Schitteringen rond ’t klif

Het zijn niet de kliffen van Dover of Normandië, maar ook Fryslân heeft zijn kliffen. Het Oudemirdumer Klif is het zuidelijkste van drie kliffen langs de Friese zuidwestkust. Hierna zullen we ook nog een kijkje nemen bij het Mirnser Klif en bij Reaklif. Maar eerst nestelen we ons even op één van de bankjes …

Het Oudemirdumer Klif ligt bovenop een keileembult, waardoor het ruim 6 meter hoog boven het IJsselmeer uittorent. De Zuiderzee sloeg de bult eeuwenlang af tot er een steile klifwand ontstond. Na de aanleg van de Afsluitdijk kwam de zere hier tot bedaren en stopte de afkalving van het klif. Daarna kreeg de natuur de kans zich verder te ontwikkelen. Natuurmonumenten kocht het Oudemirdumer Klif al in de jaren 30 van de vorige eeuw …

De natuur op en aan de voet van het klif is van unieke waarde en direct verbonden met de bijzondere geschiedenis van dit gebied. Zo groeien er meer dan 250 soorten planten met allemaal hun eigen verhaal. Er komen planten voor van ver in Duitsland, via rivieren meegenomen het IJsselmeer in en uiteindelijk aangespoeld op het klif. Door de invloed van het vroegere zoute water van de Zuiderzee vind je er zelfs nog planten die van zout water houden. Je mag er echter alleen op afstand van genieten, want de voet van het klif is niet toegankelijk … 

Ik had er genoeg aan om vanaf één van de bankjes te genieten van het uitzicht. Hoe vaak ik hier ook al heb gezeten, het uitzicht is er elke keer weer uniek. Deze vrijdag heb ik vooral genoten van de prachtige schitteringen op het IJsselmeer …

Aan alles komt een eind, ook aan dit kortstondige genieten op het Oudemirdumer Klif. We volgden het Minneminnespaad terug naar de auto. De terugweg was voor mijn onderdanen alweer wat pittiger dan de heenweg, maar met onderweg twee korte tussenstops redden we het weer …

– wordt vervolgd

Tussen het beton

Er zijn twee plaatsen waar je de oversteek kunt maken van de ene lange zijde van ‘Deltawerk//’ naar de andere. Als je daar op een platform tussen de beide lange zijden in staat, ben je aan alle kanten omringd door de grote betonnen elementen …

Dat levert weer heel andere beelden op van het kunstwerk. Hier heb ik niet alleen gebruik gemaakt van de weerspiegelingen op het wateroppervlak, maar ook van de weerkaatsing van het licht van de golfjes op de scheefstaande elementen …

We hebben die betonnen kolos nu zo ongeveer van alle kanten bekeken. Voor, naast en achter …, wat nog rest is de bovenkant. Daarom nemen we morgen nog even een kijkje op ‘Deltawerk//’

Een gemiste kans

Nadat ik over de lange vlonder langs de oude golfmachines was gelopen, zag ik een stukje verderop nog een schaalmodel in het water liggen. Hoewel mijn benen intussen de eerste tekenen van vermoeidheid begonnen te tonen, besloot ik toch nog een stukje verder te lopen …

Ik heb eerlijk gezegd geen idee om welk onderzoeksproject het hier gaat. Nadat ik snel een paar foto’s had gemaakt, leek het me wijs om Jetske niet nog verder te volgen over de vlonder, want zo breed was hij nou ook weer niet. Ik was blij, dat ik aan het begin van het plankier weer in mijn Whill kon gaan zitten. Het had ook niet veel langer moeten duren …

Toen ik later een deel van Jetskes’ foto’s zag, realiseerde ik me, dat ik een prachtige kans had gemist. Op een paar van die lange rijen stenen lagen twee mandarijneenden. Zodra ik dat had gezien, kon ik op de laatste foto hierboven het mannetje nog net linksboven zien liggen. Ter plekke heb ik ze volkomen gemist. Een mooie foto van een mandarijneend ontbreekt daardoor nog steeds in mijn archief …

‘Deltawerk//’ revisited

Van 1951 tot 1996 zat het Waterloopkundig Laboratorium in het Voorsterbos (OpenStreetMap) in de Noordoostpolder. Dit laboratorium speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van diverse waterbouwkundige projecten overal op de wereld. Zo werden hier o.a. schaalmodellen getest van havens zoals IJmuiden, Lagos en Bangkok, en de iconische Deltawerken …

In 1996 vertrok het laboratorium, daarna heeft Natuurmonumenten het gebied overgenomen. De proefopstellingen bleven in het bos achter en vormen nu een boeiend decor waar de natuur langzaam haar plek weer verovert. De visie hierachter is eenvoudig maar krachtig: waar ooit de mens de natuur naar zijn hand zette, herstelt de natuur nu op haar eigen wijze het evenwicht. Wat dat betreft doet het project me denken aan de Ecokathedraal bij Mildam …

Eén van de meest opvallende bouwwerken in het Waterloopbos is de Deltagoot. Deze enorme betonnen bak is in 1980 gebouwd om de Oosterscheldekering te testen. Hij is 240 meter lang, 5 meter breed en 7 meter diep. Dankzij de inspanningen van Natuurmonumenten kreeg dit imposante bouwwerk een nieuwe bestemming. Dit was het eerste bouwwerk op onze route …

In 2018 werd Atelier de Lyon/RAAAF gevraagd om de saaie, rechthoekige Deltagoot nieuw leven in te blazen. Het bouwwerk, dat ooit verborgen lag onder een grote zandheuvel, werd uitgegraven en er werd een gracht omheen gelegd. Deze gracht weerspiegelde het beton in 2019 op een bijna serene manier in het water. Dat spiegeleffect is intussen goeddeels aan het zicht ontnomen door de oeverbegroeiing rondom.

Om de strakke vorm van de bak te doorbreken, zaagden de ontwerpers betonnen platen uit de dikke wanden. Deze platen werden een kwartslag gedraaid, onder verschillende hoeken geplaatst en in de wanden teruggeplaatst. Dit creëert een golvend effect dat doet denken aan de kracht van water dat richting de kust rolt. Ik sluit af met een filmpje van de werkzaamheden …

Terug in het Waterloopbos

Vrijdag zijn Jetske en ik voor de derde keer naar het Waterloopbos bij Marknesse geweest. Hoewel het verleidelijk was, hebben we bij binnenkomst paviljoen ‘Het Proeflab’ eerst toch maar links laten liggen …

De eerste keer dat we er samen waren, was in 2011. Toen verkeerden veel van de proefopstellingen, waarmee belangrijk waterloopkundig onderzoek is gedaan, nog in originele en verwaarloosde staat. Het terrein bleek toen al snel te uitgestrekt voor me te zijn …

Om die reden hebben we het in 2019 beperkt tot het bekijken en uitgebreid fotograferen van de oude Deltagoot, die toen pas was omgevormd tot het 250 meter lange kunstwerk ‘Deltawerk//’

Met de komst van Whilly, is mijn actieradius zoals bekend weer een stuk groter geworden. Daarom konden we gisteren de 3,3 km lange rolstoelvriendelijke route volgen. We hebben ons anderhalf uur ondergedompeld in de natuur die er behalve waterwerken ook een breed scala aan vogels en libellen herbergt …

Een boot vol verrekijkers

Terwijl we in de zacht op en neer dobberende boot op de Beulakerwijde lagen te fotograferen, hield pa zwaan voortdurend een argwanend oogje in het zeil. Zodra de boot iets te ver afdreef, hief hij zijn kop sissend dreigend op. Hij leek het prima te vinden dat we na enige tijd vertrokken …

Het visdiefje leek minder moeite met onze aanwezigheid te hebben, maar ook hij keek voortdurend attent om zich heen. Ook een boot die op dat moment achter ons langs voer, leek zijn aandacht te hebben …

Er voer een boot vol verrekijkers achter ons langs. Het was de fluisterstille rondvaartboot ‘Zwarte Stern’ van Natuurmonumenten. Van april t/m oktober kun je met één van de excursieboten vanaf de steiger bij het Bezoekerscentrum De Wieden in Sint Jansklooster een rondvaart door de Wieden maken met een boswachter of natuurgids ….

Intussen zag ik een stuk verderop een mooie originele zeilpunter tussen de rietkragen verdwijnen. Het was tot dat moment uitzonderlijk stil geweest, nu verschenen er langzaam wat meer boten op het water …

Terwijl wij op zoek gingen naar een plekje om nog even wat te eten en te drinken, passeerden we een voor anker liggend houten zeiljacht. Ook mooi …

– wordt vervolgd

Bij ‘de Poppestien’

We konden de verlokking van het bos niet weerstaan en verlieten de tuin door het openstaande hekje. Bijna het hele landgoed is vormgegeven en aangelegd door Johann Hermann Knoop, die kennelijk ook landschapsarchitect was. Ook het padenpatroon in het Sterrenbos direct achter het Sterrenbos is door hem ontworpen ….


Op een kruispunt van paden in het bos midden op de zichtlijn staat de zogenaamde Burmaniazuil. Zo’n zuil was in de mode halverwege de achttiende eeuw. De ronde natuurstenen zuil staat op een voetstuk met leeuwenkop. Bovenop de zuil staat een loden haan. De zuil speelde een rol in de Bakkeveenster folklore als zijnde de plaats waar de kinderen vandaan zouden komen. De zuil staat daarom plaatselijk bekend als ‘de Poppestien’. ‘Poppe’ is Fries voor baby. De legende heet het dat wanneer de loden haan kraait, de onderste steen kantelt en de vader zijn pasgeboren baby onder de steen vandaan kan halen … 

De originele loden haan is in de loop der tijd spoorloos verdwenen. In het kader van het grootscheepse herstelproject dat Natuurmonumenten in 2019-2020 uitvoerde in het bos op het landgoed, werd de loden haan begin 2021 teruggeplaatst op de Burmaniazuil. Daarmee is er weer een stukje cultuurhistorie van de Slotplaats in ere hersteld. Misschien komen hiermee de legendes ook weer tot leven. Want de oude zuil met de vroegere haan is nog steeds met raadsels omhuld. Waarom werd de zuil opgericht en waarvoor stond de haan symbool? Waar is de authentieke loden haan gebleven? Maar de belangrijkste: wat is er waar van de oude legende van de poppestien …?


Een stukje voorbij de Poppestien probeerde een bruggetje ons te verleiden om nog verder het bos in het gaan. Zo ver heb ik het niet laten komen. Het werd tijd terug te gaan, daarbij viel er onderweg ook nog wel het een en ander te bekijken, had ik op de heenweg al gezien …