Strafkamp ‘It Petgat’

Met het oog op de Nationale Dodenherdenking op 4 mei hebben mijn fotomaatje Jetske en ik in april een bezoek gebracht aan het monument en de restanten het strafkamp ‘It Petgat’ bij Blesdijke, op de grens van Fryslân en Overijssel. Het kamp, dat door de Nederlandse regering van origine was aangelegd in het kader van de werkverschaffing, lag in een moerassig gebied vlak bij het riviertje De Linde. Vanaf de weg loopt een lang zandpad naar het kamp …


Aan de Nijksweg (Google Maps) staat nu een monument, bestaande uit twee palen, die lijken op te rijzen uit een Davidster van straatstenen. Tussen de palen hangt een glazen plaat waar prikkeldraad en een gedicht van Jacqueline van der Waals en de geschiedenis van het kamp in gegraveerd zijn:

‘GEEF MIJ DE MOED OM ONRECHT TE ONDERKENNEN
OOK WAAR ‘T DOOR EEUWEN VAN GEBRUIK GEWETTIGD WORDT,
DE VASTE WIL AAN ONRECHT NOOIT TE WENNEN,
OOK WAAR DE MACHT, HET WEG TE NEMEN, SCHORT.’

‘VANAF BEGIN 1942 -TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG-
WERDEN JOODSE LANDGENOTEN IN WERKKAMPEN ONDERGEBRACHT
OM DWANGARBEID TE VERRICHTEN. OP 2 OKTOBER VAN DATZELFDE JAAR
WERDEN ZIJ ALLEN NAAR KAMP WESTERBORK EN VAN DAAR NAAR DUITSE
VERNIETIGINGSKAMPEN GEDEPORTEERD. SLECHTS WEINIGEN KEERDEN TERUG.’

Aan de voet van de palen staan een paar klompen, geflankeerd door een paar beschilderde kiezelstenen …

Aan het begin van het 400 meter lange pad naar het kamp staat een bord met daarop een foto van de onthulling van het monument door Sjaak Stibbe in 2003. Stibbe was één van de weinige inwoners van het kamp die niet in de gaskamers zijn geëindigd …

Het was een flinke kuier, maar we bereikten het kamp (Google Maps) toch nog vrij gemakkelijk. Van het kamp is overigens niet veel meer over dan de resten van de fundamenten, waarop de barakken en andere bouwwerken rustten. Het is een wonder dat deze restanten de ruilverkaveling overleefd hebben, maar geen enkele boer zag er brood in om de fundamenten uit de bodem te halen om het daarna bij zijn land te trekken. We hebben er een tijdlang stilletjes rond gestapt …

De bezetter maakte gebruik van een infrastructuur die er al lag. In de jaren dertig had de Nederlandse regering kampen laten bouwen in het kader van de werkverschaffing. Om ophef te voorkomen, deed de bezetter er alles aan om het samendrijven van joodse mannen op iets soortgelijks te laten lijken. De mannen moesten heide omspitten of wegen aanleggen onder leiding van dezelfde organisatie als voor de oorlog: de Rijksdienst voor de Werkverruiming. Het toezicht op het werk was in handen van de Nederlandsche Heidemaatschappij en ook in het kamp zelf hadden Nederlanders het voor het zeggen. Er werd voor het kamp extra bewaking ingesteld. Een groep Nederlandse mariniers en marechaussees nam die taak op zich. De leiding van het kamp kwam op 10 juni 1942 in handen van sergeant marinier Christiaan Overweg …

Er verbleven 150-200 gestrafte joodse dwangarbeiders tussen 18 en 65 jaar in het kamp. Sjaak Stibbe behoorde tot de eerste gestraften. Wegens het nemen van ongeoorloofd verlof werd hij na terugkeer door de commandant van Kamp Kremboong in Drenthe naar It Petgat gestuurd. “De ontvangst in Blesdijke was strenger dan in Kremboong. Commandant Overweg begon meteen dreigen. Als we nou weer de benen namen, kwamen we in Ommen of Amersfoort terecht en dan was het met ons gebeurd,” vertelde Stibbe later. “En er was meer intimidatie. Op de zondag daarna gaven de wachten een demonstratie met de honden. De demonstratie vond plaats op een veldje in het kamp. De mannen hadden leren handschoenen aan en dan die honden maar bijten. Het boezemde ontzag in. Dat was ook de bedoeling …”

Het Blesdijker werkkamp heeft maar vier maanden bestaan. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 (tijdens Jom Kipoer) moesten de mannen van alle vijftig kampen – veelal gelegen op afgelegen plekken in het noorden en oosten van ons land – halsoverkop weg. Op hetzelfde moment werden hun vrouwen en kinderen uit huis gehaald. Zo belandden in één nacht ruim tienduizend joden in Westerbork. Volgens Duitse voorlichting was het doel hiervan om de gezinnen weer te herenigen. Vervolgens werden zij omgebracht in de gaskamers van Auschwitz en Sobibor …


Ik sluit het beeldverslag van ons bezoek aan Strafkamp ‘It Petgat’ af met een foto die op één van de infopanelen in het voormalig kamp staat. We zien 14 jonge mannen, lachend staan en zitten ze voor een kampbarak, alsof ze op een reisje of op vakantie zijn. Ze lijken geen idee te hebben wat hen boven het hoofd hangt …


Vogelkijkhut in de Olde Maten

Vanaf dat bijzondere eco-aquaduct reden we het natuurgebied de Olde Maten in. Daarmee reden we ook de bible belt in. Dat was ook al snel te zien, toen we twee wandelaars inhaalden, waarvan er één in klederdracht liep …

Niet veel later bereikten we de vogelkijkhut Zwartewatersklooster. Ik had nog nooit van de naam gehoord, maar ik zou er een uurtje later al het één en ander over aan de weet komen …

De vogelkijkhut is een mooie, ruim opgezette hut met twee verdiepingen. Kijkgaten op beide verdiepingen bieden in oostelijke richting zicht op een langgerekt petgat …

Terwijl we op de bovenste etage stonden, liet Jetske haar technisch blik langs de houtverbindingen in het dak glijden. Tien minuten nadat we de beide wandelaars hadden ingehaald, zagen we ze voorbij de open achterkant van de hut lopen …

De zijwanden van de hut zijn op de begane grond heel toepasselijk afgewerkt met turfjes, waarvan er – kijkend naar het omliggende petgatenlandschap – hier ooit ook veel gestoken zijn …

Bij de Bonnebuskepetten

Nadat ik de foto’s van de reigers en de kolganzen had gemaakt, heb ik een korte fotokuier gemaakt over de Bûtendiken (Google Maps) langs de Bonnebuskepetten


Je zou kunnen denken dat het een riviertje is, dat zich door het landschap slingert. Niets is echter minder waar, wat je ziet is een stukje van de gedeeltelijk dicht gegroeide Bonnebuskepetten. Dat zijn de petgaten van Bonne Bus, die hier begin vorige eeuw in de grond wroette als turfarbeider en kleine veenbaas …

Op deze plek deed zich overigens vorige woensdagnacht een bijzonder schouwspel voor. Kort na middernacht waren er in de lucht meerdere lichtzuilen te zien. Dit komt eigenlijk nooit voor in Nederland. Dergelijke lichtzuilen komen voornamelijk voor in landen als Noorwegen, Zweden, Finland en Canada. Het is geen wonder dat het daar vaker voorkomt dan in landen zoals Nederland. Het moet namelijk erg koud zijn voordat deze ijskristallen ontstaan. Echt heel koud was het woensdagnacht echter niet, de thermometer gaf zo’n 3°C aan. Waarschijnlijk was het in een hogere luchtlaag wel erg koud, waardoor de ijskristallen konden ontstaan. Ik had het graag met eigen ogen willen zien, nu zullen het moeten doen met deze foto’s van Wâldnet

Het rondje voltooid

Ik pak de draad van het verhaal nog een keer op bij de wirwar van wortels en mossen naast het vlonderpad dat door een moerasachtig deel van De Deelen voert. Mossen zijn een belangrijke schakel in ecosystemen: ze produceren zuurstof, beschermen tegen erosie, scheppen een gunstig microklimaat voor het ontkiemen van allerlei soorten zaden en vruchten en bieden leefruimten aan vele kleine insecten …


Ook de mens heeft in de loop der jaren veel gebruik gemaakt van mossen voor o.a. brandstof, vloerbedekking, matrasvullingen, isolatiemateriaal en tegenwoordig ook de bloemsierkunst. Van dichtbij bekeken zijn het vaak verrassend mooie plantjes, maar ik kon er hier niet dicht genoeg bij komen voor een paar mooie macrofoto’s …

Nog even over het laatste deel van het vlonderpad en een stukje door het struikgewas, daarna kwam ik weer uit op de parkeerplaats. Maar dan wel aan de andere kant van de parkeerplaats. Bij Staatsbosbeheer gaat men er kennelijk van uit dat alle wandelaars aan deze kant beginnen. Hier staat namelijk een informatiebordje over het drijvende vlonderpad en over ‘de wonderlijke wereld van mos’. Als ik het had geweten, was ik aan deze kant begonnen …

Het was in ieder geval een prima ervaring en een aangenaam weerzien met De Deelen. Onderweg naar de auto aan de andere kant van de parkeerplaats hield ik nog even halt bij het tweede petgat. In de verte ligt het drijvende vlonderpad …

Ik sluit af met een dromerige weerspiegeling van het bruggetje drijvende vlonderpad en de bomen aan het eind van het petgat. Ik denk, dat ik hier in de loop van het jaar nog wel een paar keer een kuier zal maken …

Een drijvend bruggetje

Aan het eind van het pad langs het eerste petgat gekomen, kon ik maar één kant op: linksaf over het korte bruggetje naar het tweede petgat …


Daar kon ik kiezen uit twee mogelijkheden. Ik kon meteen linksaf slaan en dan langs het tweede petgat terug naar de parkeerplaats lopen. Dat was de kortste en makkelijkste route. De tweede keuze was om het tweede petgat over te steken over het nieuwe bruggetje …

Ik koos voor de derde optie: eerst maar even lekker zitten op het bankje, dat ’s zomers lekker in de schaduw staat en nu in half zon, half schaduw. Daar vandaan kon ik mooi een blik werpen op het nieuwe bruggetje. Het mag volgens Staatsbosbeheer overigens niet meer de naam bruggetje hebben, het wordt nu een drijvend vlonderpad genoemd …

Hoe dan ook, er was weer een mogelijkheid om het petgat over te steken en daar moest ik dan maar gebruik van maken. Zacht wiebelend liep ik, kleine golfjes veroorzakend, naar de overkant. Halverwege heb ik nog even halt gehouden om een paar foto’s te maken …

Wiebelend en wel kwam ik aan de overkant, dat kon ook weer afgevinkt worden. Dan nu via het bekende pad terug naar af. Dat was ook nog wel even een uitdaging …


– wordt vervolgd

Terug in De Deelen

Vorige week woensdag was het een stralende dag in Fryslân. Ik besloot onder een strakblauwe hemel een fotokuier te maken in De Deelen. Sinds ik in januari 2019 ontdekte dat het bruggetje over het tweede petgat in onbruik was geraakt, had ik daar geen echte kuier meer gemaakt. Deze dag had ik er zin in om het weer eens te wagen. En ik was niet alleen, ik werd vergezeld door de lange donkere man …


Terwijl ik langs het eerste petgat aan de wandeling begon, zag ik in de verte een grote zilverreiger op het paadje staan. Op de foto linksonder is hij slechts als een klein wit stipje te zien, op zo’n moment komt de sterke zoomlens weer goed van pas …

Het duurde niet lang voordat de zilverreiger mij ook zag. Hij liet me niet veel dichterbij komen en zocht al snel zijn heil aan de andere kant van het petgat. Daar ging hij op een grote pol zitten …

Op dat moment passeerden toevallig ook de heer en mevrouw grote zaagbek. Hij zwom voorop, maar zij maakte beter gebruik van het licht om netjes op de foto te komen …

Ik naderde intussen het eind van het pad langs het eerste petgat. Daar kreeg ik zicht op het bruggetje aan de andere kant van het Alddeel (Google Maps). Dat zou voorlopig nog wel buiten mijn bereik blijven. Maar dat maakt niet uit, ik was al lang blij dat ik dit punt na jaren weer had gehaald …


wordt vervolgd

Rijp rond De Deelen

Via Warniahuizen en Aldeboarn kwam ik na enige tijd bij De Deelen terecht. Daar heb ik weer even een kort fotokuiertje gemaakt. Ondanks het gaas dat erop is gespannen, was het onderstaande bruggetje flink glad. Toch vond ik, dat ik me er even op moest wagen …

Vanaf het bruggetje heb je een mooi uitzicht over het petgat. Er lag een mooie vlak en glad ijsvloertje op het water. Toch jammer dat het ijs niet de kans heeft gekregen om aan te groeien tot een draagkrachtige ijsvlakte …

De veel diepere Hooivaart, die langs De Deelen loopt, lag nog volledig open. Omdat het op dat moment windstil was, lag het water er rimpelloos en spiegelglad bij …

Tussen het fietspad en de oever had zich op verschillende plekjes wel prachtige rijp had gevormd. Speciaal voor dat doel had ik mijn macro-voorzetlens die dag meegenomen. Kijk eens naar die mooie ijstorentjes …

Begin volgend jaar meer van dit macrowerk, want er was nog veel meer van te zien.