Ik kom zo langzamerhand aan het eind van deze fotoserie over het werk in het rietland in De Weerribben. Voor het laatste werk waar ik even de focus op leg – het verbranden van het afval waar de rietsnijder niets mee kan – zouden ze mij ook nog wel mogen inhuren, want ik ben altijd gek geweest op fikkie stoken. Stoeltje erbij, af en toe even het vuurtje wat opporren … Ja, dat lijkt me wel wat …
Dat stoeltje is wel een noodzaak, want aan mijn zitstok heb ik in het rietland weinig, ontdekte ik op die dag. Terwijl Jetske en ik even een praatje maakten met de mannen, zette ik mijn stok neer om er even genoeglijk op te leunen, en zo mijn benen even wat rust te gunnen. Daar kwam echter weinig van terecht, want vrijwel meteen zakte de stok pijlsnel een meter diep in de kragge en lag ik achterover op mijn rug. Gelukkig hield ik aan mijn buiteling geen schade over, juist omdat die bodem zo zacht is.
Kragge is een dikke laag veen, ook wel trilveen genoemd. Het is een zeldzaam bodem- en vegetatietype dat bestaat uit een dunne en uiterst slappe ‘bodem’, die vooral uit zegge- en graswortels bestaat en op water of slappe modder drijft. Als je er overheen loopt, voel je de bodem onder je voeten veren. Ik kan je zeggen dat het een bijzondere gewaarwording is als je dat voor het eerst voelt.
Overigens zou het best eens zo kunnen zijn, dat het verbranden van het afval in het rietland zijn langste tijd heeft gehad, want er schijnt te worden gewerkt aan een verbod. Als dat doorgaat, dan zal de rietsnijder het afval van het rietland moeten afvoeren, en dat zal het riet alleen maar weer duurder maken. Ook op andere fronten wordt het de rietsnijders niet gemakkelijk gemaakt, wellicht kom ik daar later nog eens op terug. Eerst maar even fikkie stoken, het kan nu nog …



