Even bij de Leijen

Het was een mooie, maar frisse dag voor een fotokuiertje bij de Leijen. Bij gebrek aan kracht van mijn onderdanen, heb ik me maar niet te ver op het glibberige paadje naar de vogelkijkhut gewaagd. Een korte rondvaart kon ook geen uitkomst bieden, de boot had net wat teveel water gemaakt. Maar het was goed. Ik had een frisse neus gehaald en er was genoeg om even van te genieten. Eigenlijk had ik voldoende aan het glanzende riet met hier en daar een mooie volle pluizige pluim …

Aan de rol met Jetske en Whilly

Vrijdag stond er weer een fotokuier met fotomaatje Jetske op het programma. Omdat ik al dagenlang slechte benen had, stelde ik voor om Whilly maar eens mee te nemen de natuur in. Het mooie droge weer maakte het mogelijk om meteen maar voor een pittig parkoers te kiezen. Op het parkeerterreintje tussen het Diakonievene en de Dellebuursterheide (OpenStreetMap), zette ik onder toeziend oog van Jetske Whilly in elkaar …

Terwijl Jetske vlot voorwaarts stapte, kreeg Whilly het meteen flink voor zijn kiezen. Om van het half verharde parkeerplaatsje af te komen, moesten we eerst over een stuk met gebroken puin, dat nog niet was gewalst of vastgereden. Maar goed, Whilly en ik bereikten samen de weg, die we meteen recht overstaken. Daar wachtte de volgende uitdaging. Het zandpad was door het droge en warme weer hier en daar bedekt met een laag stuifzand. Het viel Whilly zwaar om daar doorheen te ploegen. Nu eens naar links en dan weer naar rechts uitwijkend, zocht ik mijn weg over de hardste delen van het pad …

Na enige tijd bereikten we het eerste doel van ons ‘kuierritje’: de Catspoele in de Dellebuursterheide. Daar kon Whilly het even kalm aan doen. Rustig over het vlonderpad naar het uitkijkpunt rijden, lag hem duidelijk beter dan grind en los zand. Het was stil op de vlonder, behalve Jetske en mij was er nog een fotografe aanwezig …

Ook op en in het water was het stil. Een dodaars dook regelmatig even op of onder, en aan de overkant dobberden een paar eenden op het water. Dat was het wel zo ongeveer …

We zaten er genoeglijk. Wachtend op de dingen die hopelijk zouden komen, keken we uit over het water. Af en toe werd er een praatje gemaakt met passerende wandelaars/fotografen …

– wordt vervolgd

Een paartje grote zaagbekken

Begin februari heb ik weer eens een kijkje genomen bij It Krûme Gat tussen Smalle Ee en De Veenhoop. Ik hoopte daar een paar close-ups te kunnen maken van smienten in de luwte …

Die waren er ook wel, en ik heb er ook wel wat foto’s van kunnen maken, maar een paar andere gasten vond ik nog net wat interessanter. Mag ik u voorstellen … de heer en mevrouw Grote Zaagbek.

De grote zaagbekken zijn hier wintergasten, die zich met hun smalle spitse snavel helemaal op de vangst van vis, ongewervelden en soms een amfibie, een jong zoogdier of een vogeltje richten. Het vrouwtje (linksonder) is hier net weer tevoorschijn gekomen, nadat ze op de foto’s van gisteren even was ondergedoken om een visje of zo te verschalken …

Het enige juiste antwoord kwam van C., de enige echte vogelaar in ons midden gisteren.

Een stuw met zelfbediening

Vanaf de Walengracht voeren we na enige tijd de Vaartsloot in. Daar werden we met niet te missen felgele borden gewaarschuwd voor een stuw met zelfbediening …

Op de oevers van de Vaartsloot wisselden bosschages, rietlanden en deels gemaaide hooilanden elkaar in gestaag tempo af …

Na enige tijd doemde aan het eind van de Vaartsloot de bedoelde stuw met zelfbediening voor ons op (Google Maps). Jetske stuurde de boot voorzichtig langs de beschoeiing, en legde de boot daar even stil. Snel nam ik de gebruiksaanwijzing in me op, waarna ik op de ‘stop-open-go knop’ drukte. De machinerie in de paal begon te ratelen, en de stuw begon langzaam naar beneden te zakken. Nadat eerst het rode en het groene licht even tegelijkertijd hadden gebrand, kregen we uiteindelijk groen licht …

Wil je nou precies weten waarom deze stuw en een stukje verderop een tweede exemplaar hier zijn geïnstalleerd, dan verwijs ik je naar het logje waarin Jetske hierover heeft geschreven: ‘Rietzanger, rietgors en een stoplicht in de Vaartsloot.’ Een tipje van de sluier: het Stroïnkgemaal speelt er een belangrijke rol bij.

Ik sluit vandaag af met een paar foto’s van een jonge boerenzwaluw, die zich in evenwicht probeerde te houden op een in de wind heen en weer wiegende rietpluim …

Een paardenbijter als cadeau

Terwijl Jetske in haar fleurige jurkje door een luikje in de wand langs het vlonderpad stond te kijken, riep ze me na enige tijd: “Kom eens kijken, er zit hier een mooie grote libel …”

Nadat ik plaatsgenomen had achter het tweede luikje in de wand, wees Jetske me op de libel die ze bedoelde. Omdat het beestje nogal onrustig heen en weer vloog, moest ik even zoek, maar uiteindelijk zag ik hem toch zitten: een mooie grote paardenbijter

Jagend op vliegen of muggen bleef hij heen en weer vliegen, maar tussendoor zocht hij regelmatig ergens een nieuwe uitkijkpost. Gedetailleerde macro-opnamen heb ik er niet van kunnen maken, maar met de foto’s die ik met de zoomlens heb kunnen maken was ik alweer erg blij. Niet eerder heb ik een paardenbijter tegen zo’n rustige achtergrond kunnen fotograferen …

Dank dat je me op dit fraaie model hebt gewezen, Jetske, het was een prachtig cadeautje. Als het zo eens uitkomt mag je best weer mee in je jurk. 🙂

Vier windstreken rond de hut

Vanaf It Nonnepaed ben ik naar de Jan Durkspolder gereden. Toen ik daar even later in de vogelkijkhut ging zitten, dreef de eerder gemelde bui, aan de zuidkant van de plas voorbij …

Aan de oostkant maakte mijn vriend de grote zilverreiger, die ik hier onlangs ook al eens aantrof, een wandeling langs de rand van zijn revier. Ik was zelf wel gecharmeerd van het gelaagde decor waarin hij zich bevond …

Het buitje – meer was het in feite niet – dreef intussen rustig over de zuidelijke oever van de plas in westelijke richting voort, vage weerspiegelingen met zich meetrekkend …

Aan de westkant van de hut heerste intussen volmaakte rust. Zelfs dat ene rietpluimpje stond tegen een vrijwel vlakke waterspiegel roerloos naast de hut …

Na een laatste blik op de bui aan de zuidkant, hield ik het voor gezien. Over het met knotwilgen omgeven pad liep ik aan de noordkant van de hut terug naar de auto …