Een reegeit in de polder

Het was er al druk toen we de vogelkijkhut in de Jan Durkspolder binnen stapten. De kijkluikjes aan de luwe oostkant van de hut waren al goed bezet. Jetske schoof naar het laatste vrije plekje aan die kant, en ik nam plaats bij een luikje aan de zuidkant. Dat was niet het beste plekje, zo bleek al snel …

Aan de oostkant verscheen na enige tijd een ree, die een rondgang over het drooggevallen deel van de plas maakte. Daar had ik één keer eerder een ree gezien. Die spotte ik indertijd toen ik uit de auto stapte, eenmaal in de hut aangekomen, was de ree indertijd alweer verdwenen. Nu zat het weer niet echt mee, omdat ik bepaald geen vrij zicht had …

Er zat niets anders op dan me maar met de ellebogen naar voren te werken, want dit kansje moest me eigenlijk niet ontgaan. Met een ferme schouderduw heb ik Jetske uiteindelijk weten te bewegen een stapje opzij te doen. Maar daar hield ik dan ook echt een paar prachtige foto’s van deze plassende reegeit aan over …

Het spreekt vanzelf dat ik het heb goedgemaakt met mijn fotomaatje, zodra de ree voorgoed uit beeld was verdwenen, de middag was tenslotte nog niet om … 😉

Tussen de buien door

Tussen de buien door hebben Jetske en ik dinsdag toch nog weer een gezellig ritje gemaakt. Nadat we wat foto’s hadden gemaakt van een koppel koeien in een zonnige weide en van de nieuwe waterpartij bij de haven van Oudega, besloten we het risico op een nat pak te beperken door ons verder hoofdzakelijk in een paar vogelkijkhutten op te houden …

Dat bleek een goede keuze te zijn. We zaten lekker droog in de vogelkijkhut in de Jan Durkspolder, toen een eerste bui overkwam. We hadden een uurtje in de gezeten, toen we een forse bui op ons af zagen komen. Omdat we daar op dat moment toch wel uitgekeken waren – de hoofdact van een ree was net afgelopen – besloten we alvast naar de auto te lopen. Net op tijd zaten we binnen …

In de vijf minuten dat we daar nog even stonden, passeerden er een paar fietsers die duidelijk minder goed hadden getimed, en door de bui waren overvallen …

We besloten de koers van de bui korte tijd te volgen, dat bracht ons niet veel later bij de vogelkijkhut ‘de Blaustirns’ aan de Doktersheide bij de Leijen. Gejaagd door de wind liepen we langs het rietland naar de hut op de oever van het meer…

In de hut aangekomen, begon de zon zelfs weer enige tijd te schijnen. De show werd hier vooral gestolen door een paar bedelende futenjongen. Maar die foto’s zijn voor later …

Zwarte sterns bij de Leijen

Maandag liet ik hier al een aantal foto’s zien van de zwarte sterns bij de vogelkijkhut ‘de Blaustirns’ bij de Leijen. Dat was nog maar een tipje van de sluier, daarom vandaag nog een fotoserie van deze bijzondere vogel …

Er zijn nogal wat dagen geweest, waarop ik blij was om op dit plekje af en toe eens een zwarte stern te kunnen fotograferen. Maandag leek er geen eind te komen aan de vele vliegbewegingen vlak voor de kijkhut …

Zwarte sterns by de Blaustirns

Onder een vrijwel wolkenloze hemel heb ik donderdagochtend weer eens een kijkje genomen bij de vogelkijkhut ‘de Blaustirns’ (Google Maps) aan de westkant van de Leijen. Het waaide niet hard, maar de wind die er stond, kwam nog steeds uit noord tot noordoostelijke richting en blies kil de hut in. Half voor het tweede kijkluikje zittend, kon ik net genoeg luwte vinden, om een tijdje tamelijk gerieflijk in de hut te kunnen zitten …

Bij wijze van uitzondering was het nu eens gezellig druk rond de hut, die zijn naam ‘Blaustirns’ meer dan ooit waarmaakte. Het wemelde voor de hut namelijk van de zwarte sterns. En de zwarte stern is in het Fries een blaustirns.

De zwarte stern was ooit een talrijke broedvogel in de laagveengebieden, langs de grote rivieren en op vennetjes van de zandgronden. In de jaren ’50 waren er naar schatting ten minste 10.000-15.000 broedparen. De trend was daarna steeds dalend. Op dit moment staat de zwarte stern met 1300-1400 broedparen als bedreigd op de Nederlandse Rode Lijst

Er ligt nog een tweede serie op de plank.

Vogelkijkhut in de Olde Maten

Vanaf dat bijzondere eco-aquaduct reden we het natuurgebied de Olde Maten in. Daarmee reden we ook de bible belt in. Dat was ook al snel te zien, toen we twee wandelaars inhaalden, waarvan er één in klederdracht liep …

Niet veel later bereikten we de vogelkijkhut Zwartewatersklooster. Ik had nog nooit van de naam gehoord, maar ik zou er een uurtje later al het één en ander over aan de weet komen …

De vogelkijkhut is een mooie, ruim opgezette hut met twee verdiepingen. Kijkgaten op beide verdiepingen bieden in oostelijke richting zicht op een langgerekt petgat …

Terwijl we op de bovenste etage stonden, liet Jetske haar technisch blik langs de houtverbindingen in het dak glijden. Tien minuten nadat we de beide wandelaars hadden ingehaald, zagen we ze voorbij de open achterkant van de hut lopen …

De zijwanden van de hut zijn op de begane grond heel toepasselijk afgewerkt met turfjes, waarvan er – kijkend naar het omliggende petgatenlandschap – hier ooit ook veel gestoken zijn …

Zicht op uitkijkpunt Leyensloane

Na de wandeling langs het pas gemaaide rietland heb ik enige tijd in de vogelkijkhut ‘Blaustirns’ gezeten. Het weer leek vriendelijker dan het was, er kwam weliswaar meer ruimte voor de zon, over de Leijen blies een frisse wind de hut in …


Op het steeds verder uiteenvallende boomeilandje zaten een stuk of wat aalscholvers hun veren te poetsen en drogen …

Ik bekeek dit alles dus vanuit de kijkhut op de onderstaande foto. Die foto had ik een week eerder gemaakt, terwijl ik op het uitkijkplatform stond bij het strandje aan de Leyensloane op de zuidelijke oever van het meer …


Omdat er verder weinig te beleven viel op het water, liet ik mijn blik nu vanaf de westelijke oever langzaam in zuidoostelijke richting naar rechts over de horizon glijden. En jawel, daarginds staat het uitkijkplatform op de landtong bij het strandje aan de Leyensloane waar ik de bovenstaande foto heb genomen …

Het werd fris in de hut. Omdat ik intussen had gezien wat ik wilde zien, ben ik er niet lang meer gebleven. Ter afsluiting nogmaals een foto vanaf het vlonderpad van het kaalgeschoren rietland en de bossen riet in de verte …

Zicht op de ‘Blaustirns’

Het uitkijkplatform bij het strandje aan de Leyensloane viel me helemaal niet tegen. Met mijn rug naar de wind en kop in de zon was het er ook best even lekker zitten. Maar al te lang moest dat niet duren, daarom begon ik weer te fotograferen …


Aan de westkant van de landtong dobberden wat eenden en ganzen in het water. De Canadezen doen het hier blijkbaar goed, want ze bepaalden ook hier het beeld …

Om vogels te fotograferen lijkt dit me niet het beste plekje. Het rietkraagje is weliswaar mooi en sierlijk, de vogels die er waren hielden zich erachter schuil en waren moeilijk in beeld te krijgen. Op zonnige zomerdagen zullen vogels dit plekje waarschijnlijk mijden, want dan is het vaal druk en luidruchtig de omgeving van het strandje …


Aan de oostkant zal het op zomerse dagen niet veel beter zijn. Dan trekt er vaak een lange stoet bootjes vanuit het Opeinder Kanaal in de richting van het riviertje de Lits aan de noordkant van de Leijen (vv). Kortom: het uitkijkplatform is een fijn plekje om eens even lekker te zitten, maar niet optimaal voor de vogelfotografie …


Dan nog maar eens een blik in noordwestelijke richting. Daar is tussen de rietpluimen door de vogelkijkhut ‘Blaustirns’ bij De Tike te zien. Ik moet er 10 km verder voor rijden om daar te komen, maar dat heb ik er graag voor over, want het is lopend meer dan de helft korter om van de auto bij de hut te komen …

Tot slot richt ik de blik nog even naar het zuiden. In de verte is boven het rietland de auto te zien. Nog maar even niet aan denken, want die staat wel erg ver weg. Nog een stukje verder weg torent aan de andere kant van het kanaal de schoorsteenpijp van de grasdrogerij Opeinde ….