het schelpenpaadje miste. Al snel was ze omgekeerd.

Er restte mij intussen weinig anders dan de iLark maar naar het gemaal te duwen, zodat hij daar in de schaduw even kon afkoelen. Omdat het gehoopte effect daarvan op zich liet wachten, zat er niets anders op dan Aafje maar te bellen met het verzoek om me op te komen halen …

Nadat we de iLark korte tijd later met vereende krachten in de auto hadden gezet, heb ik me naar huis laten rijden. Jetske maakte de rit naar ons huis alleen, maar ze had daarbij wel het geluk dat er een verkoelende tegenwindje stond. Aan het eind van de middag was de accu van de iLark afgekoeld en kon ik weer een proefritje maken. Het is goed afgelopen. Het was een ander verhaal geweest als het me midden op het 2 km lange schelpenpaadje was overkomen. Daar moet ik even niet aan denken.

Vandaag blijf ik tot een uur of negen vanavond lekker binnen. Het is wel even genoeg geweest met de warmte. Even een dagje rust, morgen weer een dag, dan koeler …