Van Giethoorn reden we naar Dwarsgracht(kaart OpenStreetMap). Dit lintdorpje, dat langs de Dwarsgracht is gebouwd, is per auto alleen bereikbaar vanuit het oosten over een doodlopende weg. Daarna zijn inwoners en gasten aangewezen op de fiets, een boot of de benenwagen …
Wij staken de Dwarsgracht te voet over via een tamelijk haveloos bruggetje. Aan de overkant sloegen we rechtsaf om een stukje naar het westen te lopen. Al snel stonden we voor een tweede bruggetje. Daar boven het kruispunt van de Dwarsgracht en de Cornelisgracht stond een gestileerde kerstboom op het bruggetje in de Jonenweg(kaart OpenStreetMap) …
Dat tweede bruggetje werd het standpunt voor de volgende foto’s …
Zodra de rietmaaier zijn rondjes weer op het droge maakte, was Klaas Jan teruggelopen naar zijn werkplek, waar hij weer aan de slag ging met een groot bos riet …
Jetske zat op enige afstand op een bergje ruigte naar het werk van haar neef te kijken. Vermoedelijk gingen haar gedachten terug naar haar kinderjaren, toen ze als meisje vaak zo naar haar vader had zitten kijken …
Klaas Jan was bezig om de onderkant van het grote bos riet vlak te maken. En dat deed hij duidelijk met zorg en aandacht. Hij was pas tevreden, toen hij ook de laatste twee sprieten riet met zijn snit had doorgesneden. Vakmanschap verloochent zich niet …
Het was een mooie dag geweest in het rietland waar de rietsnijders actief waren. Als Jetske een Jetse was geweest, was hij zeker rietsnijder geworden …
Het viel vrijdag niet mee om in de mistige contreien van De Weerribben en De Wieden nog een andere kleur te vinden dan de alom overheersende tinten grijs en bruin. Maar tegen twee uur ’s middags lukte het toch nog …
Ergens aan de noordkant van het langgerekte Giethoorn maakten we een tussenstop om een paar foto’s te maken. Een rood met wit bord onder één van de vele bruggetjes in het toeristische dorp sprong er meteen uit. Veel kleuriger had ik het die dag nog niet gezien…
Nadat we ’s ochtends op weg naar de Beulakerwijde een langere, fotogenieke vaartocht door de omgeving hadden gemaakt, koos Jetske voor een kortere vaarweg terug …
Tijdens het laatste deel van de tocht, zagen we een groot houtsnijwerk in een tuin staan. Jammer genoeg stond de imposante vogel met zijn kop de andere kant op …
Enkele minuten later namen we de laatste hindernis van onze vaartocht: het laagste bruggetje van de regio. Volledig plat op de boot liggend, kwamen we er veilig onder door. Na de passage van de brug hield Jetske onze boot even stationair op de plek, zodat ik nog wat foto’s kon maken van de manier waarop de tegemoetkomende sloep onder het bruggetje door voer. Diep gebukt en heel voorzichtig …
Kort daarna kwam er een einde deze prachtige vaartocht door De Wieden. De plotselinge weigering van mijn benen, toen ik even later over het warme asfalt liep, was een flinke waarschuwing voor de rest van de zomer …
Na de koffie zetten we onze vaartocht door de Wieden voort. Je zou je af en toe bijna schuldig voelen om de perfecte weerspiegeling verderop te verbreken, maar Jetske hield standvastig koers …
Typerende landschapselementen trokken in het rietland rondom aan ons voorbij, variërend van nog glanzende windmotors tot oude houten tjaskermolens ,,,
Vanaf de Cornelisgracht draaiden we na verloop van tijd linksaf de Walengracht op. Daar passeerden we even later het fietspontje van Jone. Voor € 1,30 kun je je hier over laten zetten, en dat scheelt al snel 17 km fietsen …
Op verschillende plaatsen zagen we dat een kleine, lichte trekker met brede banden een ponton op of af werd gereden. Deze trekkers worden gebruikt om de hooilanden tussen de rietvelden te maaien. Licht materieel is in dit natte gebied onontbeerlijk, en het zou in mijn ogen als voorbeeld en alternatief moeten dienen voor het zware materieel van de gemiddelde boer, om vernatting van het land mogelijk te maken …
Maar er wordt niet alleen hard gewerkt in Nationaal Park Weerribben-Wieden. Ook voor spelevaren is er alle ruimte in dit prachtige gebied, getuige de bootjes die her en der voor de wal lagen …
Afgelopen vrijdag heb ik hier de spinnenkopmolen ‘de Wicher’ aan de Hoogeweg bij Kalenberg geïntroduceerd. Vandaag kijken we daar nog even verder rond …
De molenaar, die net als 99,9% van de molenaars in ons land dit werk op vrijwillige basis doet, was blij om weer een paar geïnteresseerde gasten te kunnen ontvangen. De man vertelde dan ook honderduit over de molen. Ik dacht dat hij het nooit zou vragen, maar na enige tijd werden we dan toch uitgenodigd om een kijkje in de machinekamer te nemen. Hier vertelde de molenaar ons o.a. dat diverse onderdelen van de molen traditioneel gemaakt zijn van verschillende houtsoorten …
Weer buiten vertelde de molenaar ons over de nieuwe wieken van de molen. Op een stormachtige dag in 2018 werd ‘de Wicher’ gekortwiekt door een rukwind. Het herstel liet lang op zich wachten, omdat de schade groter was dan in eerste instantie werd gedacht. Nu, ruim 4 jaar later, staat ‘de Wicher’ er weer bij als een heus pronkstukje. Het wachten is nu alleen nog op nieuwe zeilen, want de oude zijn te klein voor de nieuwe wieken …
Om de rondleiding af te ronden, nodigde de molenaar ons nog uit om een kijkje te nemen in de kap van de molen. “Daar rust het echte geheim van de spinnenkop,” zei hij met een knipoog. Hoewel ik er wel nieuwsgierig naar was, heb ik die uitnodiging toch maar vriendelijk afgeslagen. Het leek me niet wijs om nu nog halsbrekende toeren uit te halen om daar boven te komen. Jetske liet haar beurt voorbij gaan vanwege hoogtevrees. Nadat we de molenaar vriendelijk hadden bedankt, gingen we op zoek naar de blauwborst …
Ik sluit af met twee kleine stuwen bij de molen. Hiermee kan de molenaar sturen of er water uit het achterliggende natuurgebied moeten worden gepompt, of dat er juist water naar toe moet worden gepompt. Ik vind het in al zijn eenvoud een mooi ingenieus systeem …