Dankzij het windstille weer en maar een klein aantal bezoekers in het gebied was het wonderbaarlijk stil in de Deelen vrijdagochtend …
Het spiegelende oppervlak van het eerste petgat liet geen rimpeling zien. In het tweede petgat werd de perfecte spiegeling alleen licht in beroering gebracht door een paar eenden, die op en rond een drijvende tak rustten …
In betere dagen liep ik regelmatig over het houten bruggetje in de verte rond dit petgat. Dat was nu duidelijk te hoog gegrepen, daarom had ik het ditmaal anders gepland. Eerst een stukje over het pad aan de oostkant, daarna even zitten bij de picknicktafel, en tot slot een stukje over het westelijke pad langs het petgat en dan weer terug naar af …
Zo gezegd, zo gedaan. Al snel zag ik langs het tweede pad een vliegenzwam staan, ongeveer op de plek waar ik hem verwachtte. Een verre voorouder van dit mooie exemplaar heb ik in het verleden al meermaals voor de lens gehad. Deze vliegenzwam maakte zijn naam waar met de strontvlieg die op zijn hoed zat. Eindelijk een echte vliegenzwam …
Daar waar het gewone pad overging in het vlonderpad, hield het voor mij die dag op. Het was me net wat te smal om daar met mijn nog wat wankel loopje met stok overheen te gaan. Rechtsomkeert was beter in dit geval …
Onderweg kwam ik nog langs een boom, die een mooie groene sok van mos droeg. Een paar varens die omhoog reikten naar de mooie schors maakten het beeld af …
Terwijl ik terugliep naar de parkeerplaats, bekroop me ineens het gevoel dat ik werd bekeken. Toen ik me omdraaide zag ik de oorzaak, langs het pad stond een boom met een soort van alziend oog. Hij zag dat het goed was. En het was inderdaad goed om weer even in de Deelen te zijn …
De laatste keer dat ik een rondje in de Deelen heb gelopen, was in januari van dit jaar. Op 10 oktober was ik weer voldoende bijgekomen van de wat te zware fotosessie met mijn fotomaatje op de begraafplaatsterp bij Nes, dat ik het wel durfde te wagen om weer eens een kijkje in de Deelen te nemen …
Terwijl ik over de vlonder liep, maakten de eenden dat ze weg kwamen door zich terug te trekken onder de begroeiing op de wal. Het petgat lag er al snel roerloos bij. Een aantal wortelstokken van de gele plomp dreef op het oppervlak …
Verderop langs het pad trof ik wat paddenstoelen aan de zijkant van het pad aan. Paddenstoelen vormen de laatste jaren sowieso al een uitdaging, ditmaal werd het met mijn rugblessure en wandelstok echt een pittig klusje om er een paar foto’s uit te kunnen persen. Door de knieën zakken gaat nog altijd prima, maar de weg terug omhoog is elke keer een stukje lastiger. Maar goed, ik heb de strijd gewonnen …
Na de derde paddenstoel vond ik het welletjes en besloot ik rechtsomkeert te maken. Onderweg naar de picknicktafel bij het parkeerterrein zat een libel op me te wachten op de nieuwe plank van de vlonder …
Ik pak de draad van het verhaal nog een keer op bij de wirwar van wortels en mossen naast het vlonderpad dat door een moerasachtig deel van De Deelen voert. Mossen zijn een belangrijke schakel in ecosystemen: ze produceren zuurstof, beschermen tegen erosie, scheppen een gunstig microklimaat voor het ontkiemen van allerlei soorten zaden en vruchten en bieden leefruimten aan vele kleine insecten …
Ook de mens heeft in de loop der jaren veel gebruik gemaakt van mossen voor o.a. brandstof, vloerbedekking, matrasvullingen, isolatiemateriaal en tegenwoordig ook de bloemsierkunst. Van dichtbij bekeken zijn het vaak verrassend mooie plantjes, maar ik kon er hier niet dicht genoeg bij komen voor een paar mooie macrofoto’s …
Nog even over het laatste deel van het vlonderpad en een stukje door het struikgewas, daarna kwam ik weer uit op de parkeerplaats. Maar dan wel aan de andere kant van de parkeerplaats. Bij Staatsbosbeheer gaat men er kennelijk van uit dat alle wandelaars aan deze kant beginnen. Hier staat namelijk een informatiebordje over het drijvende vlonderpad en over ‘de wonderlijke wereld van mos’. Als ik het had geweten, was ik aan deze kant begonnen …
Het was in ieder geval een prima ervaring en een aangenaam weerzien met De Deelen. Onderweg naar de auto aan de andere kant van de parkeerplaats hield ik nog even halt bij het tweede petgat. In de verte ligt het drijvende vlonderpad …
Ik sluit af met een dromerige weerspiegeling van het bruggetje drijvende vlonderpad en de bomen aan het eind van het petgat. Ik denk, dat ik hier in de loop van het jaar nog wel een paar keer een kuier zal maken …
Nadat ik het bruggetje achter me had gelaten, had ik weer enige tijd vaste grond onder mijn voeten, zoals dat bij de meeste paden gebruikelijk is. Al snel werd het het pad echter vervangen door een vlonderpad dat er al jaren ligt …
Dat is op zich geen probleem, maar echt breed is dat vlonderpad niet. Ik loop dan wel een stuk stabieler dan een halfjaar geleden, maar op een pad van drie planken breed voel ik me toch niet echt op mijn gemak. En dat werd er niet beter op, toen ik halverwege het eerste deel van het pad, (foto linksonder) achter me meerdere keren het langgerekte ‘kieuwww … kieuwww’ van de buizerd hoorde. Ik bleef even staan en draaide me voorzichtig om. Er cirkelden twee buizerds boven me. Vlak voordat ik er een foto van kon maken, naderde er vanaf de andere kant een wandelaar. “Moai no …,” zei hij. Gelukkig kon ik me vasthouden aan een berkje langs het pad, terwijl we langs elkaar schuifelden …
Het vlonderpad, dat uit meerdere delen bestaat, voert door een moerasachtig deel van het gebied. Het is een plek waar vooral varens en diverse mossen het goed doen …
De wortels van struikgewas dat gewend is het de voeten in het water te staan vormen in drogere tijden mooie plekjes waar mossen zich kunnen vestigen …
Ik sluit dit deel vandaag af met een klein natuurlijk stilleven. Morgen bereiken we het eindpunt …