Oade oan de hynsteblom

Vandaag, 30 april is uitgeroepen tot ‘Dag van de Paardenbloem’. Daarom breng ik vandaag een ode aan de hynsteblom, oftewel de paardenbloem, zoals hij elders in den lande wordt genoemd. Wist je dat er alleen in Nederland al meer dan 1000 soorten paardenbloemen voorkomen!? Een bloeiend weiland schijnt al snel zo’n 50-60 soorten te bevatten, en ook in een gewone tuin komen vaak meerdere soorten voor. De onderstaande exemplaren heb ik onze tuin gefotografeerd. Omdat ik het mooie, maar zwaar ondergewaardeerde bloemen vind, mogen ze hier blijven staan …

Paardenbloemen zijn geen onkruid, maar mooie en nuttige bloemen. De paardenbloem is eigenlijk nummer één voor insecten. Ook voor de grutto en andere weidevogels is het daarom een erg belangrijke bloem. Als kuikens uit hun ei komen, moeten ze dagelijks duizenden insecten eten. Paardenbloemen zijn dan een bron van voedsel, alleen zijn ze uit helaas veel weilanden verdwenen …

Maar dat is niet het enige nut van de bloem. Hij kan ook nog worden gebruikt voor honing en thee. En van een bepaalde soort paardenbloem kan zelfs rubber worden gemaakt, die uiteindelijk terechtkomt in auto- en fietsbanden. Er wordt hard gewerkt aan het weken van zoveel mogelijk rubber in de paardenbloemen. Maar afgezien daarvan, ze kleuren in het voorjaar het Friese weidelandschap hier en daar zo prachtig geel. Dat zijn gezonde weilanden, terwijl op zwaar bemeste weilanden met alleen Engels raaigras geen bloem meer wil bloeien … ;-(

Een oeroude knotwilg

Ik sluit deze serie over Zwartewatersklooster af met een paar foto’s van een oeroude knotwilg, die tegenover de eerste boerderij uit 1860 staat. Er staat een foeilelijke transformatorkast naast om te laten zien hoe oud en nieuw elkaar ontmoeten in het pittoreske Zwartewatersklooster …

Zwartewatersklooster uit de eerste hand

Hier en daar een foto makend, liepen we de buurtschap verder in. Behalve drie boerderijen staan er nog een paar huizen en losse schuren langs de straat. Het is moeilijk voor te stellen dat Zwartewatersklooster van 1233 tot 1590 een religieus centrum van betekenis was. Er woonden naar schatting tussen de 25 en dertig nonnen, maar ook timmerlieden, bierbrouwers en allerlei andere lieden die je in een dorpsgemeenschap vindt. Al met al woonden er in en rondom het complex rond de honderd personen. Tegenwoordig is dat nog maar een handjevol …


Eén van de tegenwoordige inwoners van Zwartewatersklooster is Johannes ten Klooster. Ten Klooster is geboren en getogen in de buurtschap en zijn familie heeft waarschijnlijk in het klooster gewoond. We troffen Ten Klooster toen we stonden te fotograferen bij zijn huis, terwijl hij in de tuin bezig was …


We groetten hem vriendelijk, waarna hij naar ons toe scharrelde. We vertelden hoe we hier terecht waren gekomen en staken onze bewondering voor de mooie oude boerderijen niet onder stoelen of banken. Met zijn schoffel naar de linde voor zijn huis wijzend, vertelde hij lachend over de schade aan zijn boom, die geregeld wordt geschampt door passerende voertuigen …

‘Deze boerderij is gebouwd in 1860, en hij is al vanaf het begin in de familie geweest. Je kunt op verschillende plaatsen in de muren nog originele stenen van het oude klooster zien. Eigenlijk woon ik nog steeds een beetje in het klooster’, vertelde Johannes. Hij vervolgde trots: ‘op onze begraafplaats worden al 785 jaar doden begraven. Er worden alleen mensen begraven die in een huis wonen, dat oorspronkelijk bij het klooster hoorde. Niemand heeft verder iets over die begraafplaats te vertellen, ook de gemeente niet. Wij gaan over onze eigen begraafplaats …’

Omdat het stilstaan na enige tijd niet alleen mij, maar ogenschijnlijk ook Ten Klooster moeite begon te kosten, namen we afscheid van deze vriendelijke verteller …

Terwijl ik later ter voorbereiding van deze blogserie informatie over Zwartewatersklooster verzamelde, kwam ik o.a. het onderstaande filmpje van RTV Oost uit april 2016 tegen. Tijdens de nog steeds voortgaande zoektocht naar de graven van de ridders doet Johannes ten Klooster bij zijn huis en op de begraafplaats ongeveer hetzelfde verhaal, dat hij ons vorige week vertelde …

En wil je nu nog meer mooie verhalen over deze parel van plattelandshistorie lezen, dan kan ik het volgende artikel aanbevelen. Hierin komt Johannes zijn broer Berend ten Hoor aan het woord: “Zwartewatersklooster is rustig, houen zo”

Een buurtschap met ’n verhaal

Na ons bezoek aan de vogelkijkhut volgden we de Zwartewaterkloosterweg in zuidelijke richting. Al snel reden we een kleine buurtschap in. Zwartewatersklooster (Google Maps) ligt op een verhoogde rug in het landschap, een oude oeverwal of rivierduin van het Zwarte Water tussen Hasselt en Zwartsluis. Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat dit gebied waarschijnlijk al voor het begin van onze jaartelling bewoond was. Zodra we het plaatsnaambord gepasseerd waren, maakte de weg een bocht rond een kleine begraafplaats. We besloten eerst maar door te rijden, maar erg ver kwamen we niet …


Al snel kwamen we langs een oude boerderij uit 1860. Die moest toch wel even van dichtbij bekeken worden, en dus werd de auto in de berm geparkeerd. Deze en nog twee andere boerderijen zijn gebouwd uit de restanten van een klooster. Hoe dat zo gekomen is, is nog een heel verhaal …

In juli 1227 vond bij Ane (ongeveer 40 km ten oosten van Zwartewatersklooster) een veldslag plaats tussen een groot bisschoppelijk leger en een Drents leger van ridders en boeren. De Utrechtse bisschop Otto II van Lippe en meer dan 400 van zijn ridders en soldaten kwamen om het leven. Het verhaal gaat al eeuwen dat ca. 145 commandanten en ridders van dit leger in de nabijheid van Zwartewatersklooster zijn begraven. Het gehavende leger keerde terug vanuit Gramsbergen, achtervolgd door de Drenten. Omdat de lichamen niet in al te beste staat verkeerden, het was een hete zomer, werden ze waarschijnlijk op een rivierduin, bij wat later Zwartewatersklooster zou worden, begraven. De precieze plek is niet bekend. Maar dat het hier ergens is, staat op basis van verschillende oude kronieken vast …

Om te bidden voor het zielenheil van de omgekomen ridders werd in de jaren 1227-1233 een voorlopige voorziening getroffen. Mogelijk werd er een kleine kapel gebouwd voor een priester en een huis met enkele vrouwen uit de families van de gedode mannen. In 1233 bevestigde Wilbrand van Oldenburg als bisschop van Utrecht dit initiatief. Het werd een Benedictijner vrouwenklooster Mariënberg, met zo’n 20 zusters, onder leiding van een priorin. De eerste economische basis voor het klooster lag in de tienden (een belasting van 1/10 van de jaarlijkse opbrengst) die het kreeg uit 14 ‘hoeven in het veen’. Dat waren percelen van 120 meter breed, waarop kolonisten bezig waren met de veenontginning, het verbouwen van rogge en het houden van vee …

Toen de Staten van Overijssel in 1580 de Reformatie doorvoerden, werd het klooster gesloten en verhuisden de laatste 13 nonnen naar het Mariaconvent in Hasselt. De bezittingen werden nog tot de Franse tijd (1800) beheerd door provinciale rentmeesters. De gebouwen raakten langzaam in verval. Stukken ervan waren als woning en stallen verhuurd aan enkele boerenfamilies. Regelmatig werden er stenen en balken verkocht of meegenomen om elders mee te bouwen. De laatste restanten van het klooster werden in de jaren 1780-1800 gesloopt. In 1786 liet de rentmeester van bouwmateriaal van het klooster drie nieuwe boerderijen bouwen die nog steeds de kern van de buurtschap vormen …

– wordt vervolgd –

Vogelkijkhut in de Olde Maten

Vanaf dat bijzondere eco-aquaduct reden we het natuurgebied de Olde Maten in. Daarmee reden we ook de bible belt in. Dat was ook al snel te zien, toen we twee wandelaars inhaalden, waarvan er één in klederdracht liep …

Niet veel later bereikten we de vogelkijkhut Zwartewatersklooster. Ik had nog nooit van de naam gehoord, maar ik zou er een uurtje later al het één en ander over aan de weet komen …

De vogelkijkhut is een mooie, ruim opgezette hut met twee verdiepingen. Kijkgaten op beide verdiepingen bieden in oostelijke richting zicht op een langgerekt petgat …

Terwijl we op de bovenste etage stonden, liet Jetske haar technisch blik langs de houtverbindingen in het dak glijden. Tien minuten nadat we de beide wandelaars hadden ingehaald, zagen we ze voorbij de open achterkant van de hut lopen …

De zijwanden van de hut zijn op de begane grond heel toepasselijk afgewerkt met turfjes, waarvan er – kijkend naar het omliggende petgatenlandschap – hier ooit ook veel gestoken zijn …

Bijna een brug te ver

Jetske en ik hebben vorige week vrijdag weer dankbaar gebruik kunnen maken van ons abonnement op ‘grijze vrijdagen’. We begonnen de dag met een lange wandeling waar ik 4 mei op terugkom. Die wandeling was meteen weer zo lang, dat het weinig gescheeld had of een vervolg van de dag was een brug te ver geweest …

Jetske wist echter wel weer raad en zette koers richting Zwartsluis. Daar reden we oostwaarts verder over de Conradsweg (Google Maps). Al snel zette ze de auto vlak voor een bruggetje in de berm. Hier ligt sinds 2014 een uniek eco-aquaduct en ik hoefde er maar enkele meters voor te lopen. Het eco-aquaduct zorgt ervoor dat het water in de natuurgebieden links en rechts van de weg over het Conradskanaal en onder de weg door kan stromen. Het eco-aquaduct is zo ingericht dat dieren zwemmend, lopend of kruipend onder de weg door van het ene natuurgebied in het andere kunnen komen …

Dankzij het eco-aquaduct blijven de waterpeilen van de natuurgebieden (links op de onderstaande foto) en landbouwgronden (rechts op de onderstaande foto) gescheiden. Boeren willen graag een laag waterpeil om met hun zware machines op het land te kunnen werken. Voor de natuur is een hoger waterpeil beter. Ook draagt het eco-aquaduct bij aan de verbetering van de waterkwaliteit in de natuurgebieden …

Olde Maten en Veerslootlanden – een gebied tussen Zwartsluis en Staphorst – vormt samen met de Weerribben, de Wieden en de Rottige Meente het grootste aaneengesloten laagveengebied in West-Europa. Om de natuurwaarden in stand te houden en te ontwikkelen, is de hoofdfunctie in het gebied (natte) natuur …

Een groot deel van het gebied wordt beheerd door de Agrarische Natuur Vereniging (ANV) Horst en Maten in samenwerking met grondeigenaar Staatsbosbeheer. De betrokken agrarische ondernemers hebben hun bedrijf in de directe omgeving en zijn de ambassadeurs van het prachtige gebied. We vervolgden onze rit door het mooie petgatenlandschap op weg naar een vogelkijkhut. Ook daar zou ik volgens Jetske weer niet ver hoeven te lopen …