De lange weg terug

Na de winterse onderbreking pak ik de draad maar weer op waar ik hem vorige week had laten liggen, namelijk bij het uitzichtpunt aan de Leyensloane. Aan alles komt een eind, zo ook aan het aangename uurtje dat ik daar had doorgebracht. Ik verheugde me er niet echt op, maar uiteindelijk werd het toch tijd om de lange terugweg aan te vangen …


Gelukkig werd de lange rechte kuier een paar maal onderbroken door een paar lokale bezienswaardigheden. Om te beginnen stond er ergens halverwege een aantal Canadese ganzen aan de overkant van het kanaal. Mogelijk waren het de ganzen, die ik op de heenweg al was tegengekomen, toen ze vanaf de Leijen deze kant op kwamen …

In het weiland aan deze kant van het kanaal stond ergens een bordje dat het bekijken waard was. ‘Ik dongje rûch – Grutsk op ús Greidefugels’ luidt het opschrift. Vrij vertaald betekent het dat de boer ruige mest of stromest gebruikt om zijn land te bemesten, omdat hij trots is op onze weidevogels. Net als nattigheid en een kruidenrijke vegetatie helpt ruige mest de weidevogels. Het zorgt voor meer en ander bodemleven. Meer informatie hierover kun je lezen op de website Grutsk op ús Greidefûgels


Voor de weidevogels was het nog te vroeg, maar hazen leken zich er op dat moment al thuis te voelen. Ik was de auto al mooi genaderd, toen ik een haas in het weiland zag zitten. En al snel zag ik er ook een tweede, gelukkig verscheen de rest van het gezelschap pas toen ik weer bij de auto was. Maar dat is voor morgen …

Zicht op de ‘Blaustirns’

Het uitkijkplatform bij het strandje aan de Leyensloane viel me helemaal niet tegen. Met mijn rug naar de wind en kop in de zon was het er ook best even lekker zitten. Maar al te lang moest dat niet duren, daarom begon ik weer te fotograferen …


Aan de westkant van de landtong dobberden wat eenden en ganzen in het water. De Canadezen doen het hier blijkbaar goed, want ze bepaalden ook hier het beeld …

Om vogels te fotograferen lijkt dit me niet het beste plekje. Het rietkraagje is weliswaar mooi en sierlijk, de vogels die er waren hielden zich erachter schuil en waren moeilijk in beeld te krijgen. Op zonnige zomerdagen zullen vogels dit plekje waarschijnlijk mijden, want dan is het vaal druk en luidruchtig de omgeving van het strandje …


Aan de oostkant zal het op zomerse dagen niet veel beter zijn. Dan trekt er vaak een lange stoet bootjes vanuit het Opeinder Kanaal in de richting van het riviertje de Lits aan de noordkant van de Leijen (vv). Kortom: het uitkijkplatform is een fijn plekje om eens even lekker te zitten, maar niet optimaal voor de vogelfotografie …


Dan nog maar eens een blik in noordwestelijke richting. Daar is tussen de rietpluimen door de vogelkijkhut ‘Blaustirns’ bij De Tike te zien. Ik moet er 10 km verder voor rijden om daar te komen, maar dat heb ik er graag voor over, want het is lopend meer dan de helft korter om van de auto bij de hut te komen …

Tot slot richt ik de blik nog even naar het zuiden. In de verte is boven het rietland de auto te zien. Nog maar even niet aan denken, want die staat wel erg ver weg. Nog een stukje verder weg torent aan de andere kant van het kanaal de schoorsteenpijp van de grasdrogerij Opeinde ….

Naar de Leyensloane

Hoewel ik vorige week dinsdag veel had gezien en gefotografeerd, voelden mijn benen woensdagochtend verrassend sterk aan. Dat kwam weer heel goed uit, want het leek opnieuw een prachtige dag te worden. Ik besloot weer eens een kijkje te nemen bij de vogelkijkhut ‘Blaustirns’ bij de Leijen aan de kant van De Tike. Onderweg bedacht ik me echter. Ik zou ook wel eens aan de andere kant van de Leijen kunnen kijken. Daarom sloeg ik in Opeinde rechtsaf om langs het kanaal naar het eind van de Leyensloane te rijden (Google Maps)


Halverwege de Wâldwei en het strandje aan de Leijen houdt de rit met de auto op, vanaf hier begint het fiets- en wandelpad langs het meer. Nadat ik de auto had gedraaid, heb ik nog even naar een paar overvliegende ganzen gezwaaid, daarna ben ik vol goede moed op weg gegaan …

Bijna halverwege zag ik een paar keurig geknotte wilgen aan de andere kant van het Opeinder Kanaal staan. Ze werden mooi weerspiegeld in zachte golfjes. Hmmm … halverwege, en ik begon mijn benen al te voelen. Ik zou natuurlijk nog op mijn schreden terug kunnen keren …


Ik heb intussen even opgezocht wanneer ik voor het laatst naar het strandje aan de Leijen ben gelopen. Dat was op 1juli 2009, ik heb er toen wat foto’s van lichtende nachtwolken gemaakt. Het was een mooi plekje om lichtende nachtwolken te fotograferen, maar ik herinner me dat ik het toen al te ver vond om er regelmatig een kijkje te nemen bij kans op lichtende nachtwolken of poollicht …


Terwijl ik verder liep, werd ik uit mijn mijmeringen gehaald door een flottielje Canadese ganzen in het kanaal. Luid snaterend zetten ze koers van de Leijen richting Opeinde …

Met de close-up van het onderstaande tweetal sluit ik het eerste deel van deze kuier naar de Leijen af …

Een tunnel vol schaatsers

Met alleen het beeld ‘de Schaatser’ was men in schaatsdorp Sint Jansklooster kennelijk niet tevreden. Daarom werd een fietstunnel, die vlakbij het beeld onder de Flevoweg (N762) door loopt, ook bij het project betrokken …


Albert Weijs – de maker van het beeld ‘de Schaatser’ – heeft samen met zijn dochter Mirthe de wanden van de tunnel beschilderd met schaatsers die tussen rietpluimen en tjaskers over bevroren sloten en meren door het landschap van de Weerribben rijden …

Nieuwe bordjes bij ‘Grutsk’

In mijn enthousiasme om de foto’s van de bruine kiekendieven bij de Jan Durkspolder te delen, ben ik vorige week helemaal vergeten te vertellen van een kleine passage tussen beide vogelkijkhutten door. Terug bij de auto heb ik bij de Leijen namelijk nog even een paar foto’s gemaakt van het kunstwerk ‘Grutsk’, de nieuwe picknicktafel en vooral de nieuwe bordjes die erbij geplaatst zijn …

Er sneuvelt wel eens een boom die je lief is, b.v. door storm, ziekte of ouderdom. Een groepje inwoners van het dorp De Tike gaf een boom uit hun dorp een tweede leven. Dit kunstwerk, dit bouwwerk, dit project of hoe je het wilt noemen, staat aan het eind van het doodlopende weggetje Doktersheide (Google Maps) langs het fietspad richting Eastermar aan de westkant van de Leijen …

Trots

Bedacht en gemaakt door een
groepje inwoners van De Tike

Wij zijn erg blij met en
trots op onze bomen

Trots

Wakker worden
met de kop vol zweet en hars
uit een groene droom
van takken blad
en boom
en bij de koffie
nog steeds denken
dat het niet zo ging
echt niet zo was

Maar dan
in ‘t monster van blik en wielen
op naar ‘t werk
die leegte van de kale koppen
de schrik van weg die schaduw en
weg die stammen
houten tranen
gebroken bomen
gezaagd zonder afscheid

Maar deze grote jongen
van hout van hier
van u van mij
blijft bont en blijft bij ons
de reus die roept en schreeuwt het uit
geeft iedereen een kus
zo trots.

Andries de Jong / juni 2019
(Vertaling: Jan K. alias Afanja / juni 2020)

Het kunstwerk zelf had ik twee jaar geleden al eens gefotografeerd, maar het was me nu even te doen om de nieuwe bordjes die erbij geplaatst zijn. Het zijn prachtige bordjes, die een stuk beter in het hele plaatjes passen dan de oude bordjes. Maar ik heb wel zo mijn twijfels over de weerbestendigheid ervan …

Bij de baggelmachine

Vervening of turfwinning gebeurde in verschillende streken op verschillende manieren. In hoogveengebieden (boven de grondwaterspiegel) werd het veen eerst deels ontwaterd door sloten te graven. Daarna kon het veen direct gestoken worden, het z.g. turfsteken. In laagveengebieden zoals De Deelen lag het veen onder de waterspiegel. Daar werd het veen door de veenarbeiders als natte drab van de bodem geschraapt en dan op de legakker gelegd om te drogen. Na enkele dagen werd de natte veenlaag platgestampt, waarna er turven van konden worden gestoken. Om dit zware werk makkelijker en goedkoper te maken deed begin vorige eeuw de baggelmachine zijn intrede …

  • de baggelmachine was gemonteerd aan de voorkant van een platte schuit, die langs kabels werd voortbewogen (1)
  • een kooi waarin messen waren bevestigd werd eerst opgetakeld en vervolgens losgelaten (2)
  • de messen boorden zich ca 1,5 m in het veen. Als de kooi daarna weer werd opgehesen sloten zich vanzelf twee kleppen onder het gestoken pakket veen (3)
  • de inhoud werd in de schuit gestort en met water vermengd. Daarna kwam de veenbrij via een jacobsladder in de vloeigoot (4)
  • via de vloeigoot werd de veenbrij over de legakkers verspreid (5)
  • wanneer de veendrab enkele dagen had gedroogd, kon het worden aangestampt, zodat er later turven van gestoken konden worden
  • de baggelmachine werd aangedreven door stoom, en vrat zo zich letterlijk een weg door het veenlandschap

Tot zover wat algemene informatie over de (machinale) vervening, c.q. de turfwinning. In vervolg hierop morgen (een deel van) het verhaal achter de baggelmachine die hier in De Deelen ligt. Vandaag mogen jullie verder vrij rondkijken bij deze historische bonk roest. Doe dat wel voorzichtig, want je ligt zo in het veenwater …

  • wordt vervolgd

Op naar de baggelmachine

Het begon allemaal afgelopen maandag. Terwijl ik nog bezig was met de bloemen en de beestjes in De Deelen, kreeg ik een mailtje van een stille volger, die mij zo af en toe verrast met een foto, waar ik dan onder vermelding van ‘andere Jan’ gebruik van mag maken. “Hier nog een foto vanuit De Deelen, past mooi bij de blog,” luidde de tekst bij de onderstaande foto. Ik herkende er meteen de oude baggelmachine in, die ergens in De Deelen verborgen ligt …

Natuurlijk was ik blij met die foto. Hij zou goed passen als vervolgd op de blogs over de laatste veengraver in De Deelen, die voor de volgende dagen op de rol stonden. Maar als ‘andere Jan’ die foto had gemaakt, dan wist hij natuurlijk ook waar dat ding ligt, bedacht ik me. En dus vroeg ik of hij de locatie ook met me zou willen delen …

De volgende dag kreeg ik opnieuw een mailtje met een foto: “Vanaf de parkeerplaats is het ca 1,5 lopen/fietsen richting Haskerdijken. Daar is het rechts van het fietspad met gelegenheid even te rusten op de bankjes …”

Anderhalve kilometer lopen of fietsen … Dat zou zelfs met mijn loopfietsje een heel eind worden, vreesde ik. En vanaf de kant van Haskerdijken zou het niet korter zijn, want dat had ik ook al eens geprobeerd. Toen ik Google Maps erbij pakte, ontdekte ik dat het maar een paar honderd meter verder was dan het fietspontje over de Heafeart ter hoogte van Luinjeberd. Ik ontdekte er zelfs de omtrek van de baggelmachine op. Dat wierp een heel ander licht op de zaak …

Een tweede meevaller was, dat mijn fotomaatje ook wel nieuwsgierig was naar die baggelmachine. En dus trokken we gistermiddag samen de Heafeart over. Daarbij moesten we nog even haast maken, want er lag tijdelijk een skûtsje op rampkoers van ons kettingpontje …

We haalden desalniettemin veilig de overzijde. Daar begonnen we aan onze kuier over het fietspad. En die was vanaf het pontje gelukkig goed te doen. Al snel zagen we het bovenste deel van de roestige baggelmachine boven het riet uitsteken. Vlak voordat we ter hoogte van het paadje naar de machine waren, zagen we een viertal toeristen het rietland in gaan om deze onbekende attractie te bekijken …

Dat gaf ons (lees: mij) gelegenheid om gebruik te maken van ‘andere Jan’ zijn advies om even te rusten op de bankjes. Nadat er weer ruimte was, hebben Jetske en ik onze kans gegrepen om allebei een uitgebreide fotoserie te scoren van deze onbekende attractie. Een deel daarvan zal hier de komende dagen de revue wel passeren samen met het verhaal achter de ruïne van deze ongeveer 100 jaar oude machine.

Met een foto van Jetske naast dat enorme apparaat en een woord van dank aan ‘andere Jan’ laat ik het hier voor vandaag bij …

  • wordt vervolgd