Op it Reaklif

We naderen het eindpunt van onze tocht langs de Friese kliffen: it Reaklif oftewel het Rode Klif. Reaklif is met zijn hoogte van 10 meter ook meteen het hoogste punt van de rit. Het is een keileem heuvel met een steile wand aan de kant van het IJsselmeer …

In 2010 ben ik eens over het hek geklommen om af te dalen naar het einde van de strekdam aan de voet van het klif. Dat geeft een aardige indruk van de hoogte van Reaklif, Aafje ziet er op de derde foto hieronder nog slechts uit als een nietig streepje …

Rond it Reaklif vond in 1345 de Slag bij Warns plaats, eigenlijk een veldslag tussen graaf Willem IV van Holland en de Friezen. De slag eindigde met een overwinning voor de Friezen en de dood van de graaf …

Ieder jaar wordt deze heroïsche strijd op de laatste zaterdag van september door een deel van de Friese gemeenschap herdacht bij de imposante steen met de tekst ‘Leaver dea as slaef’ (Liever dood dan slaaf), die op het hoogste punt van it Reaklif ligt. Bij de herdenking wordt vooral aandacht geschonken aan de Friese taal en cultuur. De laatste jaren wordt gestreefd naar verbreding en verjonging van het publiek. Hier een sfeerverslag van de herdenking van afgelopen zaterdag …

– wordt vervolgd

Een daalders plekje

Mijn fotomaatje en haar echtgenoot hadden echt een daalders plekje in de vakantie. De caravan stond ik de voortuin van de boerderij bij de SVR-camping, zodat ze van onder de luifel mooi zicht hadden op de Dokkumer Ee en alles wat daar langs trok …

Behalve een breed scala aan vaartuigen, was het ook een voortdurend komen en gaan van fietsers en wandelaars over het malle fietspaadje langs de Dokkumer Ee …

Op verschillende plekjes stonden mooie houten stoelen waar de komende en gaande mens om wat te rusten en van het uitzicht te genieten. Er kon zelfs een gerookt harinkje gehapt worden …

Lijnenspel van een radiotelescoop

Nadat de adders uit beeld verdwenen waren, besloten Jetske en ik een stukje in westelijke richting langs het Dwingelderveld te gaan. Terwijl Jetske over het zandpad liep, rolde ik over het fietspad. Daar was het nog oppassen, want er bleef maar weinig ruimte over om fietsers te laten passeren …

We waren net voorbij de radiotelescoop, toen het apparaat plotseling vervaarlijk begon te zoemen. We bleven even staan om te zien hoe de schotel in westelijke richting werd gedraaid. Ook een fietser nam even de tijd om ernaar te kijken. Een passerende amazone trok zich van dit alles niets aan, zij vervolgde onverstoorbaar haar weg …

Een stuk verderop nestelden ons op een bospaadje om onze broodjes te eten. Half zon half schaduw, meer hoeft het niet te zijn. Tussen een paar bomen door hadden we zicht op de grote open vlakte van het Dwingelderveld. Boven ons ruisten de jonge groene bladeren in de kruin van de bomen …

Naast ons hoorden we een stuk verderop zo nu en dan het geluid van de radiotelescoop, dan werd de schotel weer een stukje gedraaid. Normaal gesproken gebeurt dat maar weinig, aldus Jetske. Ze vermoedde dat er demonstraties werden gegeven voor een groep bezoekers …

Toen we er enige tijd later opnieuw langs kwamen, heb ik de gelegenheid te baat genomen om nog wat foto’s van het lijnenspel van die grote schotel te maken. Hij werd nu niet alleen horizontaal, maar ook verticaal gedraaid …

Zodra ik tevreden was, rolden en liepen we naast elkaar verder. Jetske nam me mee naar een van haar favoriete vogelplekjes in het Dwingelderveld …

Nog wat aardige optrekjes

Als jullie het niet erg vinden, ga ik nog even door met een aantal van de mooiste optrekjes in het hart van ‘de Alde Feanen’. Om jullie verlangen naar zo’n optrekje hier en daar misschien iets te temperen, toch nog even een paar nadelen. Behalve dat deze tweede woningen alleen per boot bereikbaar zijn, is er nog iets. Ze hebben geen van allen nutsvoorzieningen. Geen gas, geen elektriciteit, geen stromend water en geen riolering. Maar wat staan ze op prachtige plekjes …

Op de eerste drie foto’s van vandaag is voor mijn gevoel het meest originele optrekje te zien. Het lijkt alsof er in de loop der jaren steeds een stukje is aan- of opgebouwd. En het is nog ruim voorzien van zonnepanelen ook. Gewoon om nog even weg te dromen nog wat van die aardige optrekjes …

Van het in mijn ogen meest originele optrekje aan het begin van dit logje, zijn we nu terechtgekomen bij het huisje met het mooiste naambordje. Na de passage van ‘de Kooi’ laten we ‘de bewoonde wereld’ van de Alde Feanen eerst weer achter ons. We gaan nog eens op zoek naar de zeearend …

– wordt vervolgd

Optrekjes in ‘de Alde Feanen’

Nadat we de zeearend twee keer in zijn boom hadden zien zitten, kwamen we tijdelijk in een soort van bewoonde wereld terecht. Dat er hier en daar wat huisjes in ‘de Alde Feanen’ staan, wist ik wel. Heel lang geleden heb ik wel eens in dit gebied gevaren en geschaatst. Dat er zoveel tweede woningen staan, variërend van simpele optrekjes tot riante paleisjes, was nieuw voor me …

Als je het hart van nationaal park ‘de Alde Feanen’ op de kaart bekijkt, dan zie je dat het een wirwar is van grote en kleinere sloten en plassen. Daar tussen liggen nog verschillende oude legakkers, stukjes moerasbos en kleine eilandjes. Met rollend vervoer kun je hier niks en ook lopend kom je niet ver, want er is nergens een weg of pad te bekennen …

De huisjes hebben allemaal een adres, dat begint met ‘Alde Feanen’ gevolgd door een nummer en zijn dus alleen per boot bereikbaar. Die optrekjes komen overigens geen van alleen in de verkoop. Elk huisje staat op een plek waar in de tijd van de vervening een arbeidershuisje stond. Door vererving kunnen die huisjes nog steeds blijven staan. Voor zover ik van onze gids heb begrepen, is overdracht op iemand anders niet mogelijk …

Omdat ik tijdens de rondvaart na verloop van tijd geen idee had waar we zaten, is een naam van een huisje als verwijzing naar het meertje waaraan het staat wel handig …

– wordt vervolgd

En weer vlogen ze weg

Net als bij Skrok dobberden er hier bij Skrins ook veel knobbelzwanen op het water. ik vermoed, dat we een deel van deze zwanen vanmorgen bij Skrok hebben zien wegvliegen …

Ook hier begon een groot deel van de zwanen na enige tijd aan een vliegende start over het wateroppervlak. Eenmaal los maakten de zwanen ook hier een ruime bocht, waarna ze weg leken te vliegen in de richting van Skrok. Gelukkig kregen ze geen van allen een klap van de molen, toen ze langs de boerderij vlogen …

Dat was voor ons ook het sein om te vertrekken. Jetske had de hut alvast verlaten en was nog even naar de voorkant ervan gelopen, waar een paar mooie oude knotwilgen stonden. Ik volgde haar even later, waarna we nog een tijdlang lekker in de luwte bij de picknicktafel achter de hut hebben gezeten om wat te eten en te drinken …

Het uitzicht bij Skrins

Na de pittige wandeling lukte het nog net om de trap naar de vogelkijkhut te beklimmen. Ik was dan ook blij dat ik kon gaan zitten, toen we eenmaal in de hut waren. Daarmee heb ik meteen het grootste voordeel van deze vogelkijkhut bij Skrins genoemd. De hut is een stuk kleiner, maar in tegenstelling tot de hut bij Skrok, kun je hier perfect voor de kijkopeningen zitten …

En dan komen we ook meteen bij het grootste nadeel van deze hut. Als je naar buiten kijkt, is meteen duidelijk dat de plas met de vogels wel erg ver weg is. Gelukkig hebben we de grutto’s, en vooral de kluten en scholeksters eerder al wat beter kunnen bekijken …

Een boer reed regelmatig achter de vogelkijkhut langs met een trekker met giertank, waarvan hij de geurende lading steeds in een weiland verderop dumpte …