Gevangen in de sluis

Aan de andere kant van de brug en de Noordersluis aangekomen, liep ik een stuk je terug om nog even een foto te maken van de oude voetgangersbrug …

Daarna richtte ik mijn camera op de brug van de Noordersluis. Zowel de brug als de sluis waren geopend om een aantal bootjes van de zeilschool toegang te geven tot het Polderhoofdkanaal …

Bij een sluis doen zich regelmatig leuke momenten voor. Hoewel ik dat niet direct had verwacht, ontbrak ook hier de komische noot niet. Eén van de kinderen keek eens om zich heen en ontdekte daarbij, dat hij de enige was bij wie de mast nog fier overeind stond. ‘Juf, mijn mast …,’ zei hij naar boven wijzend, ‘wat moet ik nu doen?’ ‘Dan haal je hem nu maar naar beneden …,’ luidde de reactie.

Serieuzer was het volgende. Aan mij is geen ervaren schipper of zeiler verloren gegaan, maar dat de instructrice de kinderen opdracht gaf om zich in de sluis vast te houden aan de reling op de kade, terwijl het waterpeil zakte, leek me toch geen slimme opdracht …

En dat bleek al snel. Ik liep even terug om vanaf de brug te laten zien, dat de kinderen gevangen zaten in de sluiskolk. Kijk eens hoe ze hun best moeten doen om zich half hangend vast te houden aan de kade. Volgende keer toch maar zorgen voor een lijntje in de zeilboten, zou ik zeggen …

De verdere ontwikkelingen heb ik niet afgewacht. De buienradar in de gaten houdend, werd het tijd om huiswaarts te gaan. Met een foto van de brug It Polderhûs in de verte, waarmee ik deze serie over De Veenhoop ben gestart, sluit ik hem ook af …

Simmer yn Fryslân

Deze Campi Houseboat, een varend vakantiehuisje, voer over de Wijde Ee tussen Smalle Ee en de Veenhoop, toen ik daar vorige week even aan de waterkant zat (Google Maps). Op het voordek zat een jonge deerne te lezen (foto 1). Welgeteld 58 seconden later was zij uit beeld verdwenen (foto 2). Toch jammer, ze zat net zo lekker in de zon. Wat was hier gebeurd …?

Maak het verhaaltje zelf verder af en kleur de plaatjes …

Uitzicht op en vanaf it Reaklif

We laten het monument van de Slag bij Warns letterlijk en figuurlijk achter ons, wanneer we de weg oversteken om daar te kunnen genieten van het uitzicht over het IJsselmeer …

In noordelijke richting zien we de Marina Stavoren Buitenhaven. Op het IJsselmeer waren intussen aan alle kanten verschillende zeilboten te zien …

Jetske had zin om af te dalen en even naar de waterkant te lopen. Daar was het mij intussen te warm voor en ook de vermoeidheid in mijn benen deed zich gelden …

Maar gelukkig weet ik hoe het er daar beneden uitziet. In september 2010 ben ik helemaal tot het eind van de strekdam gelopen. Op de foto linksonder ben ik aan het eind van dam even door de knieën gegaan om een foto van het IJsselmeer te maken. Daarna heb ik me omgedraaid om een paar foto’s te maken van Aafje op de top van it Reaklif, midden: uitgezoomd – rechtsonder: ingezoomd …

Met de vissers van de Friese kliffen is het intussen afgelopen, er schijnt nog één visser actief te zijn met als thuishaven het kleine haventje van Laaksum. De boeren zijn echter nog altijd volop actief op en rond de kliffen. Ook die dag ronkte er weer meerdere keren een zware trekker met een gierwagen over de smalle kustweg op it Reaklif. De trekker met de camera volgend, zag ik dat Jetske inmiddels een stuk verderop weer ophoog was geklommen …

Ze was in gesprek geraakt met twee stellen vrolijke Friese vrienden, die een dagje gevieren met eendoppad waren. Zo’n eend valt natuurlijk altijd op, chauffeur en passagiers hadden er geen bezwaar tegen dat we een paar foto’s maakten van het eendje, ze gingen er zelfs even goed voor staan …

“Nou, daar gaan we hoor …” riep de chauffeur ten afscheid. Alleen het kenmerkende geluid van het wegrijdende eendje is de moeite al waard. Terwijl zij in de richting van Oudemirdum vertrokken, maakten Jetske en ik ons op om naar Stavoren te rijden …

Langs het Minneminnespaad

Nadat we in mei een dagje in het noordoosten van Fryslân hadden doorgebracht, hebben fotomaatje Jetske en ik begin juni een ritje gemaakt naar het zuidwesten van de provincie. Vooral de kliffenkust van Gaasterland verdient een regelmatig bezoek. Met het vlakke noordoosten nog vers in het geheugen, lijkt Gaasterland ineens nog wat heuvelachtiger dan het in werkelijkheid is. De eerste stop was ook ditmaal bij het Oudemirdumerklif. En zo gaan we van het ene huisje met een bijzondere geschiedenis naar het andere …

Onze kuier naar het Oudemirdumerklif (Google Maps) begon weer bij het huisje van Minne Minnes de Vries, de laatste Zuiderzeevisser van het Klif. Zeven jaar na de afsluiting van de Zuiderzee door de Afsluitdijk, hing Minne zijn netten in 1939 voorgoed aan de wilgen. Zijn levensverhaal kun je hier lezen, intussen liepen we in rustig tempo over Minneminnespaad in de richting van het IJsselmeer …

Vlak nadat we de strakke horizon van het IJsselmeer in beeld kregen, zagen we een bruine kiekendief over de kustlijn zweven. Al snel streek hij neer op een paal met een bordje. Toen we halverwege het paadje de blik wat meer naar het zuiden wendden, zagen we in de verte de windturbines van het windpark bij Urk boven de horizon uit torenen. Het is altijd weer even schrikken …

Na de korte eerste schrik, ben ik echter ook steeds weer snel gewend aan het beeld. Ik heb me nooit erg druk gemaakt over die windturbines trouwens. We zullen linksom of rechtsom naar een duurzame energievoorziening moeten, wind en zon zijn nu eenmaal voor de hand liggende opties waar snel resultaten mee worden gehaald. Ik weet dat niet iedereen het daar mee eens is, want ook aan zon en wind zitten nadelen. Genoeg stof om even wat over te mijmeren op de bankjes op het Oudemirdumerklif. …

wordt vervolgd

Kayakers op het Wad

Terwijl we op de pier van Holwerd zaten, maakte een groep kayakers zich vlak naast ons klaar voor een tocht over het Wad. Het bleek te gaan om een groepje kayakers die bij Dutchseakayakers een training volgden voor het ‘certificaat zeevaardigheid’. Eén van de instructeurs gaf een briefing over de route en te verwachten weer, wind en golven onderweg …


Daarna werden de kayaks met vereende krachten te water gelaten. Jetske en ik zaten eerste rang om de instapprocedure te volgen. Dat was voor één van de deelnemers nog wel een puntje van aandacht, maar toen iedereen eenmaal zat ging het snel. Terwijl de veerboot ‘Sier’ steeds dichterbij kwam, verdwenen de kayakers vlot richting horizon …

Door flink in te zoomen, kon ik nog een laatste groepsfoto maken. Uitgezoomd waren er op dat moment nog slechts een paar kleine stipjes te zien …

De rust keerde terug en de Waddenzee leek weer helemaal leeg …

In de spinnenkopmolen

Afgelopen vrijdag heb ik hier de spinnenkopmolen ‘de Wicher’ aan de Hoogeweg bij Kalenberg geïntroduceerd. Vandaag kijken we daar nog even verder rond …


De molenaar, die net als 99,9% van de molenaars in ons land dit werk op vrijwillige basis doet, was blij om weer een paar geïnteresseerde gasten te kunnen ontvangen. De man vertelde dan ook honderduit over de molen. Ik dacht dat hij het nooit zou vragen, maar na enige tijd werden we dan toch uitgenodigd om een kijkje in de machinekamer te nemen. Hier vertelde de molenaar ons o.a. dat diverse onderdelen van de molen traditioneel gemaakt zijn van verschillende houtsoorten …

Weer buiten vertelde de molenaar ons over de nieuwe wieken van de molen. Op een stormachtige dag in 2018 werd ‘de Wicher’ gekortwiekt door een rukwind. Het herstel liet lang op zich wachten, omdat de schade groter was dan in eerste instantie werd gedacht. Nu, ruim 4 jaar later, staat ‘de Wicher’ er weer bij als een heus pronkstukje. Het wachten is nu alleen nog op nieuwe zeilen, want de oude zijn te klein voor de nieuwe wieken …

Om de rondleiding af te ronden, nodigde de molenaar ons nog uit om een kijkje te nemen in de kap van de molen. “Daar rust het echte geheim van de spinnenkop,” zei hij met een knipoog. Hoewel ik er wel nieuwsgierig naar was, heb ik die uitnodiging toch maar vriendelijk afgeslagen. Het leek me niet wijs om nu nog halsbrekende toeren uit te halen om daar boven te komen. Jetske liet haar beurt voorbij gaan vanwege hoogtevrees. Nadat we de molenaar vriendelijk hadden bedankt, gingen we op zoek naar de blauwborst

Ik sluit af met twee kleine stuwen bij de molen. Hiermee kan de molenaar sturen of er water uit het achterliggende natuurgebied moeten worden gepompt, of dat er juist water naar toe moet worden gepompt. Ik vind het in al zijn eenvoud een mooi ingenieus systeem …

Strafkamp ‘It Petgat’

Met het oog op de Nationale Dodenherdenking op 4 mei hebben mijn fotomaatje Jetske en ik in april een bezoek gebracht aan het monument en de restanten het strafkamp ‘It Petgat’ bij Blesdijke, op de grens van Fryslân en Overijssel. Het kamp, dat door de Nederlandse regering van origine was aangelegd in het kader van de werkverschaffing, lag in een moerassig gebied vlak bij het riviertje De Linde. Vanaf de weg loopt een lang zandpad naar het kamp …


Aan de Nijksweg (Google Maps) staat nu een monument, bestaande uit twee palen, die lijken op te rijzen uit een Davidster van straatstenen. Tussen de palen hangt een glazen plaat waar prikkeldraad en een gedicht van Jacqueline van der Waals en de geschiedenis van het kamp in gegraveerd zijn:

‘GEEF MIJ DE MOED OM ONRECHT TE ONDERKENNEN
OOK WAAR ‘T DOOR EEUWEN VAN GEBRUIK GEWETTIGD WORDT,
DE VASTE WIL AAN ONRECHT NOOIT TE WENNEN,
OOK WAAR DE MACHT, HET WEG TE NEMEN, SCHORT.’

‘VANAF BEGIN 1942 -TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG-
WERDEN JOODSE LANDGENOTEN IN WERKKAMPEN ONDERGEBRACHT
OM DWANGARBEID TE VERRICHTEN. OP 2 OKTOBER VAN DATZELFDE JAAR
WERDEN ZIJ ALLEN NAAR KAMP WESTERBORK EN VAN DAAR NAAR DUITSE
VERNIETIGINGSKAMPEN GEDEPORTEERD. SLECHTS WEINIGEN KEERDEN TERUG.’

Aan de voet van de palen staan een paar klompen, geflankeerd door een paar beschilderde kiezelstenen …

Aan het begin van het 400 meter lange pad naar het kamp staat een bord met daarop een foto van de onthulling van het monument door Sjaak Stibbe in 2003. Stibbe was één van de weinige inwoners van het kamp die niet in de gaskamers zijn geëindigd …

Het was een flinke kuier, maar we bereikten het kamp (Google Maps) toch nog vrij gemakkelijk. Van het kamp is overigens niet veel meer over dan de resten van de fundamenten, waarop de barakken en andere bouwwerken rustten. Het is een wonder dat deze restanten de ruilverkaveling overleefd hebben, maar geen enkele boer zag er brood in om de fundamenten uit de bodem te halen om het daarna bij zijn land te trekken. We hebben er een tijdlang stilletjes rond gestapt …

De bezetter maakte gebruik van een infrastructuur die er al lag. In de jaren dertig had de Nederlandse regering kampen laten bouwen in het kader van de werkverschaffing. Om ophef te voorkomen, deed de bezetter er alles aan om het samendrijven van joodse mannen op iets soortgelijks te laten lijken. De mannen moesten heide omspitten of wegen aanleggen onder leiding van dezelfde organisatie als voor de oorlog: de Rijksdienst voor de Werkverruiming. Het toezicht op het werk was in handen van de Nederlandsche Heidemaatschappij en ook in het kamp zelf hadden Nederlanders het voor het zeggen. Er werd voor het kamp extra bewaking ingesteld. Een groep Nederlandse mariniers en marechaussees nam die taak op zich. De leiding van het kamp kwam op 10 juni 1942 in handen van sergeant marinier Christiaan Overweg …

Er verbleven 150-200 gestrafte joodse dwangarbeiders tussen 18 en 65 jaar in het kamp. Sjaak Stibbe behoorde tot de eerste gestraften. Wegens het nemen van ongeoorloofd verlof werd hij na terugkeer door de commandant van Kamp Kremboong in Drenthe naar It Petgat gestuurd. “De ontvangst in Blesdijke was strenger dan in Kremboong. Commandant Overweg begon meteen dreigen. Als we nou weer de benen namen, kwamen we in Ommen of Amersfoort terecht en dan was het met ons gebeurd,” vertelde Stibbe later. “En er was meer intimidatie. Op de zondag daarna gaven de wachten een demonstratie met de honden. De demonstratie vond plaats op een veldje in het kamp. De mannen hadden leren handschoenen aan en dan die honden maar bijten. Het boezemde ontzag in. Dat was ook de bedoeling …”

Het Blesdijker werkkamp heeft maar vier maanden bestaan. In de nacht van 2 op 3 oktober 1942 (tijdens Jom Kipoer) moesten de mannen van alle vijftig kampen – veelal gelegen op afgelegen plekken in het noorden en oosten van ons land – halsoverkop weg. Op hetzelfde moment werden hun vrouwen en kinderen uit huis gehaald. Zo belandden in één nacht ruim tienduizend joden in Westerbork. Volgens Duitse voorlichting was het doel hiervan om de gezinnen weer te herenigen. Vervolgens werden zij omgebracht in de gaskamers van Auschwitz en Sobibor …


Ik sluit het beeldverslag van ons bezoek aan Strafkamp ‘It Petgat’ af met een foto die op één van de infopanelen in het voormalig kamp staat. We zien 14 jonge mannen, lachend staan en zitten ze voor een kampbarak, alsof ze op een reisje of op vakantie zijn. Ze lijken geen idee te hebben wat hen boven het hoofd hangt …