Jonge waterhoentjes

Om het mooie weer nog maar even mee te pakken, ben ik gisteren even naar de Leijen gereden. Onderweg naar de vogelkijkhut maakte ik een praatje met een jonge vrouw, die er net vandaan kwam. Ze liet wat foto’s zien van o.a. een voorbij vliegende roerdomp, een kiekendief en twee zeearenden die een tijdlang op het eilandje hadden gezeten. Bij het afscheid zei ik met een knipoog, dat ik toch wel hoopte dat ze nog wat voor mij had overgelaten …

Even later zat ik in de hut. En het moet gezegd, ik zat er goed, maar na enige tijd werd het toch wel saai. Er gebeurde vrijwel niets. Gelukkig had ik drie weken geleden meer geluk, toen liepen er vlak voor de hut drie waterhoentjes over de bladeren van de waterlelie en de gele plomp. Kijk eens naar die enorme poten. Ik vond het heel vermakelijk …

Gisteren bleef het stil rond de vogelkijkhut. Er vlogen eens een paar eenden voorbij en er dook een grote stern buiten het bereik van mijn camera in het water. Dat was het wel zo ongeveer. Ik moest me tevreden stellen met een foto van een paar aalscholvers, die de plek hadden ingenomen van de zeearenden in de laatste boom van het eilandje …

Waterhoen en meer gevogelte

Al snel nadat ik mijn blik over het hele meer had laten glijden, kwam er een waterhoen langs …


In tegenstelling tot de meerkoet zie ik het waterhoen hier maar weinig. Ik was dan ook blij met deze mooie passage …

Een stuk verderop vlogen even later een paar laagvliegende vogels voorbij. Zeker weten doe ik het niet, maar ik denk dat het een paar nonnetjes waren. Jammer dat ze snel weer uit zicht waren …


Korte tijd later naderde een klein groepje smienten de hut. De kleine vlootschouw werd afgesloten door een paar passerende slobeenden …

Ik ben deze serie gisteren begonnen met een foto van het onderstaande water in de richting van de vogelkijkhut en het rietland. Ik sluit af met een foto van dat water en de gesnoeide struik aan de overkant. In de verte stond de Afanja-mobiel klaar om me naar een fotogeniek plekje te brengen …

“Hé … kijk daar eens …”

Wie de laatste tijd wel eens een bezoekje heeft gebracht aan het weblog van mijn fotomaatje, zal ’t vast niet zijn ontgaan, dat ze in rap tempo uitgroeit tot een heuse vogelaar. Als er ergens in een omtrek van pakweg 25 meter iets van een vogel te zien of te horen is, dan ontdekt Jetske het wel. Zo fietste ze vorige week in Drenthe nog langs een piepende boom, die haar weer echt een bijzondere serie opleverde.

Ook aan de waterkant ziet ze elk vogeltje vliegen of zwemmen. Zo liepen we de laatste keer dat we samen op pad waren langs een tamelijk onooglijke en onopvallende sloot. “Hé … kijk daar eens …”, hoorde ik Jetske op een bepaald moment zachtjes zeggen …

Meer dan een felrood puntje tussen ’t groen aan de andere kant van de sloot zag ik in eerste instantie niet. Maar na enig wachten bleek er een waterhoen te zitten. Blijkbaar was het beestje niet echt van fotografen gediend, want hij bleef lang zitten waar hij zat. Uiteindelijk zag hij zich blijkbaar toch genoodzaakt om in zuidelijke richting langs ons te zwemmen. En zo kreeg ik dankzij mijn oplettende fotomaatje voor de tweede maal in 14 dagen tijd de kans om deze prachtige watervogel met zijn felgekleurde snavel te fotograferen …

Mijn eerste waterhoen

Zo, we zijn weer een persconferentie verder. Langzaam, maar zeker worden de teugels wat gevierd. Stapje voor stapje komt er meer ruimte om ons leven binnen de anderhalvemetersamenleving op te pakken. “We mogen vertrouwen hebben, maar moeten waakzaam blijven,” aldus onze Premier in Crisistijd. Voor mij persoonlijk betekenen de versoepelingen die in juni ingaan nog geen verruimingen. Maar gelukkig kunnen we hier nog steeds rustig de natuur in, en dat probeer ik ook nog steeds een paar maal per week te doen …

Maandag heb ik weer even een ritje naar de Jan Durkspolder gemaakt. Ook ditmaal was het er weer heerlijk rustig. Er stond zelfs geen auto geparkeerd bij het paadje naar de grote vogelkijkhut. En dus besloot ik voor het eerst sinds het begin van het coronatijdperk maar weer eens in de hut te kijken …

Hoewel het echt een grote hut is, waarin je prima met een man of 4 op anderhalve meter van elkaar kunt zitten, zit ik er momenteel toch liever niet tegelijk met anderen. Het voelde goed om er voor het eerst sinds een paar maanden weer van het vertrouwde uitzicht te genieten …

Ik zat er nog maar net, toen ik links van de hut een zwarte vogel door het water zag stappen. Vermoedelijk een meerkoet, dacht ik, maar toen ik er goed naar keek, zag ik dat het een waterhoen was. En het was niet zomaar een waterhoen … Het klinkt misschien raar, maar in bijna 15 jaar bloggen, was dit het eerste waterhoen dat ik voor de lens kreeg. Een primeur dus …

Tot mijn grote verdriet bleef het beperkt tot één goede foto, want het dier stapte naar de kant en verdween daar tussen gele lissen. ’t Had zo mooi kunnen zijn …